“Ik lig op de stapel”, zegt de 31-jarige Eva Peters. Ze werd verkracht door een bekende, maar 14 maanden na de aangifte heeft de politie haar zaak nog altijd niet onderzocht. En ze is niet de enige, want er liggen nog honderden zedenzaken op de plank.

Eva durft de meeste dagen de deur nauwelijks uit. Ze is 24 uur per dag op haar hoede. "Mijn leven staat in de pauzestand. Zo voelt het zolang er niets gebeurt en je geen prioriteit bent. Dat doet pijn. Een nieuwe klap bovenop het al opgelopen trauma en de angst."

'Dit is iets om ons voor te schamen'

De politie weet wie Eva verkrachtte, maar heeft de man in kwestie nog altijd niet gehoord of andere zaken onderzocht. Er is onderbezetting en voorlopig geen mankracht om haar zaak te onderzoeken. Maar volgens Eva is die onderbezetting er al jaren en verandert er niets. Daarom wil ze haar verhaal delen.

"Het klopt niet. Dit moeten we niet normaal gaan vinden. Ik kan niet rustig in een hoekje zitten wachten tot de politie mij eens een keer belt dat het onderzoek is gestart. Dit kan niet, dit mag niet in een land als Nederland. Het is iets om ons voor te schamen", zegt Eva.

Vaak 1,5 tot 2 jaar wachten

Het is een probleem dat in heel Nederland speelt, erkent de Nationale Politie. Landelijk zijn er 820 aangiftes die na een half jaar nog niet in behandeling zijn genomen. Terwijl de afspraak is dat dit binnen 6 maanden gebeurt. Een verdachte is dan vaak nog niet gehoord. In totaal zijn er ongeveer 3350 zedenzaken in behandeling.

De achterstanden zijn inmiddels zo ver opgelopen dat slachtoffers vaak 1,5 tot 2 jaar moeten wachten tot de politie hun aangifte onderzoekt. Het gaat om ernstige misdrijven als verkrachting, aanranding, misbruik en incest.

Trauma op een trauma voor slachtoffers

"400 verkrachtings- en misbruikzaken liggen op de plank bij de politie Midden-Nederland door onderbezetting", zegt oud-zedenrechercheur Frans van Kesteren. "Het is tenenkrommend hoe lang slachtoffers moeten wachten."

Dit lange wachten is een trauma op een trauma voor slachtoffers zegt oud-zedenrechercheur Van Kesteren. Sinds 1 september is hij weg bij de zedenrecherche bij de politie Midden-Nederland. Hij is gefrustreerd over de gang van zaken. En is inmiddels vertrokken.

Oud-rechercheur Frans van Kesteren vertelt waarom hij wegging bij de zedenpolitie.

Schrijnend voor slachtoffers

Keer op keer moest hij slachtoffers teleurstellen, als ze wanhopig belden met de vraag of er al iets was gebeurd. Hij sprak met vrouwen die aangifte deden van een verkrachting, of met ouders van een misbruikt kind.

"Het is schrijnend. Slachtoffers zeggen vaak dat ze voor de tweede keer slachtoffer worden. De politie belooft al jaren beterschap, maar het wordt alleen maar erger", ziet Van Kesteren.

'We hebben extra mensen nodig, niet het zoveelste rapport'

Al in 2019 was er sprake van een achterstand van 350 zedenzaken bij de politie. Een motie van Jesse Klaver (GroenLinks) werd aangenomen om meer geld beschikbaar te maken voor de zedenrecherche. Toch is de achterstand meer dan verdubbeld tot 820 zaken die nu op de plank liggen.

Er gebeurt niks om het structureel op te lossen, zegt Van Kesteren. "Dan wordt er weer een nieuw onderzoek gestart binnen de politie hoe het beter moet. Maar we hebben gewoon extra mensen nodig, niet het zoveelste rapport dat in een lade belandt", zegt hij. "Ga aan de slag om actief mensen te werven, ook buiten de gebaande paden. Denk out of the box. Haal zij-instromers binnen. Het komt niet vanzelf."

Bekijk ook

Rechercheurs overbelast en vallen uit

En maak het vak aantrekkelijker. Het beroep zedenrechercheur heeft een slecht imago, ook binnen de politie, zegt Van Kesteren. "Er wordt gesproken over 'de praatpolitie'. Onterecht, het is een prachtig vak. Zorg dat je mensen enthousiast maakt."

Door de huidige onderbezetting raken zedenrechercheurs die er wél zitten overbelast en vallen uit. Daar komt nog de vergrijzing bovenop. Voor 4 nieuwe rechercheurs die aan de voorkant worden aangenomen, gaan er aan de achterkant weer 6 uit bij wijze van spreken, ziet Van Kesteren.

Digitale onkunde

Volgens de oud-rechercheur is digitale onkunde een ander groot probleem bij veel collega's. Zedenzaken worden steeds complexer en arbeidsintensiever door digitalisering.

"Maar veel oud-collega's weten niet hoe ze een telefoon moeten uitlezen, hebben nog nooit van TikTok of Snapchat gehoord." Personeel moet beter worden opgeleid. En ook dat duurt volgens Van Kesteren te lang.

Wat weet een getuige nog na 2 jaar?

"Het is schandalig. Zo ga je in een beschaafd land niet om met slachtoffers", zegt Richard Korver, voorzitter van het Landelijk Advocaten Netwerk Gewelds- en Zeden Slachtoffers. Hij constateert dat het helaas 'normaal' is geworden dat slachtoffers 1,5 tot 2 jaar moeten wachten. Maar ook 3 jaar wachttijd komt voor, zegt hij.

En dan is het bewijs steeds moeilijker rond te krijgen. In zedenzaken zijn getuigen heel belangrijk. Maar wat weten die nog na 2 jaar en waar zijn ze? Korver had bijvoorbeeld laatst een belangrijke getuige, die naar Japan was verhuisd.

'Het bewijs glipt tussen je vingers weg'

Ook heeft het slachtoffer na zo'n lange tijd soms een nieuwe telefoon. En als de politie heeft verzuimd de telefoon bij aangifte te kopiëren, is er niks meer over. "Het is net een vergiet, het bewijs glipt tussen je vingers weg in de tijd."

Er worden zelfs zaken geseponeerd, omdat door de lange wachttijd bewijs niet meer te vergaren is. Daders kunnen er zo mee weg komen of erger opnieuw slachtoffers maken, zegt Korver.

Bekijk ook

Paniekaanval

Terwijl Eva al maanden wacht tot er iets met haar aangifte gebeurt, ziet ze de verdachte weer in het dorp. Ze krijgt een paniekaanval. En later zoekt hij zelfs toenadering. Ze is doodsbang. Ze belt de politie, omdat dit een uitgelezen moment lijkt voor hen om in actie te komen. Maar opnieuw krijgt ze te horen dat haar aangifte nog niet onderzocht kan worden.

"Zoals je je voelt als vrouw als je in het donker alleen op straat loopt en plotseling achter je een geluid hoort. Dat unheimische gevoel heb ik de hele dag door", vertelt ze.

'Zal het dan niet meevallen, hoor je ze denken'

Haar labradorpup moet Eva helpen bij haar trauma, zodat ze de straat weer op durft. Met medicatie komt ze de dag door en binnenkort wordt ze opnieuw opgenomen om behandeld te worden voor PTSS. Ondertussen blijft ze wachten op een telefoontje van de politie dat het onderzoek eindelijk start.

"Het ergste is dat je je ook nog moet verdedigen in je omgeving. Want mensen vragen geregeld waarom het nou zo lang duurt tot de politie een onderzoek begint. Snappen dat niet. Zal het dan niet meevallen, hoor je ze denken", zegt Eva. "Mijn vertrouwen in de instanties is zo geschaad."

Extra rechercheurs ingezet

De Politie Midden-Nederland betreurt dat de aangifte van Eva net als die van veel andere slachtoffers nog altijd niet is behandeld. De regio kampt met het hoogste aantal zedenzaken dat op de plank ligt. Volgens de politie gaat het om 233 aangiften die na een half jaar nog niet zijn onderzocht. Om de stapel te doen slinken worden in Midden-Nederland nu tijdelijk 24 rechercheurs toegevoegd aan de huidige bezetting.

De politie zegt landelijk hard te werken aan het inlopen van de achterstanden. Zo springen er rechercheurs van andere afdelingen bij, maar ook medewerkers van de Koninklijke Marechaussee en vrijwilligers.

Opleiding verkort

De opleiding tot zedenrechercheur is onlangs verkort en er zijn drie extra docenten aangesteld bij de Politieacademie om meer mensen te kunnen opleiden.

Van het geld dat beschikbaar kwam na de Motie Klaver zijn inmiddels 35 medewerkers voor zedenzaken aangesteld. Het streven is om met het resterende bedrag de komende jaren meer rechercheurs te kunnen werven en inzetten.

Bekijk ook

Bekijk hier het gesprek in de uitzending terug.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.