Een ambulance tjokvol medicijnen, verbandmateriaal, naalden en hechtdraden is onderweg naar Oekraïne. Ambulancebroeders Martin en Jelle overhandigen het voertuig daar aan Oekraïense collega's die voor ziekenhuizen middenin het oorlogsgebied werken.
"Ik ben sinds mijn achttiende niet meer op een demonstratie geweest", vertelt de inmiddels 56-jarige ambulancebroeder Martin de Jong. "Maar afgelopen week stond ik toch op de Dam, om te demonstreren tegen de oorlog in Oekraïne. Ik vind de situatie daar zo naar en verschrikkelijk. En toen dacht ik: kan ik nog meer doen om te helpen?"
Voor de tweede keer binnen een week naar Oekraïne
En dat kon zeker: momenteel is Martin voor de tweede keer binnen een week met een ambulance onderweg naar de Oekraïense grens. "Via via hoorde ik van Artsenhulp voor Oekraïne, een stichting die medicijnen en medische hulpmiddelen inzamelt. Zij hebben direct contact met artsen in de zwaar bevochten gebieden in Oekraïne."
Elke week stuurt Artsenhulp voor Oekraïne dringend benodigde spullen naar het oorlogsgebied. "Bij mijn eerste rit afgelopen weekend heb ik bijvoorbeeld een gewonde oudere dame opgehaald", vertelt Martin. "Ze was tijdens het vluchten met haar auto over de kop geslagen en samen met haar man gestrand. Ze had ernstige botbreuken en kon niet verder."
Bekijk ook
Oude ambulance
Na amper 2 dagen in Nederland is Martin nu opnieuw onderweg, samen met collega-ambulancebroeder Jelle. "Ik had aan mijn baas gevraagd of ik een keer spullen naar Oekraïne mocht brengen met een wat verouderde ambulance die op de parkeerplaats staat te verstoffen. Mijn idee was dat we dan op de terugweg misschien iemand mee terug zouden kunnen nemen die gewond was geraakt."
Maar de directeur van het ambulancebedrijf had een beter voorstel: "'Neem die ambulance maar mee en geef hem aan een ziekenhuis daar. Zij hebben hem harder nodig dan wij', zei hij."
Ambulance deze week al in oorlogsgebied
En dat is precies wat Martin nu doet: "Gelukkig hoefde ik niet al het papierwerk te organiseren, dat heeft Artsenhulp voor Oekraïne allemaal geregeld. Ik ga 'gewoon' rijden en weet dat de ambulance nog deze week meegaat naar een ziekenhuis in het oorlogsgebied. Daar kunnen ze de wagen direct inzetten om ernstig gewonden te helpen."
Stichting Artsenhulp voor Oekraïne heeft dagelijks contact met collega's die in oorlogsgebied werken. "Ik denk dat mensen zich niet voor kunnen stellen hoe bloederig en heftig het er daar aan toegaat", zegt voorzitter Irina Schend, die zelf huisarts is in Haarlem.
Geen verbandmateriaal aanwezig
"Mensen bloeden dood omdat er geen materiaal is om bloedingen te stelpen, geen hechtdraad, geen naalden, niks. Er is werkelijk van alles nodig: materiaal om schotwonden te behandelen of verwondingen door bombardementen", vertelt Schend.
"We bellen en mailen rechtstreeks met artsen in zes ziekenhuizen. Er wordt constant besteld, en wij kijken wie het hardst spullen nodig heeft. Vervolgens gaat alles een keer per week naar een opslag, die in een relatief veilig gebied ligt in het midden van Oekraïne. De artsen komen dan met een bus vanuit hun ziekenhuis om de spullen te halen.
Bekijk ook
Vijver aan donaties droogt op
Tot nu toe kreeg Artsenhulp voor Oekraïne veel donaties van Nederlandse artsen, apothekers en ziekenhuizen. "Maar die vijver droogt langzaamaan een beetje op", vertelt Schend. "We doen daarom nu aan fondsenwerving, zodat we straks zelf kunnen inkopen."
Het hardst nodig zijn verband- en hechtmateriaal, bloedstelpend materiaal tegen arteriële bloedingen, bloedstollingsmiddelen, naalden en antibiotica. Schend: "Die basismaterialen kunnen levens redden. Oekraïne is geen rijk land. De oorlog begon heel abrupt, terwijl ze niet veel medische hulpmiddelen en medicijnen op voorraad hadden."
Bureaucratisch moeras aan de Oekraïense grens
Bij de Oekraïense grens strandden ambulancebroeders Martin en Jelle woensdag in een bureaucratisch moeras. "We werden eerst overspoeld door de bureaucratie aan de Poolse kant", vertelt Martin. "Van het ene loket naar het andere, bij de Elfstedentocht moet je met minder stempeltjes tevreden zijn."
Toen ze eindelijk de grens over mochten bleken de mannen nóg een essentiële stempel te missen: "Ik werd zo boos van verdriet. Dus om één stempeltje laat je ons het land niet in, riep ik. 'Wij hebben een ambulance bij ons zodat er levens gered kunnen worden en jij houdt ons tegen om één stempeltje? Achterin hebben we bergen medicijnen en medische hulpmiddelen om jouw volk te helpen en je laat ons het land niet in om één stempeltje?'"
'Huilend als een kind'
De Oekraïense grenssoldaat leek zich toen ook te realiseren hoe raar de situatie was en liep met Martin mee naar het kantoortje waar het laatste stempeltje gehaald moest worden.
"Onderweg vroeg ik hem of hij ook familieleden had verloren in de oorlog en opeens liep ik naast een stoere soldaat met een Kalashnikov op zijn rug die stond te huilen als een klein kind. Ik sloeg mijn arm om zijn schouder want beiden begrepen we niks van deze oorlog."
Terug naar Nederland zonder eigen vervoer
De gedoneerde ambulance is inmiddels onderweg naar het Oekraïense oorlogsgebied. Voor Martin en Jelle zit de opdracht erop. Alleen moeten de ambulancebroeder nog terug naar Nederland zien te komen, zonder eigen vervoer.
Met trein en bus via Warschau en Berlijn zullen ze uiteindelijk waarschijnlijk vrijdag weer terug zijn in Nederland. En volgende week rijden de mannen weer gewoon op de ambulance in Leiden en omstreken.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.