Criminelen hebben vrij spel in Amsterdam. De autoriteiten krijgen er geen grip op, staat in een rapport over georganiseerde criminaliteit in de hoofdstad. De kritiek is niet nieuw: meer dan 20 jaar geleden werd ook al de noodklok geluid.
Amsterdam is een 'brandpunt' van georganiseerde criminaliteit in Nederland, zo constateerden Cyrille Finaut en Frank Bovenkerk al in 1996. Hun bevindingen schreven zij in een rapport voor de Parlementaire Enquêtecommissie Opsporingsmethoden, ook wel de Commissie-Van Traa.
Criminelen vrij spel
De onderzoekers brachten voor de onderzoekscommissie de georganiseerde misdaad in beeld. En vooral over Amsterdam was het oordeel hard. "Gespierd gezegd was de conclusie dat zo'n 16 of 17 criminele groepen in de binnenstad meer te zeggen hadden dan het stadsbestuur", vertelt een van de onderzoekers, voormalig hoogleraar criminologie Cyrille Fijnaut.
"Zij hadden sterke posities in de drugshandel, infrastructuur, onroerend goed, prostitutie, mensenhandel en meer. En het stadsbestuur had niet de middelen en mensen om op te treden. Daardoor kon de situatie uit de hand lopen."
Maatregelen en de wet Bibob
Het rapport schudde veel betrokkenen wakker. Er kwam een project om criminaliteit op de Wallen aan te pakken, misbruik van gemeentelijke vergunningen werd tegengegaan en uiteindelijk leidde het rapport van de Commissie-Van Traa tot de wet Bibob, die het misbruik van vergunningen en subsidies door de onderwereld moest tegengaan.
Toch verscheen er ruim tien jaar geleden opnieuw een rapport met kritiek. Opnieuw ging het om de vermenging van de onderwereld en de bovenwereld in het centrum van Amsterdam en het gebrek aan zicht op criminele praktijken. En ook deze keer werden maatregelen aangekondigd en een plan van aanpak gemaakt.
Lees ook
Slagkracht en daadkracht
Dat nu weer de noodklok geluid wordt, verbaast Fijnaut niet. Het project dat circa tien jaar geleden werd opgezet miste volgens hem de slagkracht en daadkracht om het probleem op te lossen. Vooral omdat de handschoen niet eensgezind werd opgepakt.
"Je hebt alle partijen nodig. De gemeente, politie, OM en Belastingdienst moeten het samen doen", zegt hij. "Anders ben je nergens."
Samenwerken, ook over de gemeentegrenzen
Op de vraag hoe het nu dan wel moet, zegt Fijnaut dat het belangrijk is om niet in het wilde weg beleid te ontwikkelen en vooral te kijken naar samenwerking. "Men zal naar meer daadkracht moeten door de bundeling van krachten bij politie, justitie, bestuur en de Belastingdienst. Dat is de enige manier om hier greep op te krijgen."
En daarbij moet er volgens Fijnaut verder gekeken worden dan gemeentegrenzen. "We missen toch wel een beetje een taskforce die echt van Maastricht tot in Amsterdam kan doorgrijpen op de problemen. We zijn te verdeeld, het is te tijdelijk, te kleinschalig. En dat is niet het goede antwoord op dit vraagstuk."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.