Bouwen, bouwen, bouwen, dat is het veelgehoorde plan om uit de wooncrisis te komen. Maar bouwen we wel de goede huizen om de wooncrisis op te lossen? Experts zijn kritisch: "Te weinig aandacht voor de behoeftes van jongeren en ouderen."
"Veel huizen worden niet efficiënt bewoond", zegt hoogleraar woningmarkt aan de TU Delft Marja Elsinga. Maar hoe komt dit? "We hebben steeds meer oudere mensen. En door de sluiting van de verzorgingstehuizen blijven die ouderen steeds langer in hun huis wonen. Om dit probleem op te lossen hebben we behoefte aan nieuwe woonvormen."
Geen doorstroom
Veel ouderen blijven dus lang in hun relatief groot huis wonen en dat belemmert de doorstroom op de woningmarkt. Elsinga vervolgt: "Er is een gat tussen thuis en verzorgingstehuis en daar wordt nu te weinig op ingespeeld. Het zou heel slim zijn om strategisch mooie voorzieningen te bouwen voor ouderen waar zorg en gezelschap geleverd wordt, zodat ze die oude ruime woning achter kunnen laten. Dat is echt de sleutel voor de oplossing van het probleem."
Op dit moment worden er veel - relatief ruime - eengezinswoningen gebouwd, terwijl het gros van de huishoudens maar uit één of twee personen bestaat. Elsinga zegt dat we mede hierdoor creatiever moeten zijn: "Ik denk dat niet in alle behoeften wordt voorzien. Nu worden nog veel dure woningen gebouwd, want daar zit de marge op, maar er wordt te weinig aandacht besteed aan de behoeftes van jongeren en ouderen."
Bekijk ook
Nieuwe woonconcepten
"Ook architecten zien dat er behoefte is aan nieuwe woonvormen", zegt Stepanie Zeulevoet van BUUR[N], een samenwerkingsverband van drie architectenbureaus die de bouwwereld willen opschudden. "Wij hebben een woonconcept ontwikkeld waar jong, oud, gezinnen en alleenstaanden allemaal een plek krijgen."
BUUR[N] benadrukt met hun concept een flexibele woonvorm en bouwt zonder winstoogmerk. Bewoners huren van de stichting en zijn zo voor langere tijd verzekerd van een stabiele huur. Maar verder is er juist aandacht voor flexibiliteit, zegt Zeulevoet. "We ontwerpen eigenlijk allemaal modules die je aan elkaar kan koppelen en daardoor kan je de woning zo groot of zo klein maken als je wil. Je kan dus heel goed een woning maken die past bij je inkomen, maar ook bij de woonvraag die je hebt."
Gedeelde logeerkamer
De samenwerkende architectenbureaus richten zich verder ook op coöperatief wonen. De huizen zijn voorzien van veel gemeenschappelijke ruimtes, wat volgens Zeulevoet een voordelig effect heeft op de huurprijzen. "Ons idee is dat de woningen vrij compact zijn om ze betaalbaar te houden en door bepaalde ruimtes met elkaar te delen."
Als voorbeeld geeft ze de logeerkamer. "Heel veel mensen hebben gewoon een kamer leeg staan waar misschien nog een wasrek in staat, maar heel vaak ook niemand is. En als je je voorstelt dat iedereen in een gebouw zo'n kamer heeft, dan is het natuurlijk veel zinvoller om dat allemaal te clusteren en met elkaar een logeerkamer te delen. Dat is veel efficiënter en maakt ook het totaal veel betaalbaarder."
Bekijk ook
'Boete op mooie oplossing'
Hoogleraar Elsinga juicht dit soort nieuwe coöperatieve woonvormen toe. "Ouderen of jongeren die coöperatief gaan wonen en voorzieningen delen, dat zijn heel belangrijke oplossingen. Maar wetgeving en regels zit deze nieuwe woonvormen vaak nog in de weg."
Bijvoorbeeld regels rond de huurtoeslag, zegt ze. "Er is alleen toeslag voor zelfstandige wooneenheden, met een eigen voordeur, keuken en badkamer. Niet voor mensen die bepaalde voorzieningen delen." Elsinga concludeert: "Er zit een boete op een hele mooie oplossing, namelijk het delen van bepaalde voorziening in de woning. Het Rijk moet regie nemen om dit op te lossen."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.