1 miljoen extra woningen zijn er nodig in Nederland om het woningtekort op te lossen. Grote vraag is waar die gebouwd moeten worden. Groen buitengebied lijkt de beste optie, daar is ruimte. Fout, zegt deze architect. Je moet juist in de stad bouwen.
Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken zet in op 75.000 extra woningen per jaar. In 2030 zouden er dan 1 miljoen extra woningen moeten zijn. Architect en onderzoeker Reimar von Meding ziet vooral kansen binnen onze steden. "In 10 jaar zouden dat 480.000 tot 700.000 nieuwe woningen kunnen zijn."
Opsplitsen van woningen
De architect ziet talloze mogelijkheden voor bouwen in bestaande steden en woonwijken. Hij ziet dat de vraag naar woningen daar hoog is. Bouwen in 'het groen' is daardoor niet op grote schaal nodig volgens hem. "Dan kun je zeggen: 'Bouwen doen we buiten de stad.' Maar als blijkt dat je de ruimte in de stad hebt, ben je toch gek als je er geen gebruik van maakt?"
Hij denkt vooral aan het opsplitsen van woningen in oude wijken die op de lijst voor renovatie staan. "Oude portiekwoningen zijn bijvoorbeeld ruim en hebben van twee kanten licht. Twee grote woningen kun je ombouwen tot drie, misschien zelfs vier woningen." Von Meding ziet op die manier mogelijkheden voor starters, maar ook voor gezinnen en ouderen. "Hoekwoningen met een zijtuintje zijn om te bouwen tot een eengezinswoning én een kleinere woning voor een oudere."
Lees ook
Kleinere woningen
Ombouwen levert volgens Von Meding vooral meer kleinere woningen op. Zijn we wel bereid om die ruimte in te leveren? Hij denkt van wel. "Wie in de stad wil wonen, neemt genoegen met minder ruimte. Dat hoort bij de stad."
De vraag naar woningen is ook veranderd doordat de samenstelling van huishoudens is veranderd, ziet de architect. "Het gezin vormt nog maar een kwart van de totale huishoudens. Er is steeds meer vraag naar appartementen door de groei van eenpersoonshuishoudens en starters."
Woonwensen
Hoogleraar woningmarkt Peter Boelhouwer zet vraagtekens bij het plan van Von Meding: "Als je naar de woonwensen kijkt, dan zie je dat er ook juist behoefte is aan ruimte. Ook ouderen verhuizen niet zo snel van een eengezinswoning naar een appartement. Ze willen de ruimte houden voor als de (klein)kinderen komen en een tuin of een groot balkon is ook een groot goed."
Boelhouwer zit in onderzoeken naar woonbehoefte niet terug dat er een grote vraag is naar (kleine) appartementen. "Aansluitend bij die woonwens zien we dat de oude woningen juist niet worden opgesplitst, maar worden samengevoegd tot een grotere woning."
Bouwen in het groen
Volgens Boelhouwer ontkom je niet aan bouwen in het groen. "70 procent zou in de stad kunnen, maar je blijft ook nieuwe locaties nodig hebben", zegt hij.
Von Meding denkt dat bouwen in de stad een stuk sneller gaat: "Onze ervaring is dat bouwen in een weiland door allerlei procedures en partijen die moeten instemmen juist veel langer duurt dan bijbouwen in bestaande bouw. Daarnaast heb je in de stad al de voorzieningen en infrastructuur. Die moet in een nieuw gebied nog helemaal opgetuigd worden."
Ongebruikte plekken
Om tempo te maken met bouwen zou ingezet moeten worden op beide: zowel bouwen in de stad als in het groen. Vooral dat laatste stuit geregeld op weerstand. Onterecht, vindt Boelhouwer. "Bouwen in het groen betekent niet bouwen in de natuur. Nederland kent veel weilanden waar de natuurwaarde gering is. Je kunt daar hele mooie combinaties maken van wonen en natuur en groen."
Waar de twee het wel over eens zijn is dat er meer regie vanuit het Rijk zou moeten komen, zodat het bouwen niet aan de markt zelf wordt overgelaten. "We missen de coördinatie vanuit de overheid. Er moet nu gebouwd worden. Laten we beide paden bewandelen, zowel bouwen in de stad en in het groen om snel woningen te bouwen en eindelijk de woningmarkt vlot te trekken", zegt Boelhouwer.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.