Jarenlang werd Edwin de Roy van Zuydewijn weggezet als een fantast. Niemand wilde geloven dat het de koninklijke familie was die achter de DKDB-onderzoeken zat, zoals De Roy van Zuydewijn keer op keer stelde. Maar een maand geleden moest premier Mark Rutte schoorvoetend toegeven dat het toch Prins Bernhard was die 'om een onderzoek had verzocht'.
Edwin de Roy van Zuydewijn heeft al die tijd gelijk gehad. De Rijksvoorlichtingsdienst wilde tien jaar geleden nog niet met de naam van Bernhard naar buiten komen, omdat hij toen nog leefde, zo gaf Rutte aan. Het waren D66, GroenLinks en de SP die van de minister-president excuses eisten, en een bemiddelingspoging om deze zaak eindelijk voor eens en altijd op te lossen.
Maar Rutte weigerde excuses en zag een gesprek met De Roy van Zuydewijn al helemaal niet zitten. Op de suggestie van mijn collegaverslaggever Marc Belinfante of 'het de premier niet een groot staatsman zou maken om het conflict tussen de Oranjes en Edwin de Roy van Zuydewijn op te lossen', zei Rutte tot tweemaal toe: 'Ik begrijp u vraag niet', om vervolgens weg te lopen.
De deksel was heel even van de spreekwoordelijke doofpot, zo leek het, maar ging er na het Kamerdebat van 4 december weer meteen op. Maar Edwin de Roy van Zuydewijn is zeer strijdvaardig, en keer op keer komen nieuwe feiten naar buiten of komen oude uitspraken in een nieuw daglicht te staan. Ik volg Edwin de Roy van Zuydewijn al meer dan tien jaar, en soms duizelt het mij door de vele rapporten, nieuwsberichten, brieven en de vele, vele details.
Gisteren publiceerde The Post Online delen van de zogenoemde Trix-tapes, een gesprek dat Prinses Margarita, de ex-vrouw van De Roy van Zuydewijn, heimelijk opnam met haar tante, Koningin Beatrix, op 19 januari 2002. Een onderdeel daarvan viel me -nu ik het na jaren opnieuw onder ogen kreeg- ineens op. Beatrix zegt hierin:
'Waarom zouden we je afluisteren? (...) Er moet een juridische grond zijn en ik moet toestemming van de minister krijgen.'
Dat laatste is een opmerkelijke en zeer politieke opmerking. Eigenlijk staat hier: het staatshoofd kan blijkbaar -mits toestemming wordt gegeven door een minister- iedereen afluisteren. En dat kan absoluut niet. Het was ook het Kabinet der Koningin dat achter het BVD-onderzoek (een ander onderzoek dan het DKDB-onderzoek) naar Edwin de Roy van Zuydewijn zat. Premier Balkenende wees Felix Rhodius, destijds de directeur van het Kabinet der Koningin, in maart 2003 aan als opdrachtgever. Het onderzoek vond buiten de ministeriële verantwoordelijkheid plaats.
De hamvraag is en blijft: is er nou sprake geweest van machtsmisbruik? Kan het staatshoofd -met of zonder toestemming- mensen laten afluisteren? Of onderzoek laten doen? Is een 'suggestie' van een lid van het Koninklijk Huis tot onderzoek niet hetzelfde als 'een opdracht', omdat je een suggestie van een lid van het Koninklijk Huis nou eenmaal niet weigert? Dat heet invloed. Een machtspositie staat vast en is te controleren, maar bij invloed -iets wat zich veel meer onder de radar afspeelt- is dat veel ingewikkelder.
De politiek is opnieuw aan zet om, opnieuw deze vragen op tafel te leggen. Zouden D66, GroenLinks en de SP Rutte opnieuw naar de Tweede Kamer roepen om tekst en uitleg te vragen? Want nog lang niet alle vragen zijn beantwoord. En uit de grond van mijn hart: het wordt tijd dat de zaak Edwin de Roy van Zuydewijn voor eens en altijd opgelost wordt!
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.