Het is de grootste razzia die op één locatie werd gehouden, een vergeten oorlogsmisdaad die nauwelijks bekend is. 75 jaar geleden werden bij de regenjassenfabriek Hollandia-Kattenburg 367 Joodse werknemers en hun families opgepakt. Van de 367 gedeporteerde Joden kwamen er 8 terug uit de vernietigingskampen. Hans Kattenburg, de zoon van de directeur, en de 19-jarige werknemer Bob van den Berg overleefden samen, in het hol van de leeuw, in Duitsland. In november 2015 ontmoeten hun dochters elkaar bij de herdenking van de razzia.

De kleindochter van de Hollandia directeur , Monica Kattenburg en de dochter van de magazijnbediende, Carolien van den Berg, ontmoetten elkaar bij de herdenking in 2015. Hun levens blijken via hun Joodse vaders nauw met elkaar verweven. Hans Kattenburg en Bob van den Berg  ontsnapten beiden aan de razzia. Eerst doken ze onder in Het Gooi, maar daar werd het te gevaarlijk. Met valse persoonsbewijzen, als niet-Joden, meldden beide vaders zich vrijwillig voor de Arbeitseinsatz aan en werden tewerkgesteld in Duitsland. 

Twee vaders die een razzia overleven en zich uiteindelijk als Jood melden voor de Arbeitseinsatz in Duitsland; is je vader dan fout geweest in de oorlog?

Monica heeft nooit nare reacties gekregen dat haar vader “verkeerd” zou zijn geweest in de oorlog. “Ik zie het als een speling van het lot. Iedereen probeerde er het beste uit te komen” aldus Monica. Aan Carolien is wel vaak gevraagd of haar vader ”fout“ was. “Mijn vader was gewaarschuwd voor de gevaarlijke situatie door de gevluchte Duitse Joden die in het pension in van zijn moeder verbleven. Als streetwise jongetje met veel lef kwam hij met een briljant , maar gevaarlijk plan om te ontsnappen. Hij wilde overleven.“

Uit een rijdende trein gesprongen

Caroline’s vader, Bob van den Berg, werkte op de voorraadafdeling van Hollandia Kattenburg en werd opgepakt tijdens de razzia. Hij was toen 19 jaar. Op transport naar Westerbork wist hij ter hoogte van Nunspeet uit de rijdende trein te springen waarna hij in Laren is ondergedoken .

Bob vertelt in de jaren '80 over zijn vlucht

In het boek ‘Buitenspel’ doet Bob Wolf van den Berg in 1993 verslag van zijn belevenissen tussen 1940 en 1945: “Ik zit bij het raam. Ik probeer steeds uit te vissen wat die SS-ers in die coupés achter ons doen. Als ik mijn hoofd uit het raam steek gaan ze schreeuwen. Het valt me op dat de trein af en toe wat vaart mindert bij spoorwegovergangen en wissels. Dan neem ik doodsbang het besluit om uit de trein te springen. Ik wacht tot de trein weer wat vaart mindert. Ik steek een been uit het raam en hang zo half buiten de trein. Als ik met veel moeite het andere been bijtrek, pakt Siegfried Parser mij bij de arm: “Niet doen, het wordt je dood!” Het is duidelijk dat er op dat moment geen tijd is voor een goed gesprek. Ik trek mijn andere been bij. Ik hoor de moffen schreeuwen. Ik zet me af en spring! Aan de kant van de tweede rails kom ik met mijn kop op die rails terecht. Ik voel bloed op mijn voorhoofd. Ik hoor hoe de trein tot stilstand komt, onder enorm geschreeuw en piepende remmen. Ik begin te rennen, te rennen en nog eens te rennen. Weg van die rails, weg! Ik heb geen idee waar ik zit. Dan, pas veel later, realiseer ik mij dat de trein is doorgereden. Zonder mij!”

Vrijwillig melden voor de Arbeitseinsatz

In Laren kwam hij in contact met Monica’s vader, Hans Kattenburg , directeur van Hollandia, die er sinds de razzia ondergedoken zat.  Kattenburg wist zich vrij te kopen en verstopte zich tijdens de razzia in de stoffenkelder. Toen het in Het Gooi te gevaarlijk werd, smeedden ze begin 1943 het stoutmoedige plan zich vrijwillig aan te melden voor de Arbeitseinsatz, de gedwongen tewerkstelling in Duitsland. 

Voetballen met de SS

Ze meldden zich bij het bureau met valse identiteitspapieren en als niet-Joden. Ze kwamen te werken bij machinefabriek Wafios in Gönningen, ten zuiden van Karlsruhe. Daarna kwamen beide mannen nog in Baden Baden terecht, waar ze in een hotel en reisbureau gingen werken waar ze voor veel Duitse officieren en zakenlieden werkten.  Bob speelde ook mee in het plaatselijke voetbalteam tegen het team van de SS. Tot het einde van de oorlog woonden en werkten beide vaders in Duitsland. Ze merkten weinig van de oorlog en ze leidden ze een betrekkelijk veilig  en plezierig bestaan. De jonge Bob ging menig avondje stappen, naar het zwembad, het casino of de film. In het hol van de leeuw wisten ze te overleven. 

‘Hij had zo verraden kunnen worden’

Monica beschikt na de dood van haar vader over brieven die hij vanuit Duitsland naar zijn verloofde Greetje in Nederland schreef. Bob van den Berg schreef in 1993 het boekje “Buitenspel” over zijn belevenissen tijdens de oorlog. Beide dochters leggen de informatie naast elkaar. Het verhaal van hun beide vaders kan nu duidelijk worden gereconstrueerd.  

Monica: “Uit brieven die mijn vader naar mijn niet-Joodse moeder schreef, blijkt dat hij zich zorgen maakte over het roekeloze gedrag van de veel jongere, loslippige Bob van den Berg. Die flirtte er op los. Mijn vader was bang dat hij daarmee veel te veel risico liep.” Carolien ontdekte door de brieven van Kattenburg dat haar vader met brutaliteit en charme de tijd in Duitsland doorbracht. Carolien: “Mijn vader gedroeg zich schandalig ten opzichte van die meisjes..en dat met zijn besneden piemel.. Hij had zo verraden kunnen worden. Maar hij was een jongen van 19.” 

Geen onplezierige tijd in Duitsland

Ook voor Monica Kattenburg werden onbeantwoorde vragen duidelijk. Zij las in het boek ‘Buitenspel’ hoe haar vader was gered uit de handen van de Duitsers. Voor beide vrouwen was het een vreemde gewaarwording dat hun vaders in Duitsland  in oorlogstijd in het geheel geen onplezierige tijd hebben gehad. Zij wisten in het hol van de leeuw in veiligheid en vrijheid te overleven, zonder veel van de oorlog te merken. De plaatselijke bevolking was erg aardig voor hen. Na de oorlog hebben zij ook nooit last gehad van anti-Duitse sentimenten. Carolien: "Maar mijn  vader kampte wel met vreselijke schuldgevoelens. Hij ging in Duitsland uit met vriendinnetjes, bezocht de bioscoop, het casino en concerten, terwijl zijn moeder en broer Jo werden opgepakt in Nederland en naar concentratiekampen werden afgevoerd en omgekomen zijn. Als we naar de oorlog vroegen, zei hij altijd: 'Ik heb niets meegemaakt’.”

Monica heeft nooit nare reacties gekregen dat haar vader “verkeerd” zou zijn geweest in de oorlog. “ Ik zie het als een speling van het lot. Iedereen probeerde er het beste uit te komen,” aldus Monica. Aan Carolien is wel vaak gevraagd of haar vader ”fout“ was. “Mijn vader was gewaarschuwd voor de gevaarlijke situatie door de gevluchte Duitse Joden die in het pension in van zijn moeder verbleven. Als streetwise jongetje met veel lef kwam hij met een briljant , maar gevaarlijk plan om te ontsnappen. Hij wilde overleven.“

Verbijsterende familiegeschiedenis

Elk jaar wordt de razzia herdacht. De Amsterdamse actrice Carolien van den Berg woonde pas in 2015 voor het eerst de kranslegging bij. De oorlogsgeschiedenis van haar familie hield haar nooit echt bezig. En haar Joodse vader, Bob van den Berg, sprak er niet over. Toen ze in 2013 van de stichting Sjoa plotseling 4000 euro op haar rekening kreeg gestort, vanwege de niet afgehaalde polis van haar in Sobibor vermoorde oom Jo, dook zij in de geschiedenis. Ze las het boekje ‘Buitenspel’ dat haar vader aan het einde van zijn leven had geschreven.

Dit vormde de basis voor haar  solovoorstelling ‘Wie de f*** is oom Jo?’ In deze voorstelling, die op 17 en 18 november nogmaals wordt uitgevoerd, neemt Carolien  de toeschouwer mee op haar zoektocht naar de waarheid achter het bijzondere overlevingsverhaal van haar vader in de Tweede Wereldoorlog. Ze duikt  de archieven in en als een detective legt ze haar familiegeschiedenis bloot. Stap voor stap wordt duidelijk wat er met haar vader, oom Jo en oma is gebeurd.

Na de oorlog

Monica Kattenburg is geboren in 1948 en woonde vanaf 1968 in Brazilië. Zij heeft met haar vader nooit gesproken hoe hij zich voelde toen hij na de oorlog de draad weer oppakte en weer ging werken in Hollandia waar bijna alle Joodse werknemers waren omgekomen. “Dat leek geen beladen thema voor hem te zijn. Hij reisde na de oorlog gewoon naar Duitsland. In zijn brieven maakte hij ook melding dat hij zoveel goede Duitsers ontmoet had. Misschien heeft die ervaring zijn leed verzacht.”

Toen Bob na de oorlog naar zijn ouderlijk huis aan de Waalstraat in Amsterdam ging, lag het huisraad bij de buren. Zijn moeder bleek op 24 september 1943 te zijn vergast, zijn broer Jo werd op 31 oktober 1943 in Sobibor ‘auf der Flucht erschossen’. Hij bleef niet in Nederland, maar ging na de oorlog in Duitsland wonen. Hans Kattenburg heeft na de oorlog de draad weer opgepakt. Hij ging weer aan het werk bij Hollandia, werken aan de wederopbouw. Na de oorlog hadden de vaders van Carolien en Monica geen contact meer met elkaar.

Tegenwoordig staat er op het IJ-plein ter nagedachtenis een monument bij de voormalige fabriek in Amsterdam Noord. Op 10 november vindt de jaarlijkse herdenking plaats. 

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.