radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Britse kinderarts-onderzoeker blijft na ophef benadrukken over medische genderzorg aan kinderen: 'Wees voorzichtig met puberteitsremmers'

Britse kinderarts-onderzoeker blijft na ophef benadrukken over medische genderzorg aan kinderen: 'Wees voorzichtig met puberteitsremmers'
De Britse kinderarts Hilary Cass
Bron: EenVandaag

De Britse kinderarts Hilary Cass deed 4 jaar onderzoek naar medische genderzorg aan minderjarigen. Haar rapport leidde tot veel ophef in Engeland én hier. Ze geeft namelijk indirect kritiek op de Nederlandse aanpak met puberteitsremmers.

We spraken Cass vorige maand op de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ze was daar voor een conferentie over genderzorg aan minderjarigen. De gepensioneerde kinderarts is expert op dat gebied: ze was voorzitter van de Britse vereniging voor kindergeneeskunde en werkte 4 jaar als hoofdonderzoeker aan een rapport dat beschrijft hoe deze zorg beter kan. De conclusie: 'Meer focus op het kind en minder op gender.'

Medisch ingrijpen altijd nodig?

De bevindingen slaan vooral op de situatie in Engelse genderklinieken en veroorzaakten daar veel ophef. Na het verschijnen van het rapport kon Cass zelfs een tijdje niet met het openbaar vervoer reizen omdat ze bedreigd werd. Activisten die opkomen voor de rechten van trans personen zien het rapport als transfoob.

Dat komt omdat de studie zeer kritisch is op de medische genderzorg aan minderjarigen. Cass erkent dat er trans kinderen zijn voor wie dit pad een goede behandeling is, maar medisch ingrijpen is volgens haar niet voor alle kinderen met gevoelens van genderdysforie de beste behandeling.

Bekijk ook

'Heel zorgvuldig kijken'

Cass blijft hameren op wat er volgens haar primair op het spel staat: goede zorg aan kwetsbare kinderen. "Als je er niet helemaal bijhoort en je maakt niet makkelijk contact met leeftijdgenoten en je merkt dat je valt op hetzelfde geslacht, je zit op autistische spectrum en je vindt het als geboren meisje heel lastig en naar om ongesteld te worden, dan vertellen sociale media je al snel dat je trans bent", legt ze uit.

"En sommige van deze kinderen zijn trans en voor hen is de medische behandeling goed", benadrukt de onderzoeker. "Maar we moeten heel zorgvuldig kijken voor wie dat geldt en voor wie niet."

Britse kinderarts-onderzoeker over medische genderzorg aan kinderen: 'Wees voorzichtig met puberteitsremmers'

Puberteitsremmers geven

Een van de grote thema's in haar onderzoek is het voorschrijven van puberteitsremmers aan minderjarigen. Die zijn bedoeld voor kinderen die moeite hebben met hun geboortegeslacht en daardoor geestelijk en soms ook lichamelijk lijden. Het stilzetten van de puberteit zou deze kinderen lucht bieden en ruimte om te denken.

Hun lichaam verandert dan niet in de richting van het ongewenste geslacht en zo kan een geboren meisje alvast proberen om door het leven te gaan als een jongen, of andersom. Na een tijdje kunnen de kinderen die trans blijken te zijn verder gaan met de transitie en kinderen die niet trans blijken te zijn simpelweg stoppen met de puberteitsremmers.

Langetermijneffecten

Opvallend is dat verreweg de meeste kinderen uiteindelijk ervoor kiezen om door te gaan: ze leven dan al een tijd als persoon van het andere geslacht en hun hele sociale omgeving gaat inmiddels uit van de nieuwe situatie.

Cass concludeert in haar rapport alleen dat er nog veel te weinig bekend is over de langetermijneffecten van deze behandeling, zowel op de lichamelijke als de geestelijke of psychoseksuele ontwikkeling van kinderen. Eerder vroegen onderzoekers van de Radboud Universiteit in Nijmegen ook al aandacht voor dit probleem.

Bekijk ook

Gestopt in Engeland

Aan het idee dat puberteitsremmers een neutrale pauzeknop zijn wordt dan ook steeds breder getwijfeld. Naar aanleiding van het rapport van Cass worden in Engeland alleen nog puberteitsremmers voorgeschreven als de behandeling gekoppeld is aan wetenschappelijk onderzoek.

Want als je niet goed genoeg weet of de behandeling op de langere termijn misschien ongewenste effecten heeft, dan kun je beter zo voorzichtig mogelijk zijn, is de conclusie van de Britse gezondheidsdienst NHS.

Alternatieven voor 'pauzeknop'

Cass ziet alternatieven voor puberteitsremmers, bijvoorbeeld voor tienermeisjes met gevoelens van genderdysforie. Die groep is al jaren oververtegenwoordigd binnen de groep minderjarigen met genderproblemen. De gepensioneerde kinderarts stelt voor dat dokters de pil kunnen voorschrijven aan deze meisjes, zodat alleen de menstruatie stopt.

De psychoseksuele ontwikkeling en het groeien van de borsten gaat dan nog wel verder, maar meisjes kunnen volgens haar begeleid worden in hoe hiermee om te gaan door hen te leren hoe ze hun borsten op een veilige manier plat kunnen maken door middel van een band om hun bovenlichaam.

Bekijk ook

Amsterdam UMC gaat door

In Nederland worden nog wel puberteitsremmers voorgeschreven aan minderjarigen met genderdysforie. In elk geval het Amsterdam UMC wil niet dat er een koppeling met wetenschappelijk onderzoek komt. Het ziekenhuis noemt het 'onethisch' om - als voorwaarde voor behandeling - van kinderen te vragen 'deel te nemen' aan wetenschappelijk onderzoek.

Hoewel het genderteam het niet eens zegt te zijn met Cass' conclusie dat bestaand onderzoek onvoldoende bewijs toont voor het gebruik van puberteitsremmers, vindt ook de Amsterdamse kliniek dat er 'meer onderzoek moet komen naar de lange termijn effecten van puberteitsremmers'.

'Rapport is niet transfoob'

De gepensioneerde kinderarts is vanwege haar rapport transfoob genoemd door vertegenwoordigers van emancipatiebeweging van trans personen. Hoe ziet zij die kritiek? "Dat het rapport transfoob zou zijn is om woedend van te worden. Dat is het namelijk niet."

Sterker nog, vervolgt ze: "Het is voor trans kinderen een heel groot probleem dat er lange wachtlijsten zijn voor medische zorg. De minderjarigen die ook geholpen zouden zijn met niet-medische zorg maken die wachtlijsten onterecht nog langer dan ze al zijn."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom de behandeling van de Voorjaarsnota een van de belangrijkste financiële momenten van het jaar is

Waarom de behandeling van de Voorjaarsnota een van de belangrijkste financiële momenten van het jaar is
Folkert Idsinga (NSC) en Nicolien van Vroonhoven (NSC) komen aan bij het ministerie van Financiën, waar de coalitiepartijen beginnen aan de onderhandelingen over de Voorjaarsnota
Bron: ANP

Al sinds het aantreden van kabinet-Schoof kijkt politiek Den Haag met angst en beven uit naar de onderhandelingen over de Voorjaarsnota. Maar wat is deze nota precies en waarom is die zo belangrijk? "Na Prinsjesdag het belangrijkste financiële moment."

Het ministerie van Financiën is vanaf vandaag weer even het middelpunt van politiek Den Haag. Minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) en de fractievoorzitters van coalitiepartijen VVD, PVV, NSC en BBB proberen het daar de komende dagen eens te worden over de Voorjaarsnota.

Begroting van het lopende jaar

De Voorjaarsnota is het document waarin de begroting van het lopende jaar wordt aangepast. Dit gebeurt altijd in het voorjaar. Verder is de Nota ook het document waarin vooruit wordt gekeken naar toekomstige begrotingen.

Dit is elk jaar een spannend moment, maar dit jaar wordt er gesproken over miljarden euro's aan opgespaarde problemen.

Bekijk ook

Politieke 'wenslijstjes'

Daarbovenop komen ook nog de politieke 'wensenlijstjes' - van lagere huren tot extra geld voor gemeenten - die samen tot miljarden én miljarden euro's extra optellen.

En omdat het onderlinge wantrouwen in de coalitie groot is, gonst het in de Haagse wandelgangen daarom al maanden dat het kabinet wel eens hierom zou kunnen vallen.

Pittige gesprekken

"Het worden wel pittige gesprekken, verwacht ik", geeft minister Heinen toe tegenover EenVandaag. "De wensen zijn natuurlijk hoog, maar ik heb nog geen dekking gezien. En daar zit natuurlijk altijd de moeilijkheid in: hoe ga je het betalen?"

"Ik snap heel goed de wens voor extra uitgaven, maar matig want we krijgen het niet altijd uitgegeven en de inflatie is hoog, dat moeten we niet aanwakkeren", zegt de minister van Financiën.

Bekijk ook

'Lopen we op schema?'

"Het is na Prinsjesdag het belangrijkste financiële moment van het jaar," benadrukt Wimar Bolhuis over de Voorjaarsnota. Bolhuis is gespecialiseerd in overheidsfinanciën en als econoom verbonden aan de Universiteit Leiden.

"We hebben met Prinsjesdag een begroting voor 2025 gemaakt. Bij de Voorjaarsnota wordt gekeken: hoe gaat het eigenlijk met de uitgaven en de inkomsten? Loopt dat op schema?"

Alvast vooruitblikken

Een tussentijdse check van het huishoudboekje van de overheid dus, gecoördineerd door de minister van Financiën. Maar volgens econoom Bolhuis is het meer dan dat alleen.

"Het is ook belangrijk omdat je alvast met elkaar vaststelt welke uitgaven je wilt doen in de begroting voor de komende jaren. Dat is belangrijk. Wil je meer uitgeven aan bepaalde onderwerpen? Moet je de komende jaren problemen oplossen?"

Bekijk ook

Begrotingsregels

Al die wensen zijn gebonden aan speciale spelregels, zegt Bolhuis. "De begrotingsregels stellen bijvoorbeeld dat je niet zomaar extra uitgaven mag doen als minister. Daar moet goedkeuring voor zijn. En als je dat wil doen, zou je bijvoorbeeld extra moeten bezuinigen."

Een andere regel waar alle partijen zich aan moeten houden: "Daarnaast is er de regel dat als je meevallers hebt op je begroting, dat je die niet zomaar opnieuw mag uitgeven. Die moeten terug naar het ministerie van Financiën. Zo komt er weer ruimte voor andere ministeries om geld uit te geven."

Politieke wensen

En extra geld willen alle coalitiepartijen maar al te graag uitgeven. Zo gek is dat volgens Bolhuis niet, want zo halverwege het jaar ontstaan er allemaal nieuwe politieke wensen. Denk aan extra geld om de energierekening naar beneden te brengen, de huren en benzineprijzen te verlagen of de kinderopvang goedkoper te maken.

Maar ook de situatie in Oekraïne en de opstelling van de Amerikaanse president Donald Trump dwingen tot extra investeringen in defensie.

Bekijk ook

Nog meer geld nodig

Daarnaast heeft het kabinet ook nog geld nodig om de BTW op cultuur, media en sport te verlagen. Er is verder ook geld nodig om het stroomnet te verzwaren, de problemen met de vermogensbelasting zijn nog altijd niet opgelost, en er is ook extra geld nodig om de WIA-uitkeringen te compenseren.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over extra geld voor de stikstofproblemen en om de jeugdzorg in gemeenten te verbeteren.

Bekijk ook

Staatsschuld

PVV en BBB zien de oplossing voor deze problemen in de lage staatsschuld die Nederland heeft. Daardoor zouden we makkelijk miljarden euro's kunnen lenen om al die wensen te betalen. "Nederland heeft een relatief lage staatsschuld, ongeveer 45 procent van het bruto binnenlands product. Dat is internationaal gezien laag," erkent Bolhuis.

De vraag is alleen of het verstandig is de staatsschuld op te laten lopen. "Je zou deze kunnen laten oplopen, maar de belangrijkste vraag is natuurlijk wat ga je met dat geleende geld doen? Ga je met dat geld dan investeringen doen die zich ook terugbetalen?"

Nieuwe planning

De conclusie volgens Bolhuis? "Het is een schaarstediscussie. Je moet kiezen. Dus dat wordt voor het kabinet wel een lastige keuze. Want er zijn gewoon vier partijen met verschillende belangen," zegt Bolhuis.

"Maar uiteindelijk is het de minister van Financiën en de minister-president om een keuze te maken en de nieuwe plannen voor 1 juni naar de Tweede Kamer te sturen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Groot deel asielzoekers die eigenlijk naar ander EU-land moeten om procedure af te wachten, doen dat niet

Groot deel asielzoekers die eigenlijk naar ander EU-land moeten om procedure af te wachten, doen dat niet
Bord van de IND, beeld ter illustratie
Bron: ANP

Slechts één op de vijf asielzoekers in Nederland die volgens de regels naar een ander EU-land moeten terugkeren, wordt daadwerkelijk overgedragen. Dat blijkt uit cijfers die EenVandaag heeft opgevraagd bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

In 2023 werden 11.440 zogenoemde overdrachtsverzoeken ingediend. Maar slechts 2.420 asielzoekers vertrokken daadwerkelijk naar het land waar ze hun procedure zouden moeten afwachten. Voor 2024 ligt het aantal verzoeken op 8.820, waarvan er tot nu toe maar 1.550 zijn gehonoreerd. Volgens de IND kunnen overdrachten door lange procedures meer dan een jaar duren.

Grote verschillen tussen EU-landen

De bereidheid van EU-landen om asielzoekers terug te nemen, verschilt sterk. Duitsland accepteert bijna de helft van de verzoeken, terwijl Italië vrijwel nooit reageert. In de afgelopen 3 jaar is er geen enkele asielzoeker vanuit Nederland naar Italië teruggestuurd, ondanks ruim 4.000 verzoeken.

Griekenland en Hongarije krijgen vanuit Nederland zelfs helemaal geen verzoeken meer. Deze landen weigeren structureel om asielzoekers terug te nemen, waardoor het aantal succesvolle overdrachten al 5 jaar op nul staat.

Bekijk ook

Nederlandse rechters blokkeren soms overdrachten

Soms voorkomen Nederlandse rechters dat een asielzoeker wordt teruggestuurd. In de afgelopen 2,5 jaar gebeurde dat bijvoorbeeld twee keer bij overdrachten naar België. Dit omdat asielzoekers daar een 'onmenselijke behandeling' te wachten zou staan.

De meeste asielzoekers die volgens de zogeheten Dublinverordening naar een ander EU-land zouden moeten vertrekken, verdwijnen uit het zicht van de autoriteiten. Ze worden als 'met onbekende bestemming vertrokken' geregistreerd, waardoor overdracht niet meer mogelijk is.

Bekijk ook

Veel asielzoekers verdwijnen in de illegaliteit

Volgens migratiedeskundige aan de Universiteit Leiden Mark Klaassen, die ook lid is van de Adviesraad Migratie, is het voor het kabinet geen prioriteit om deze groep te volgen of te dwingen te vertrekken. "Daar is nu geen effectief beleid voor", zegt hij.

"De overheid zou beter haar best moeten doen om mensen in een opvangvoorziening te houden."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant