Een nieuw studiejaar staat voor de deur en dus komt er weer een nieuwe lichting internationale studenten naar Nederland. En die groep wordt nog steeds ieder jaar groter. Voor EenVandaag Vraagt polsten wij welke vragen jullie hierover hebben.
Verschillende partijen zijn kritisch op de groeiende instroom aan internationale studenten, onder meer vanwege de grote kamernood en de verdrukking van Nederlandse studenten. Juriaan Beuk is woordvoerder bij Nuffic, de organisatie voor internationalisering in het onderwijs, en kent de kritieken, maar ook de cijfers en argumenten vóór internationalisering in het hoger onderwijs. Hij beantwoordt de vragen.
1. Hoe hoog is het percentage internationale studenten ten opzichte van Nederlandse studenten?
Van het totale aantal studenten in het afgelopen studiejaar was 1 op de 7 een internationale student, vertelt Beuk. Dat komt neer op 15 procent van het totaal. "En dan heb ik het over studenten die een volledige bachelor (hbo of wo) of master volgen - en niet over tijdelijke uitwisselingsstudenten."
De cijfers komen uit het jaarlijkse onderzoek van Nuffic naar de instroom van internationale studenten. Daaruit blijkt ook dat het aantal internationale studenten nog steeds ieder jaar groeit, maar dat die groei wel afvlakt. "Waar er vorig jaar nog een gemiddelde groei was van 12 procent, was die dit jaar 7 procent."
Gekeken naar absolute aantallen wordt duidelijk dat verreweg de meeste internationale studenten psychologie studeren. Maar er was ook een grote toename bij technische studies als bouwkunde en informatica. Als je kijkt naar relatieve aantallen, zie je dat de studie International Business het hoogste aantal internationale studenten kent.
Beuk benadrukt dat de internationalisering twee kanten op werkt: het aantal Nederlanders dat een volledige studie in het buitenland volgt, groeit ook. "Toch zijn die verhoudingen nog niet in balans. Wel wat betreft tijdelijke uitwisselingen en stages, maar niet wat betreft het volgen van volledige studies. De laatste cijfers die we hierover hebben, uit 2019, laten zien dat er toen vijf keer zo veel internationale studenten naar Nederland kwamen als dat er Nederlandse studenten naar het buitenland gingen voor volledige studies."
2. Waarom willen buitenlandse studenten graag hoger onderwijs in Nederland volgen?
Daar zijn verschillende redenen voor, zegt Beuk. "Ten eerste staat Nederland bekend om de goede onderwijskwaliteit. Veel studenten kijken naar internationale rankings. En daar staat Nederland hoog in. Ook speelt mee dat er in Nederland veel Engelstalige opleidingen zijn. Bovendien is het collegegeld goed betaalbaar, zeker in vergelijking met landen als het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten. Tot slot zijn onze opleidingen ook toegankelijk: het overgrote deel heeft geen selectieprocedure."
3. Wie betaalt het hoger onderwijs voor internationale studenten?
Internationale studenten betalen over het algemeen zelf voor hun studies in Nederland, legt Beuk uit. De bedragen verschillen wel op basis van het land van herkomst. "Driekwart van alle internationale studenten is afkomstig uit een land binnen de Europese Economische Ruimte (de EER, die bestaat uit alle EU-landen plus Liechtenstein, Noorwegen en IJsland). Zij betalen het wettelijke collegetarief van momenteel 2.314 euro, net als Nederlandse studenten. Het kwart van buiten de EER, moet een veel hoger instellingstarief betalen."
Nu de basisbeurs weer terugkomt, zullen sommige internationale studenten daar ook aanspraak op kunnen maken. "Maar daar zitten wel bepaalde voorwaarden aan verbonden, bijvoorbeeld dat je naast je studie een flink aantal uur moet werken", vertelt Beuk. Demissionair minister Robbert Dijkgraaf van Onderwijs zei hierover in een commissiedebat op 15 juni: "De basisbeurs gaat internationale studenten zeker niet remmen. Er komen meer mogelijkheden en daar hebben we wel zicht op. Maar het is iets waar we denk ik gewoon eerlijk over moeten zijn."
Of de basisbeurs ook daadwerkelijk leidt tot meer internationale studenten, zal volgens Beuk moeten blijken: "DUO komt naar verwachting in oktober met definitieve inschrijvingsaantallen, dus dan kunnen we daar analyses op loslaten."
EenVandaag Vraagt
In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.
4. En wie verdient eraan?
"Onderwijsinstellingen krijgen van het ministerie van Onderwijs per student een geldbedrag - of die student nu uit Nederland of uit een ander land komt. Het uitgangspunt is dat het bedrag het onderwijs kostendekkend maakt", zegt Beuk. "Het is een misverstand dat daar winst wordt gemaakt."
Wel halen onderwijsinstellingen soms meer inkomsten binnen dan begroot, door actief te werven bij internationale studenten van buiten die EER, die hoge instellingstarieven van in de tienduizend euro's moeten betalen.
Ook zijn internationale studenten, als ze in Nederland blijven na het afstuderen, winstgevend voor de Nederlandse maatschappij: "De afgestudeerde internationals uit het studiejaar 2021-2022 die na 5 jaar nog steeds in Nederland wonen, brengen in totaal 1,5 miljard euro in onze schatkist, wordt geschat."
5. Waar gaan internationale studenten na hun studie naartoe?
Beuk weet de cijfers: "Er studeren flink meer Europese studenten dan niet-Europese studenten in Nederland: respectievelijk driekwart tegenover een kwart van het totale aantal internationale studenten. Maar opvallend is dat slechts een klein deel van die grote groep Europese studenten vijf jaar na afstuderen nog in Nederland woont: 19 procent (18.000 mensen). Van de groep niet-Europese studenten woont dan nog 38 procent in Nederland (15.000 mensen)."
De meeste 'blijvers' wonen hier niet alleen, maar werken ook. "Hun arbeidsparticipatie is met 73 procent hoger dan de gemiddelde arbeidsparticipatie van de Nederlandse bevolking", vertelt Beuk. "Vooral internationale studenten die zijn afgestudeerd in de richtingen onderwijs of techniek, gaan relatief vaak in Nederland aan het werk. Dat zal deels te maken hebben met tekorten in die sectoren", denkt hij, "maar ook met bijvoorbeeld het feit dat opleidingen richting het onderwijs al sterk gericht zijn op het Nederlandse onderwijssysteem en -werkveld."
Bekijk ook
6. Lijdt de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland onder de toename van internationale studenten?
Beuk stelt van niet: "De kwaliteit van het onderwijs is juist hoger, wanneer opleidingen in het Engels aangeboden worden, onder andere doordat je dan internationale topdocenten en toponderzoekers voor de klas kunt zetten. En de opleidingen worden dan geopend voor internationale toptalenten." Dit is volgens hem de reden dat Nederlandse onderwijsinstellingen zo hoog in de internationale rankings staan.
Wel erkent hij dat een teveel aan studenten gevolgen kan hebben voor de kwaliteit. "Maar dat staat los van of er een teveel aan internationale studenten is, of gewoon een teveel aan studenten in het algemeen", voegt hij daaraan toe.
Vanwege de capaciteitsproblemen in het hoger onderwijs is demissionair onderwijsminister Dijkgraaf wel van plan om het mogelijk te maken om een zogenoemde 'numerus fixus' in te voeren op Engelstalige tracks van opleidingen. "Daarmee kan een grens worden gesteld aan het aantal plekken, en indirect aan het aantal internationale studenten, zonder dat Nederlandse studenten die een vergelijkbaar Nederlandstalig onderwijsprogramma willen volgen daar de dupe van worden", licht Beuk toe.
7. Wat betekent dit voor de ervaringen van Nederlandse studenten?
"Uit onderzoek blijkt dat de aanwezigheid van internationale studenten bij Nederlandse studenten leidt tot betere 'internationale competenties'", zegt Beuk. "Dat zijn competenties zoals samenwerken met mensen uit andere culturen, maatschappelijk bewust zijn, een open houding hebben, je kunnen aanpassen, proactief zijn", somt hij op. "Het zijn competenties die we ook steeds vaker in vacatures voorbij zien komen."
"Voorwaarde is natuurlijk wel dat docenten de international classroom goed begeleiden, en contact tussen de studenten stimuleren. En niet alleen docenten spelen daar een rol in; ook bijvoorbeeld organisatoren van introductieweken en besturen van studieverenigingen."
Een pijnpunt dat de ervaringen van Nederlandse studenten wellicht beïnvloedt, is de woningnood, erkent Beuk. "Natuurlijk geldt: als er een internationale student in een kamer zit, dan kan een Nederlandse student daar niet in." Maar volgens hem zijn internationale studenten niet de oorzaak van de woningnood onder studenten: "Dat speelt veel breder: er is een algeheel woningtekort in Nederland"
Nuffic is samen met andere partijen betrokken bij het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022-2030 om meer studentenwoningen te bouwen, want dat is voor álle studenten belangrijk, benadrukt Beuk tot slot. "Ook, en misschien juist, voor internationale studenten, want zij hebben vaak geen familie of vrienden bij wie ze eventueel een tijdje kunnen wonen."
Bekijk ook
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.