Tijdens het Herdenkingsjaar Slavernijverleden, dat begin juli startte met excuses van de koning, gaat het logischerwijs veel over herdenken. Maar aan herdenken heb je niet zoveel, als je niet ook vooruit kijkt. Daar zijn betrokkenen het over eens.
Tijdens het Herdenkingsjaar wordt stilgestaan bij de slavernij in de voormalige Nederlandse koloniën, Suriname en de Caribische eilanden. En de afschaffing ervan in 1863, al moest een groot deel van de tot slaaf gemaakte mensen nog 10 jaar doorwerken.
Dialoog over de toekomst
"Voor veel mensen, voornamelijk nazaten van tot slaaf gemaakten, zijn de excuses van de koning pas het begin. Die hebben zoiets van: en hoe gaan we nu verder, wat gaat er nu gebeuren?" zegt docent Britt-Marie van der Drift, die gespecialiseerd is in het slavernijverleden. Ze geeft daarover les op basisscholen en in het hoger beroepsonderwijs.
Dit jaar staat in Nederland en in het Caribisch gebied de dialoog centraal over de gevolgen van de slavernij en hoe het nu verder moet. "Maar je kunt alleen een dialoog aangaan als je weet waar je het over hebt." Educatie speelt daarin een grote rol, daarvan is Van der Drift overtuigd.
Bekijk ook
Meerdere kanten belichten
Op het gebied van educatie is wat haar betreft nog een wereld te winnen. "Dingen die ik mis zijn bijvoorbeeld meer focus op de Caribische delen van ons koninkrijk, de voormalige koloniën", vertelt ze.
"Dan kunnen we het ook misschien hebben over hoe je het slavernijverleden naar nu trekt, welke sporen nu nog zichtbaar zijn. En de verhalen van het verzet. Dus dat je eigenlijk zorgt dat je meerdere kanten van het verleden behandelt in de klas."
Vakantiebestemming
Historicus Gert Oostindie ziet ook dat er in Nederland weinig kennis is over het slavernijverleden en wat zich heeft afgespeeld in het overzeese deel van het Koninkrijk. Hij houdt zich al tientallen jaren bezig met de koloniale geschiedenis van Nederland, en de invloed daarvan in het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden.
We kennen de eilanden als vakantiebestemming. We kennen het van de verhalen van de mensen met Antilliaanse roots in Nederland, maar eigenlijk weten we veel te weinig van het overzeese deel van het Koninkrijk, zegt hij.
Bekijk ook
Meer interesse
Inmiddels komt daar wel verandering in, ziet hij. "Ik houd me inmiddels 30 jaar bezig met het slavernijverleden, specifiek in Caribisch Nederland."
"Als ik het vergelijk met toen ik begon en nu, durf ik wel te zeggen dat de interesse in het koloniale verleden en hoe dat doorwerkt in het heden is toegenomen."
'Nederland kan zich niet onttrekken'
En dat moet ook wel, zegt Oostindie, want het Caribisch gebied is en blijft onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. "De eilanden willen niet onafhankelijk worden en Nederland kan ze niet tegen hun zin in onafhankelijk maken."
Nederland draagt een verantwoordelijkheid, zegt de historicus: "Er zijn zulke grote verschillen in welvaart, in bestuurlijk vermogen, dat Nederland de eilanden daarin een ondersteunende en bestuurlijke functie houdt. En dan zeg ik, ook met een verwijzing van de koloniale geschiedenis: Nederland kan zich hier niet aan onttrekken."
Bekijk ook
'Kinderen kijken er anders naar'
Inmiddels wonen er ongeveer 200 duizend Antillianen in Nederland. Ook daarom is het volgens docent Britt-Marie van der Drift belangrijk dat het slavernijverleden goed aan bod komt in de klas.
Kinderen hebben volgens haar geen last van het ongemak, dat volwassenen vaak voelen bij deze geschiedenis. "Kinderen hebben er wat minder last van, die gaan meer naar de mens toe en je ziet dat ze dan wat meer nadenken over wat het betekent om vrij te zijn. Dat raakt hen heel erg. Bij hen is het meer verbazing, dat ze denken: wow, wat is er allemaal gebeurd?"
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.