"Het is onbegrijpelijk dat ons kind 2 jaar onderwijs wordt afgepakt." De 16-jarige Estée heeft het downsyndroom. Met veel plezier gaat ze naar school, maar daar mag ze nog maar 2 jaar blijven. Op haar 18de moet ze verplicht vertrekken.
Het is een trend die bij veel jongeren met het downsyndroom, en andere zeer moeilijk lerende kinderen, te zien is: ze gaan steeds minder lang naar school. Voordat het passend onderwijs werd ingevoerd, gingen deze kinderen vaak tot hun 20ste naar school. Nu moeten ze in veel regio's met 18 jaar verplicht vertrekken. "Discriminerend en een schending van mensenrechten", vindt onder andere Stichting Downsyndroom. Zij trekken bij de politiek aan de bel.
Lees ook
'Alle beetjes helpen'
"Als je hoort dat je kind het syndroom van Down heeft, stort heel even je wereld in", vertelt Raimond Pötgens, Estées vader. De onzekerheid over haar ontwikkeling weegt, ook nu nog, soms zwaar. "Bij onze andere twee kinderen wisten we dat ze zouden gaan kruipen, lopen en praten. Maar bij Estée is dat nooit vanzelfsprekend geweest. Gaat ze ooit wel lopen en hoe ver zal ze komen met praten? Dat zijn dingen waar we altijd wel zorgen over hebben."
Op dit moment heeft Estée veel moeite met haar spraak. Juist naar school gaan helpt haar daar erg bij. "Ze zal nooit zo goed kunnen spreken als jij en ik, maar alle beetjes helpen", zegt haar vader. "Het is heel erg van belang dat ze zich verstaanbaar kan maken. We willen namelijk niet dat ze haar hele leven afhankelijk van ons blijft."
De regio bepaalt
Of een kind tot 18 of 20 jaar naar school mag, is afhankelijk van de regio waar het in woont. De regionale samenwerkingsverbanden bepalen het beleid. In Zuid-Limburg gaan zeer moeilijk lerende kinderen, als ze geen zicht op een diploma of betaalde baan hebben, vanaf 18 jaar van school. Volgens bestuurder Norbert Bollen is dat een gerechtvaardigde leeftijd. "Het is 2 jaar boven de leerplicht. En het is niet zo dat leerlingen na school niets meer kunnen leren, dat kan bijvoorbeeld ook op een dagbesteding."
Estées vader Raimond ziet dat niet zo. "Op de dagbesteding leert ze misschien praktische dingen, maar daar is geen specifieke aandacht voor taal. Er wordt haar 2 jaar afgepakt waarin ze nog stappen zou kunnen maken."
Teleurstelling
Het is de zoveelste teleurstelling voor de familie als het gaat om Estée en haar schoolloopbaan. Ze begon pas later op de basisschool, omdat ze op haar vierde nog niet zindelijk was. Ook wilden haar ouders haar eigenlijk een jaar langer op de basisschool houden, maar dat mocht niet. "En nu moet ze dus ook eerder stoppen", verzucht Raimond.
Hij vindt dat kinderen op het speciaal onderwijs juist meer tijd zouden moeten krijgen, en niet minder. "Ze leren gewoon veel langzamer. De ontwikkelingen gaan trager."
Ongelijkheid tussen regio's
Op de school van Estée, de Catharinaschool voor Voortgezet Speciaal Onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerende Kinderen in Heerlen, moeten ze zich ook aanpassen aan de verkorte schooltijd. Er is minder tijd voor rekenen en taal, want de leerlingen moeten met praktische vakken voorbereid worden op werk of een dagbesteding. Toch ziet directeur Fernand Perrée dat langer naar school gaan voor een deel van de kinderen echt zin heeft. "Bij sommigen zie je op een bepaalde leeftijd dat het er niet meer inzit, maar anderen hebben echt nog veel zin om door te leren. Daardoor kunnen ze zich later beter redden."
Het grootste probleem vindt Perrée de ongelijkheid tussen het beleid van de verschillende samenwerkingsverbanden. In Zuid-Limburg is de leeftijd teruggebracht naar 18 jaar, maar dat is niet overal zo. "Maar het mag niet zo zijn dat een leerling in Kerkrade korter naar school kan dan een leerling in Rotterdam", vindt de schooldirecteur.
Budget of het belang van de jongere?
Stichting Downsyndroom kaart het beleid aan bij de politiek. Lisa Westerveld, Tweede Kamerlid voor GroenLinks, heeft duidelijke vragen bij het beleid van de regio's. "Ik vind het nogal wat als onderwijsbestuurders voor jongeren gaan bepalen of ze nog naar school mogen of niet. Juist voor mensen voor wie kansen zich te ontwikkelen minder vanzelfsprekend zijn, moeten de deuren van onderwijsinstellingen zo lang mogelijk open blijven. Blijkbaar is het budget voor passend onderwijs hier leidend en niet het belang van de jongere."
Het belang van de jongere is niet leidend
De familie Pötgens hoopt dat Estée genoeg kan leren om later niet afhankelijk van haar ouders te hoeven zijn. "Een keer, als Estée daar klaar voor is, hopen we dat ze een zelfstandig leven kan leiden", vertelt vader Raimond. Om zich daarop voor te bereiden, loopt ze nu stage. Dat deed ze onder andere op een zorgboerderij, maar dat vond ze niets: "Daar lag allemaal poep." Toch weet Estée precies wat ze wel wil worden: kapster.
Dit artikel is onderdeel van een vierdelige reportageserie over de verkorte schoolperiode voor kinderen met het syndroom van Down, of andere zeer moeilijk lerende kinderen. Beluister hieronder de laatste twee reportages:
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.