DNA onderzoek in moordzaak vaak laatste hoop

Het DNA verwantschapsonderzoek in de zaak Nicky Verstappen is gestart. Nicky was 11 jaar toen hij in de zomer van 1998 ‘s nachts verdween op een jeugdkamp in Zuid-Limburg. De volgende dag werd hij dood gevonden en de dader werd nooit gepakt. Eerder dit jaar heeft Justitie besloten om een DNA verwantschapsonderzoek te doen. Het is de laatste strohalm van de opsporingsautoriteiten om de zaak tot een goed einde te brengen.

Ruim 15000 mannen worden benaderd om vrijwillig wangslijm af te staan. Hoop is dat op deze wijze familieleden van de dader in beeld komen. Dan kan justitie de zoektocht gerichter inzetten.  

Grootschalig DNA onderzoek is pas toegestaan sinds april 2012. Toen maakte de wetgever dit soort onderzoek mogelijk na aanhoudende druk in de zaak Marianne Vaatstra. Het Friese meisje van 16 werd dood aangetroffen in een weiland en bleek verkracht en vermoord. Aanvankelijk wezen dorpsgenoten naar het asielzoekerscentrum in de buurt. Maar het onderzoeksteam raakte er meer en meer van overtuigd dat de dader uit de lokale gemeenschap zelf afkomstig was. 

Als het dan in 2012 bij wet is toegestaan, benadert justitie 8000 mannen in de Friese gemeenschap. Het was de eerste keer dat zo’n massaal DNA onderzoek werd uitgevoerd. De hele wereld keek mee en de uitkomst was sensationeel. Nog voordat het onderzoek was afgerond werd dader Jasper S. al gearresteerd. Het bleek een boer uit de omgeving. Hij was ook opgeroepen en had meegedaan, omdat hij inzag dat hij toch tegen de lamp zou lopen. Hij leverde een 100% DNA match.

In Eenvandaag kijken we terug op deze roemruchte DNA zaak. Betrokkenen bij justitie, politie, Nederlands Forensisch Instituut en de advocaat van moordenaar Jasper S. geven aan wat de belangrijkste momenten waren. Wat is cruciaal voor het slagen van een dergelijk onderzoek? En vooral, welke lessen zijn geleerd voor latere grootschalige verwantschapsonderzoeken?