radio LIVE
meer NPO start

Een betere verdediging en meer innovatie: dit zijn de komende jaren de grootste uitdagingen voor de NAVO

Een betere verdediging en meer innovatie: dit zijn de komende jaren de grootste uitdagingen voor de NAVO
Defensie oefent, samen met onderdelen van de NAVO, met drones
Bron: ANP

Het is vandaag 500 dagen geleden dat Rusland Oekraïne binnenviel. Komende week is in Litouwen een belangrijke NAVO-top. Het bondgenootschap lijkt door de oorlog hechter dan ooit, maar hoe blijft de militaire alliantie op de langere termijn overeind?

Dinsdag en woensdag komen de staatshoofden en regeringsleiders van de 31 NAVO-landen samen in de Litouwse hoofdstad Vilnius voor de jaarlijkse NAVO-top. Ook de Oekraïense president Volodymyr Zelensky schuift aan.

'Gevoel urgentie gegroeid'

"De top zal voornamelijk in het teken staan van 500 dagen invasie in Oekraïne", verwacht David van Weel, een van de plaatsvervangers van NAVO-baas Jens Stoltenberg. "Het is verschrikkelijk dat we nu te maken hebben met een gewapend conflict in het midden van Europa."

De Russische agressie heeft landen goed wakkergeschud. "Na de eerdere inname van de Krim en nu de volledige invasie van Oekraïne, is het gevoel van urgentie dat de NAVO over voldoende troepen moet beschikken om geloofwaardig te kunnen afschrikken wel erg gegroeid", ziet hij.

David van Weel tijdens een persconferentie
Bron: NAVO
David van Weel tijdens een persconferentie
info

Wie is David van Weel?

David van Weel is oud-militair en werkte op het ministerie van Defensie. Later stapte hij over naar het ministerie van Algemene Zaken. Daar adviseerde hij jarenlang premier Mark Rutte op het gebied van buitenlandse zaken en defensie. 3 jaar geleden ging hij aan de slag als een van de plaatsvervangers van secretaris-generaal Jens Stoltenberg van de NAVO.

'Hersendood'

Een paar jaar geleden noemde de Franse president Emmanuel Macron de NAVO nog 'hersendood' en de toenmalige Amerikaanse president Donald Trump dreigde zelfs uit het militaire bondgenootschap te stappen. Maar inmiddels is de westerse alliantie weer springlevend.

"Het noopt ons tot herziening van onze collectieve verdediging", zegt Van Weel over de aanval op Oekraïne. "Dat betekent dat we meer moeten doen. Ook aan de oostgrens om het eigen grondgebied te verdedigen, maar nog beter om af te schrikken tegen Rusland."

'Nog niet genoeg'

Dat is volgens hem ook gebeurd na 24 februari 2022, de dag van de Russische invasie: "We hebben nu langs de oostgrens 40.000 troepen onder NAVO-commando. Ook vliegen we daar met meer vliegtuigen rond en hebben we meer schepen op zee."

Maar het is nog niet genoeg, benadrukt de plaatsvervangend secretaris-generaal. "We hebben nu plannen gemaakt om onze aanwezigheid blijvend op een hoger niveau te brengen. En daar is ook meer geld en zijn meer troepen voor nodig."

Bekijk ook

Innovatie en technologie

Toch zit een betere paraatheid niet alleen in meer manschappen, legt van Weel uit. "Op het oog lijkt het een klassieke oorlog", zegt hij over de situatie in Oekraïne. "Maar als je inzoomt, zie je dat innovatie en technologie ook een hele grote rol spelen in de weerstand die Oekraïne kan bieden tegen een numeriek veel groter Rusland."

De inzet van drones en moderne technieken als kunstmatige intelligentie hebben een belangrijke invloed op de manier van oorlogsvoering, zien ze bij de NAVO. "Dat zijn allemaal dingen die in de afgelopen jaren tot wasdom zijn gekomen, die zeker nog niet in de doctrine zaten, maar wel een verschil maken", zegt Van Weel.

Nieuwe civiele technieken

Innovatie is dan ook een van de uitdagingen waar het militaire bondgenootschap nu voor staat. Komende week wordt op de NAVO-top daarom een innovatiefonds aangekondigd. "We hopen in de toekomst nog sneller de innovatieve technologieën in te zetten voor onze verdediging", vertelt hij.

Volgens hem is het extra geld nodig om 'beter aangesloten te kunnen zijn bij die innovatieve wereld'. Het innovatiefonds moet het bondgenootschap helpen om te kijken hoe nieuwe civiele technieken ook militair toegepast kunnen worden.

Bekijk ook

2 procentsnorm

Steeds meer NAVO-landen halen de zogenoemde '2 procentsnorm', waarin afgesproken is dat minimaal 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp) aan defensie moet worden uitgegeven. "Er komt meer geld beschikbaar en dat moet ook", vindt Van Weel. "Want wij vinden dat onze gereedheid omhoog moet."

"Tegelijk moeten we dat op een innovatieve manier doen om onze technologische voorsprong te behouden", voegt hij eraan toe. "Omdat dat mensenlevens spaart en het ons de bovenhand geeft tegen bijvoorbeeld Rusland." Want dat is volgens hem de les uit de aanval op Oekraïne: "Dat we meer moeten doen aan onze collectieve verdediging."

Bekijk hier het interview met David van Weel, plaatsvervangend secretaris-generaal van de NAVO

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

'Overgebleven' stroom van trams en metro's ergens anders gebruiken om elektriciteitsnet te ontlasten? 'Deel van oplossing'

'Overgebleven' stroom van trams en metro's ergens anders gebruiken om elektriciteitsnet te ontlasten? 'Deel van oplossing'
Een metro-toestel van vervoersbedrijf RET
Bron: ANP

Om het overvolle stroomnetwerk te ontlasten, wordt gezocht naar creatieve oplossingen. Minister Sophie Hermans en staatssecretaris Chris Jansen sluiten vandaag een 'netcongestiedeal' met de ov-sector om netcongestie tegen te gaan.

Elektrische auto's, zonnepanelen, warmtepompen: ons stroomnetwerk is overvol. Netcongestie wordt dat genoemd.

File op het net

"We kunnen spreken van file op het elektriciteitsnet", zegt energieanalist Sanne de Boer van de Rabobank. "Vergelijk het met de de snelweg. Als iedereen tegelijk wil invoegen, dan kan dat niet."

"Hetzelfde gebeurt op het stroomnet. De afgelopen jaren heeft iedereen meer elektriciteit verbruikt, en vaker op hetzelfde moment. Dat past niet."

Deal met de ov-sector

Om deze zogenoemde netcongestie te bestrijden, is de komende 15 jaar een investering van 195 miljard euro nodig, volgens het Rijk. In de tussentijd wordt er gezocht naar creatieve oplossingen.

Minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei en staatssecretaris Chris Jansen van Openbaar Vervoer en Milieu sluiten daarom vandaag een 'netcongestiedeal' met de openbaar vervoerssector. Het idee is dat het openbaar vervoer gaat helpen om de druk op het elektriciteitsnet te verminderen.

Bekijk ook

Efficiënter gebruikmaken van infrastructuur

"Op deze manier kunnen we efficiënter gebruikmaken van de infrastructuur die er al is", legt De Boer uit. "Openbare vervoersbedrijven maken gebruik van hun eigen elektriciteitsnetten. Op sommige momenten zijn die kabels hard nodig, bijvoorbeeld in de ochtend- en avondspits", legt ze uit.

"Maar wanneer er minder openbaar vervoer rijdt, kunnen de kabels gebruikt worden om auto's of elektrische bussen op te laden. Hier hoef je dus geen extra kabels voor in de grond te leggen."

Idee op een bierviltje

Het Rotterdamse ov-bedrijf RET is al volop bezig met duurzaam gebruik van energie. "Naast het delen van ons stroomnet, hebben we nu ook een batterij in de buurt van de Erasmusbrug geplaatst", vertelt technicus Leo Vliegenthart van de RET.

"5 jaar geleden heb ik het idee op een bierviltje geschreven. Het woord 'netcongestie' bestond toen nog niet eens."

Bekijk ook

Batterij die werkt als powerbank

"Op het moment dat er een tram voorbij rijdt, en die remt, dan levert die tram energie terug aan de batterij. De batterij wordt op deze manier continu opgeladen en werkt kostenefficiënt", legt Vliegenthart uit. "De batterij fungeert als powerbank."

De opgeslagen stroom kan weer gebruikt worden om andere voertuigen op te laden. "Op deze manier proberen wij de 'file' op het stroomnet te omzeilen en dragen wij 20 tot 25 procent bij aan de laadsector van Rotterdam."

Alleen geschikt voor kleine hoeveelheden

Maar ondanks de voordelen van zo'n batterij blijft energieanalist De Boer sceptisch. "Batterijen zijn zeker functioneel", zegt ze. "Maar ze nemen ook veel ruimte in."

"Bovendien zijn batterijen alleen geschikt om kleine hoeveelheden energie voor korte tijd op te slaan", vervolgt ze. "Helaas kunnen we de overtollige zonnestroom van de zomer niet bewaren tot aan de winter."

Bekijk ook

Klein deel van de oplossing

Volgens De Boer is het getekende convenant tussen het Rijk en de ov-sector niet de hele oplossing voor netcongestie. "We moeten niet verwachten dat we hierdoor uit de problemen zijn. Het is ook nodig om de netten te verzwaren, maar dit kost veel tijd en geld."

"Slimmer gebruikmaken van de infrastructuur die we hebben, is een 'no-brainer'. Maar het blijft een klein deel van de oplossing."

'Overgebleven' stroom van trams en metro's ergens anders gebruiken om elektriciteitsnet te ontlasten? 'Deel van oplossing'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom het zo uitzonderlijk is dat Marjolein Faber als minister weigert handtekening te zetten voor koninklijke onderscheiding

Waarom het zo uitzonderlijk is dat Marjolein Faber als minister weigert handtekening te zetten voor koninklijke onderscheiding
Ter illustratie: een koninklijke onderscheiding
Bron: ANP

Asielminister Faber wil geen handtekening zetten onder koninklijke onderscheidingen voor vijf oud-COA-medewerkers, werd gisteren bekend. Kan dat zomaar? Historicus Kemal Rijken zet de feiten over onderscheidingen voor ons op een rij.

Rijken noemt het 'zeer uitzonderlijk' dat de minister de voordracht voor een koninklijke onderscheiding niet wil ondertekenen. "We hebben dit in de parlementaire geschiedenis in de laatste 80 jaar niet gezien." Hij beantwoordt vier vragen over wat er komt kijken bij het krijgen van een koninklijke onderscheiding en deze situatie.

1. Hoe gaat het toekennen van onderscheidingen in zijn werk?

Voordat de minister een handtekening moet zetten, is daar al een heel proces aan voorafgegaan, weet Rijken. "Een voorbeeld: iemand heeft 40 jaar lang vrijwillig voor de tennisvereniging gewerkt en de mensen op de tennisvereniging vinden dat deze persoon een lintje verdient. Dan gaan die mensen in eerste instantie brieven schrijven over die persoon", vertelt de historicus.

"Die aanbevelingsbrieven worden gestuurd naar de desbetreffende gemeente waar die persoon woont, en die worden allemaal gecontroleerd." Vervolgens maakt de burgemeester de beslissing of iemand in aanmerking komt. "Dan tekent de Commissaris van de Koning en daarna de Kanselarij der Nederlandse Orden." Die beheert de registers van onderscheiden personen en regelt de lintjes.

"En daarna pas gaat het naar het ministerie en de bewindspersoon. Die tekent dan ook. In de meeste gevallen. Vervolgens zet de koning nog zijn handtekening." Nadat de koning de onderscheiding heeft getekend, kan het lintje door de burgemeester worden uitgereikt.

info

Premier Schoof en minister Uitermark willen tekenen voor lintjes vrijwilligers

Maandagmiddag werd bekend dat premier Dick Schoof en minister Judith Uitermark van Binnenlandse Zaken wel bereid zijn om te tekenen voor de lintjes die de vijf vrijwilligers in de vluchtelingensector zouden krijgen.

2. Waarom is hier een minister voor nodig?

"In principe is de minister altijd verantwoordelijk en dat heeft te maken met de ministeriële verantwoordelijkheid", vertelt Rijken.

Hij legt uit: "De koning is niet verantwoordelijk voor zijn inhoudelijke daden. Dat zijn de ministers volgens de Grondwet. In dit geval, als de koning tekent, dan betekent dat dat er een minister of een staatssecretaris ook al moet hebben getekend."

"Dus als de koning uiteindelijk een handtekening moet zetten op de koninklijke onderscheiding dan moet dat gedekt zijn, zoals dat heet, door een minister of een staatssecretaris. En daarom is die handtekening nodig."

3. Waarom is het zo uitzonderlijk dat minister Faber weigert?

"De minister mag het doen, maar het is wel uitzonderlijk", vertelt Rijken. "Wat de minister in principe heeft gedaan, is een pure politieke daad. Gewoon om een frame neer te zetten: 'Ik ben tegen deze medewerkers en ik ben tegen asielzoekers en het is mijn beleid niet.'" Ze zet het weigeren dus in om te communiceren waar ze tegen is, volgens de historicus.

En dat is nog niet eerder op deze manier gebeurd, weet Rijken. "Er zijn geen gevallen bekend waarbij de minister zo nadrukkelijk naar buiten trad en zei: 'Ik teken niet omdat het niet mijn politiek is.' En dat komt ook omdat de lintjes zijn staatsonderscheidingen neutraal zijn."

"Die worden gegeven aan mensen die zich meestal decennia lang, vaak vrijwillig, hebben ingezet voor andere mensen. Het is in Nederland dus zo dat de regering en politici niet bepalen wie wel of geen lintje krijgt. Het komt vanuit de samenleving. En dat gegeven wordt dan beloond namens de Staat", legt Rijken uit. "Een koninklijke onderscheiding is dus neutraal en is daardoor ook geen politieke beslissing."

Bekijk ook

4. Wat betekent het volgens jou dat Faber weigert?

Hierdoor kan een precedent ontstaan, vertelt Rijken. "Het risico dat je nu krijgt, is dat er in de toekomst kabinetten zullen zijn en ministers zullen zijn die zeggen: 'Dit is in het verleden zo gegaan met mevrouw Faber, en deze persoon bevalt mij niet, dus ik ga daarvoor liggen en ik teken niet.' Dat kan nooit de bedoeling zijn van een neutrale staatsonderscheiding, die de koninklijke onderscheidingen toch zijn."

Betekent het dat deze mensen hun lintje niet krijgen? "Nee", zegt Rijken. "Het is namelijk zo dat een andere bewindspersonen ook kan tekenen. Dat zal gewoon ook gebeuren en deze vijf mensen krijgen gewoon een lintje."

Waarom het zo uitzonderlijk is dat Marjolein Faber als minister weigert handtekening te zetten voor koninklijke onderscheiding

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant