Spieren trainen met je eigen lichaamsgewicht, freestyle turnen of een klimrek voor volwassenen: het zijn zomaar wat namen voor de opkomende sport 'calisthenics'. In 2012 werd in ons land het eerste calisthenicspark neergezet, nu zijn het er al 189. "Calisthenics is al lang geen hype meer."
"Als je niet beter weet, zie je vooral klimrekken." Vincent Verhoef is voorzitter van de Nederlandse Calisthenicsbond en vertelt over zijn sport. "De rekken zijn alleen hoger dan wat je op het schoolplein ziet. Calisthenics is eigenlijk een soort turnen, maar dan buiten. Je sport met enkel je eigen lichaamsgewicht."
De sport heeft zich in korte tijd verspreid over de hele wereld. "Het kwam overwaaien uit Oost-Europa en de VS. Sinds een paar jaar is het ook hier in Nederland aangekomen. Vaak komen jongeren met het initiatief om een park te laten installeren."
Goed voor de buurt
Toch zijn jongeren niet de enigen die bezig zijn met calisthenics. Christine Weijs en Jan-Jaap Karsten waren op zoek naar een buurtinitiatief voor in hun buurt in Utrecht. Zelf hadden ze nog nooit van de sport gehoord, maar leden van hun trimclubje kwamen met calisthenics. "Ze moesten wel veel moeite doen om uit te leggen en te beschrijven wat het was en wat je er mee kon, maar uiteindelijk werden we vanzelf enthousiast."
Nu staat 'hun' calisthenicsparkje bij de Oosterspoorbaan en wordt er druk gebruik van gemaakt. "Buurtkinderen spelen er, studenten en volwassen buurtbewoners trainen er. Er komt van alles op af", vertelt Karsten. Zo is het een plek geworden waar de buurt samenkomt. Via een groepsapp worden trainingsavonden gepland. Als die niet bezig zijn, wordt er altijd wel door anderen getraind. "Je ziet doorlopend mensen in het park. Dat is echt verrassend", zegt Weijs.
Social media doet sporten
Nathan van Dompseler was de eerste trainer die in Nederland groepslessen calisthencis gaf. Social media had volgens hem een grote rol in de opkomst van de sport. "De eerste filmpjes die moves en tricks lieten zien, kwamen uit de Verenigde Staten. In arme wijken waar mensen geen geld hadden voor de sportschool gingen ze op straat trainen. Niet met halters, maar door zich op te drukken of trucs aan de rekstok te doen."
Het internet deed de rest. In Rusland en andere Oostbloklanden werd de sport opgepikt en nu staat Dompseler in een nieuwbouwwijk in Putten. "Je doet calisthenics tekort als je het een sport uit de ghetto noemt. Inmiddels zijn er veel van dit soort parkjes in allerlei wijken bijgekomen en wordt de sport beoefend door heel veel mensen. Dat zijn vooral mensen die het prettig vinden om buiten te sporten."
Sporten zonder vereniging
André de Jeu, directeur van Vereniging Sport en Gemeenten, ziet die ontwikkeling ook. Hij helpt gemeenten onder meer met het beweegvriendelijk maken van de openbare ruimte. "65 procent van de Nederlanders doet aan sport, maar tweederde van hen doet dit zonder lid te zijn van een vereniging."
Voor de grote groep buitensporters is een openbaar calisthenicspark dan ook een uitkomst. De sport is de term 'hype' daarmee al lang voorbij, zegt De Jeu. "Het is een beweging die nu erg aan de oppervlakte komt. Het is meer een ontwikkeling dan een hype."
Overlast beperken
Dat is goed te merken aan de parken die op steeds meer plekken worden neergezet. Naast de vele voordelen, zorgen sportklasjes en bootcampers wel voor extra druk op de openbare ruimte en overlast voor andere gebruikers van het park. In Utrecht stelden de zeven grootste clubs die in de parken sporten een verbond op om overlast te beperken. Zo voorkomen ze vertoningen als bij deze bootcampclub:
Volgens Vincent Verhoef, voorzitter van de Nederlandse Calisthenicsbond, zorgt zijn sport juist voor méér leefbaarheid in de openbare ruimte. "Calisthenics is een hele sociale sport. Jong en oud, beginners en topsporters, iedereen traint tegelijk. Mensen helpen elkaar met tips en aanwijzingen. Hangjongeren die eerst doelloos rondhingen, hangen nu aan calisthenics-apparaten."
Op zoek naar een calisthenicsparkje in de buurt?
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.