Een groeiende groep burgers stapt naar de rechter om een gezonde leefomgeving of natuurbehoud af te dwingen. Ze komen zo rechtstreeks tegenover de staat te staan. "Diegenen die het doen, zien het als laatste redmiddel."
Milieurechtonderzoeker Edwin Alblas van de Wageningen Universiteit ziet 'een stijgende lijn' in het aantal burgers dat de overheid voor de rechter daagt vanwege het milieu. "Ze hebben de potentie om het land op de kop te zetten. En soms gebeurt dat ook", zegt hij.
Winst burgers geeft hoop
"Burgers winnen dit soort zaken vaker dan vroeger", ziet Alblas, die al al jaren onderzoek doet naar natuurorganisaties en burgers die naar de rechter stappen voor hun leefomgeving. Bekende voorbeelden: de Urgenda-zaak of de stikstofrechtszaken van Johan Vollenbroek.
Kleinere zaken zijn er ook, zoals die van Piet Catsburg, die al jaren stankoverlast heeft van omliggende veehouders. Als ander voorbeeld haalt de onderzoeker de zaak aan van omwonenden van een lelieveld waar met pesticiden werd gespoten. Zij wilden het sproeien stoppen. "In eerste aanleg werd die gewonnen."
Bekijk ook
Inspraak 'vaak teleurstellend'
Die laatste organisatie werd daarna door anderen benaderd met de vraag of zij niet iets soortgelijks konden doen. "Zeker als een zaak gewonnen wordt, geeft dat anderen hoop."
Maar naar de rechter stappen kan niet zomaar. Je moet eerst bezwaar aantekenen tegen plannen en in Nederland zijn veel inspraakmogelijkheden. In de praktijk zijn mensen vaak teleurgesteld: burgers zien op informatieavonden dat er met hun input weinig tot niets gebeurt, zegt de milieurechtdeskundige.
Te laat
"Het is ook een kwestie van er op tijd bij zijn. Soms kon je 5 jaar ervoor al de plannen inzien. Als je al in een inspraakprocedure zit, ben je eigenlijk te laat", weet Alblas. Er zijn dan vaak al dingen op papier vastgelegd en afspraken gemaakt, zegt de onderzoeker.
"Dan weet je al wat het doet voor de economie, iedereen bij de gemeente is al fan. Daar zitten ze er dan vaak niet meer op te wachten."
Europees Verdrag
Dat burgers naar de rechter kunnen vanwege hun leefomgeving kan sinds 2001. Toen werd in Europa ingestemd met het zogenoemde Verdrag van Aarhus. Dit gaf burgers rechten om toegang te krijgen tot milieu-informatie, gaf ze grotere inspraakmogelijkheden en maakte het mogelijk om naar de rechter kunnen stappen. Europa wilde dit 'heel graag', zegt de milieurechtdeskundige.
"Als burgers hierin actief worden, kon de overheid een stapje terug doen." Maar volgens de onderzoeker zijn we inmiddels te afhankelijk geworden van dit soort groepen burgers. "Effectiever is dat de overheid kijkt naar het grote plaatje en hoe we binnen de grenzen blijven van een gezonde leefomgeving."
Advocaat van de Aarde
De nieuwe stichting Advocaat van de Aarde wil burgerinitiatieven juridisch en financieel helpen om via de rechter bescherming van de natuur af te dwingen. Dat doet de stichting om meer slagkracht te hebben tegenover dure adviesbureaus en advocaten van de overheid.
Oprichter is onder andere Frans Vollenbroek, de broer van Johan Vollenbroek van Mobilisation for the Environment. De regering heeft de rechtspraak jarenlang omzeild, zegt Vollenbroek. "De regering heeft geitenpaadjes verzonnen om maar niet aan regels te voldoen. Wij zeggen alleen maar dat de regering zich aan de wet moet houden"
'Alleen juridische weg nog open'
Een klein gedeelte van die burgers zet dan toch de stap naar de rechter, ziet milieurechtdeskundige. Voor zijn onderzoek sprak hij met milieuorganisaties en burgers die dit deden. "Het is heel complex, het duurt lang en het is spannend", zegt hij. Diegenen die het wel doen zien het als laatste redmiddel, zo is zijn conclusie.
"Ze hebben alles al geprobeerd in gesprek met de organisatie en overheid. Eigenlijk stond alleen de weg naar de rechter nog open", vertelt hij. "Niemand vindt het leuk om zo'n rechtszaak te starten of in zo'n negatieve modus te zitten."
'Gewoon, normale mensen'
Het beeld bestaat nu dat natuurorganisaties groot zijn en niets anders doen dan procederen. "Maar vaak zijn het gewoon 3 of 4 vrijwilligers die al met pensioen zijn of ze doen het naast hun baan. Dat zijn gewoon hele normale mensen", schetst hij. "Wat ik vaak zag was wanhoop. Mensen die alles hebben geprobeerd", zegt Alblas.
Hoe voorkom je dit soort rechtszaken? Al is het maar omdat de rechtspraak het er druk mee heeft. "Makkelijkst is natuurlijk als je zorgt dat de natuur in een betere positie komt", zegt Alblas. Burgers moeten eerder betrokken worden, vindt hij verder. "Maar in de basis moet er een overheid zijn die zorgt voor een gezonde leefomgeving."
Overheden in beroep
"Je ziet nu al dat de rechtspraak het niet allemaal aankan en dichtslibt", zegt Alblas. "Je hebt burgers die veel rechtszaken starten en ook winnen en overheden die steeds weer in beroep gaan er tegen".
Er wordt vaak genoeg beweerd dat de rechter op de stoel gaat zitten van de politiek als die een uitspraak doet in een klimaatzaak. Alblas draait dat eerder om. "Je krijgt een situatie waarin heel veel voorgelegd wordt aan de rechter, wat in de Tweede Kamer opgelost moet worden."
Bekijk ook
Rechter als noodzaak
In de Tweede Kamer gaan inmiddels stemmen op om burgers de gang naar de rechter te beperken. "Ik denk niet dat dit de oplossing is". Het zou goed zijn als beide partijen, zowel natuurorganisaties als overheden, kijken of er ook andere routes zijn die ze kunnen bewandelen.
"Je moet kijken hoe de rechter minder noodzaak wordt om iets op te lossen". Alblas denkt aan effectievere participatie van burgers: ervoor zorgen dat de natuur er beter voorstaat en als overheid niet telkens in beroep gaan. "Zeg gewoon: 'Oké, we gaan het oplossen'."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.