radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Aantal internationale studenten groeit nog steeds, maar blijven die ook? En 6 andere vragen beantwoord

Aantal internationale studenten groeit nog steeds, maar blijven die ook? En 6 andere vragen beantwoord
Studenten doen mee aan de introductieweek van de Erasmus Universiteit in Rotterdam
Bron: ANP

Een nieuw studiejaar staat voor de deur en dus komt er weer een nieuwe lichting internationale studenten naar Nederland. En die groep wordt nog steeds ieder jaar groter. Voor EenVandaag Vraagt polsten wij welke vragen jullie hierover hebben.

Verschillende partijen zijn kritisch op de groeiende instroom aan internationale studenten, onder meer vanwege de grote kamernood en de verdrukking van Nederlandse studenten. Juriaan Beuk is woordvoerder bij Nuffic, de organisatie voor internationalisering in het onderwijs, en kent de kritieken, maar ook de cijfers en argumenten vóór internationalisering in het hoger onderwijs. Hij beantwoordt de vragen.

1. Hoe hoog is het percentage internationale studenten ten opzichte van Nederlandse studenten?

Van het totale aantal studenten in het afgelopen studiejaar was 1 op de 7 een internationale student, vertelt Beuk. Dat komt neer op 15 procent van het totaal. "En dan heb ik het over studenten die een volledige bachelor (hbo of wo) of master volgen - en niet over tijdelijke uitwisselingsstudenten."

De cijfers komen uit het jaarlijkse onderzoek van Nuffic naar de instroom van internationale studenten. Daaruit blijkt ook dat het aantal internationale studenten nog steeds ieder jaar groeit, maar dat die groei wel afvlakt. "Waar er vorig jaar nog een gemiddelde groei was van 12 procent, was die dit jaar 7 procent."

Gekeken naar absolute aantallen wordt duidelijk dat verreweg de meeste internationale studenten psychologie studeren. Maar er was ook een grote toename bij technische studies als bouwkunde en informatica. Als je kijkt naar relatieve aantallen, zie je dat de studie International Business het hoogste aantal internationale studenten kent.

Beuk benadrukt dat de internationalisering twee kanten op werkt: het aantal Nederlanders dat een volledige studie in het buitenland volgt, groeit ook. "Toch zijn die verhoudingen nog niet in balans. Wel wat betreft tijdelijke uitwisselingen en stages, maar niet wat betreft het volgen van volledige studies. De laatste cijfers die we hierover hebben, uit 2019, laten zien dat er toen vijf keer zo veel internationale studenten naar Nederland kwamen als dat er Nederlandse studenten naar het buitenland gingen voor volledige studies."

Juriaan Beuk
Bron: Privéfoto
Juriaan Beuk is woordvoerder bij Nuffic, de organisatie voor internationalisering in het onderwijs

2. Waarom willen buitenlandse studenten graag hoger onderwijs in Nederland volgen?

Daar zijn verschillende redenen voor, zegt Beuk. "Ten eerste staat Nederland bekend om de goede onderwijskwaliteit. Veel studenten kijken naar internationale rankings. En daar staat Nederland hoog in. Ook speelt mee dat er in Nederland veel Engelstalige opleidingen zijn. Bovendien is het collegegeld goed betaalbaar, zeker in vergelijking met landen als het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten. Tot slot zijn onze opleidingen ook toegankelijk: het overgrote deel heeft geen selectieprocedure."

3. Wie betaalt het hoger onderwijs voor internationale studenten?

Internationale studenten betalen over het algemeen zelf voor hun studies in Nederland, legt Beuk uit. De bedragen verschillen wel op basis van het land van herkomst. "Driekwart van alle internationale studenten is afkomstig uit een land binnen de Europese Economische Ruimte (de EER, die bestaat uit alle EU-landen plus Liechtenstein, Noorwegen en IJsland). Zij betalen het wettelijke collegetarief van momenteel 2.314 euro, net als Nederlandse studenten. Het kwart van buiten de EER, moet een veel hoger instellingstarief betalen."

Nu de basisbeurs weer terugkomt, zullen sommige internationale studenten daar ook aanspraak op kunnen maken. "Maar daar zitten wel bepaalde voorwaarden aan verbonden, bijvoorbeeld dat je naast je studie een flink aantal uur moet werken", vertelt Beuk. Demissionair minister Robbert Dijkgraaf van Onderwijs zei hierover in een commissiedebat op 15 juni: "De basisbeurs gaat internationale studenten zeker niet remmen. Er komen meer mogelijkheden en daar hebben we wel zicht op. Maar het is iets waar we denk ik gewoon eerlijk over moeten zijn."

Of de basisbeurs ook daadwerkelijk leidt tot meer internationale studenten, zal volgens Beuk moeten blijken: "DUO komt naar verwachting in oktober met definitieve inschrijvingsaantallen, dus dan kunnen we daar analyses op loslaten."

info

EenVandaag Vraagt

In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

4. En wie verdient eraan?

"Onderwijsinstellingen krijgen van het ministerie van Onderwijs per student een geldbedrag - of die student nu uit Nederland of uit een ander land komt. Het uitgangspunt is dat het bedrag het onderwijs kostendekkend maakt", zegt Beuk. "Het is een misverstand dat daar winst wordt gemaakt."

Wel halen onderwijsinstellingen soms meer inkomsten binnen dan begroot, door actief te werven bij internationale studenten van buiten die EER, die hoge instellingstarieven van in de tienduizend euro's moeten betalen.

Ook zijn internationale studenten, als ze in Nederland blijven na het afstuderen, winstgevend voor de Nederlandse maatschappij: "De afgestudeerde internationals uit het studiejaar 2021-2022 die na 5 jaar nog steeds in Nederland wonen, brengen in totaal 1,5 miljard euro in onze schatkist, wordt geschat."

5. Waar gaan internationale studenten na hun studie naartoe?

Beuk weet de cijfers: "Er studeren flink meer Europese studenten dan niet-Europese studenten in Nederland: respectievelijk driekwart tegenover een kwart van het totale aantal internationale studenten. Maar opvallend is dat slechts een klein deel van die grote groep Europese studenten vijf jaar na afstuderen nog in Nederland woont: 19 procent (18.000 mensen). Van de groep niet-Europese studenten woont dan nog 38 procent in Nederland (15.000 mensen)."

De meeste 'blijvers' wonen hier niet alleen, maar werken ook. "Hun arbeidsparticipatie is met 73 procent hoger dan de gemiddelde arbeidsparticipatie van de Nederlandse bevolking", vertelt Beuk. "Vooral internationale studenten die zijn afgestudeerd in de richtingen onderwijs of techniek, gaan relatief vaak in Nederland aan het werk. Dat zal deels te maken hebben met tekorten in die sectoren", denkt hij, "maar ook met bijvoorbeeld het feit dat opleidingen richting het onderwijs al sterk gericht zijn op het Nederlandse onderwijssysteem en -werkveld."

Bekijk ook

6. Lijdt de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland onder de toename van internationale studenten?

Beuk stelt van niet: "De kwaliteit van het onderwijs is juist hoger, wanneer opleidingen in het Engels aangeboden worden, onder andere doordat je dan internationale topdocenten en toponderzoekers voor de klas kunt zetten. En de opleidingen worden dan geopend voor internationale toptalenten." Dit is volgens hem de reden dat Nederlandse onderwijsinstellingen zo hoog in de internationale rankings staan.

Wel erkent hij dat een teveel aan studenten gevolgen kan hebben voor de kwaliteit. "Maar dat staat los van of er een teveel aan internationale studenten is, of gewoon een teveel aan studenten in het algemeen", voegt hij daaraan toe.

Vanwege de capaciteitsproblemen in het hoger onderwijs is demissionair onderwijsminister Dijkgraaf wel van plan om het mogelijk te maken om een zogenoemde 'numerus fixus' in te voeren op Engelstalige tracks van opleidingen. "Daarmee kan een grens worden gesteld aan het aantal plekken, en indirect aan het aantal internationale studenten, zonder dat Nederlandse studenten die een vergelijkbaar Nederlandstalig onderwijsprogramma willen volgen daar de dupe van worden", licht Beuk toe.

7. Wat betekent dit voor de ervaringen van Nederlandse studenten?

"Uit onderzoek blijkt dat de aanwezigheid van internationale studenten bij Nederlandse studenten leidt tot betere 'internationale competenties'", zegt Beuk. "Dat zijn competenties zoals samenwerken met mensen uit andere culturen, maatschappelijk bewust zijn, een open houding hebben, je kunnen aanpassen, proactief zijn", somt hij op. "Het zijn competenties die we ook steeds vaker in vacatures voorbij zien komen."

"Voorwaarde is natuurlijk wel dat docenten de international classroom goed begeleiden, en contact tussen de studenten stimuleren. En niet alleen docenten spelen daar een rol in; ook bijvoorbeeld organisatoren van introductieweken en besturen van studieverenigingen."

Een pijnpunt dat de ervaringen van Nederlandse studenten wellicht beïnvloedt, is de woningnood, erkent Beuk. "Natuurlijk geldt: als er een internationale student in een kamer zit, dan kan een Nederlandse student daar niet in." Maar volgens hem zijn internationale studenten niet de oorzaak van de woningnood onder studenten: "Dat speelt veel breder: er is een algeheel woningtekort in Nederland"

Nuffic is samen met andere partijen betrokken bij het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022-2030 om meer studentenwoningen te bouwen, want dat is voor álle studenten belangrijk, benadrukt Beuk tot slot. "Ook, en misschien juist, voor internationale studenten, want zij hebben vaak geen familie of vrienden bij wie ze eventueel een tijdje kunnen wonen."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Tweede Kamer wil niet wachten op minister, NSC en GroenLinks-PvdA komen zelf met plannen om WIA-fouten te herstellen

Tweede Kamer wil niet wachten op minister, NSC en GroenLinks-PvdA komen zelf met plannen om WIA-fouten te herstellen
Minister Van Hijum tijdens een debat in de Tweede Kamer over onjuiste berekeningen van WIA-uitkeringen door het UWV
Bron: ANP

De herstelactie voor fouten bij het UWV schiet tekort, vinden NSC en GroenLinks-PvdA. Beide partijen presenteren vandaag een uitgebreider plan om de problemen met arbeidsongeschiktheidsuitkeringen aan te pakken.

"De eerste stap is nu gezet, maar dat is voor mij echt onvoldoende", zegt NSC-Tweede Kamerlid Ilse Saris. "Mensen moeten krijgen waar ze recht op hebben. Dat betekent dat gemaakte fouten moeten worden hersteld."

Alle fouten herstellen

En dan niet alleen de administratieve fouten, benadrukt Saris. "Ook de sociaal-medische beoordelingen. Niet alleen over de periode 2020 tot 2024, maar ook fouten van daarvoor." Daarnaast moet volgens haar de schade die mensen hebben geleden, worden gecompenseerd.

De partij is dan ook van plan om deze uitbreiding bij de voorjaarsnota-onderhandelingen te bespreken met de andere coalitiepartijen. "Wij willen hier echt voor strijden." Om hoeveel mensen het gaat en hoeveel extra geld het kost om het plan te realiseren, is onduidelijk, zegt het NSC-Kamerlid.

info

Problemen bij het UWV

Sinds vorig jaar onderzoeken EenVandaag en het AD problemen bij het UWV. Het gaat onder andere om fouten bij de sociaal-medische beoordelingen en rekenfouten bij de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen.

De onthullingen leidden tot ingrijpen door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Eddy van Hijum (NSC). Hij was verrast door de berichtgeving en kondigde onderzoeken aan naar het functioneren van de uitkeringsinstantie. En een herstelactie voor gedupeerden.

Maar die herstelactie blijft beperkt. Alleen fouten bij daglonen bij de WIA tussen 2020 en 2024 worden meegenomen. Andere fouten, bijvoorbeeld bij medische beoordelingen of bij andere uitkeringen zoals de Wajong, worden niet bekeken en dus ook niet hersteld.

Snelle compensatie: 5.000 euro

"Wij willen dat mensen nu zo snel mogelijk zekerheid krijgen", zegt Kamerlid voor GroenLinks-PvdA Mariëtte Patijn. "Dat betekent dat er voor mensen die te weinig hebben gekregen een goede compensatieregeling moet komen."

Die compensatieregeling zou volgens haar uit een keuze moeten bestaan: het UWV rekent het hele dossier door, óf iemand kiest voor een snellere optie van 5.000 euro uitbetaling. "En mensen die juist te veel hebben gekregen, moeten de zekerheid hebben dat ze geen terugvordering krijgen."

'Mensen hebben er recht op'

En dat is niet het enige. Ook als iemands uitkering in de toekomst naar beneden wordt bijgesteld, moet volgens GroenLinks-PvdA rekening worden gehouden met de persoonlijke situatie. Daarnaast moeten mensen van voor 2020 aanspraak kunnen maken op de 5.000 euro als er fouten zijn gemaakt.

"Maar we moeten niet beloven dat we voor hen alles in detail gaan uitrekenen. Want dat lukt misschien helemaal niet", zegt Patijn. Wel moeten geconstateerde fouten in de periode van voor 2020 worden rechtgezet. "Dat gaat lang duren, maar mensen hebben er recht op."

Bekijk ook

Tienduizenden dossiers wachten nog

Met hun plannen pleiten NSC en GroenLinks-PvdA voor een bredere herstelactie die sneller én zorgvuldig wordt afgehandeld. Maar de minister en het UWV lieten eerder weten dat elke uitbreiding ten koste zou gaan van de reguliere werkzaamheden.

Voor de huidige herstelactie worden namelijk al zo'n 43.000 dossiers opnieuw bekeken door een speciaal opgericht team.

Heel veel extra dossiers

Vorige week bleek bovendien uit de bijlagen van een Kamerbrief dat er nog 8.000 dossiers bij zouden kunnen komen van arbeidsongeschikten van wie de uitkering is beëindigd of toegekend tussen 2020 en 2024.

Daarnaast zijn er nog 28.000 dossiers met vastgestelde fouten, bijvoorbeeld bij de indexering, die nog gecorrigeerd moeten worden, blijkt uit hetzelfde document.

Bekijk ook

'Werkdruk geen excuus'

Maar volgens NSC-Kamerlid Saris is de werkdruk bij het UWV geen excuus om mensen niet te helpen. "De overheid dient zich aan de wet te houden, mensen dienen zich aan de wet te houden en fouten moeten gewoon worden hersteld."

Ook GroenLinks-PvdA-Kamerlid Patijn denkt dat haar plan uitvoerbaar is. "Wij denken dat het minder complex is, want je hoeft niet helemaal uit te gaan rekenen wat mensen krijgen. Dit komt in de plaats van wat het UWV nu aan het doen is. En mensen kunnen daardoor sneller geholpen worden en dus uit die onzekerheid komen."

Minister onder druk van eigen partij

De plannen van beide partijen kosten geld, mogelijk heel veel geld. De verantwoordelijk minister Van Hijum is zelf NSC'er en krijgt van zijn eigen partij een stevige opdracht mee. Hij moet op zoek naar het geld om de plannen uit te voeren, maar waar dat vandaan moet komen is onduidelijk.

Wat Saris betreft hoort het bij de gemaakte afspraken dat dit geregeld wordt. "Er moet heel veel gebeuren, maar in het regeerakkoord hebben we afgesproken dat wij het wel willen. En daar houd ik mijn regeringspartijen aan. Ook mijn minister."

De Tweede Kamer wil niet wachten op de minister, NSC en GroenLinks-PvdA komen zelf met WIA-herstelplannen

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Meer maatregelen, of is de zwaar beveiligde EBI in Vught al streng genoeg? Jullie vragen beantwoord

Meer maatregelen, of is de zwaar beveiligde EBI in Vught al streng genoeg? Jullie vragen beantwoord
Beveiliging bij de extra beveiligde inrichting (EBI) in Vught
Bron: ANP

Taghi, Holleeder, Razzouki: de gevaarlijkste Nederlandse criminelen verblijven allemaal in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught, oftewel de EBI. De inrichting heeft het hoogste beveiligingsniveau. We vroegen wat jullie erover willen weten.

Vlakbij de zwaar beveiligde gevangenis in Vught is afgelopen vrijdag een zittingszaal geopend voor strafzaken. Het is een maatregel om vluchtgevaarlijke gedetineerden minder vaak te hoeven vervoeren, want dat is peperduur en heeft grote risico's voor de veiligheid.

Beveiliging aanscherpen

"Tijdens een verplaatsing is er het risico dat een gedetineerde een ontsnappingsmogelijkheid vindt, meer dan wanneer iemand binnen de gevangenismuren blijft", verklaart woordvoerder Charlotte Hees van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI).

De opening van de zittingszaal past in een bredere politieke beweging om de beveiliging rond zware criminelen verder aan te scherpen. Het is onder meer een reactie op incidenten waarbij criminelen ondanks hun detentie vermoedelijk toch contact onderhielden met de buitenwereld.

Is er wel personeel voor een nieuwe EBI?

Tweede EBI in Vlissingen

De afgelopen jaren hebben we gemerkt dat er meer hoogrisico-gedetineerden zijn die hun criminele handelen proberen voort te zetten vanuit hun cel, zegt de woordvoerder van de Dienst Justiële Inrichtingen. Het is ook de reden dat er een extra EBI wordt gerealiseerd op het nieuwe Justitieel Complex in Vlissingen, dat naar verwachting in 2030 klaar is.

Advocaat Geert-Jan Knoops, die vaak in de EBI is geweest, stelt vast: "Er is in de samenleving een toenemende toestroom aan georganiseerde criminaliteit, de aard van het strafrecht is veranderd. Er is daardoor meer behoefte ontstaan aan een tweede EBI."

Druk op capaciteit

Op dit moment is er één EBI in Nederland, in de Penitentiaire Inrichting (PI) in Vught. Die heeft plek voor 24 gedetineerden, verdeeld over verschillende afdelingen. Naast de geplande bouw van een nieuwe EBI in Vlissingen wordt ook de capaciteit in Vught uitgebreid, met twaalf extra cellen.

Er is veel druk op de capaciteit in het gevangeniswezen, zowel wat betreft personeelstekorten als celtekorten, maar op deze groep wordt niet bezuinigd, laat de woordvoerder van de DJI weten.

Wat maakt de EBI anders dan een gewone gevangenis?

Afgezonderd van elkaar

Wat maakt zo'n EBI nu anders dan andere plekken waar gedetineerden verblijven? Het belangrijkste verschil is de doelgroep die erin zit, legt de woordvoerder uit. In de EBI komen vooral gedetineerden terecht die een grote rol speelden in georganiseerde criminaliteit, en die bijvoorbeeld een crimineel netwerk aanstuurden.

"Hierdoor zijn we er in de EBI niet alleen mee bezig dat deze gedetineerden - plat gezegd - achter slot en grendel blijven, maar willen we ook voorkomen dat ze hun criminele netwerk vanuit de gevangenis blijven aansturen."

Volledig afgezonderd

Om dat te voorkomen, is er strenge controle op de gedetineerden. "Het meest essentiële verschil is dat een gedetineerde in de EBI volledig afgezonderd is van andere gedetineerden", vertelt Knoops.

"In gewone gevangenissen mogen gedetineerden met elkaar socialiseren. Bijvoorbeeld gezamenlijk naar de luchtplaats gaan of sporten. Dat is in de EBI vrijwel niet het geval."

Hoe wordt hulp van buitenaf tegengegaan?

Contact met buitenwereld

Woordvoerder Hees legt verder uit dat gedetineerden in de EBI absoluut niet samen in één cel geplaatst worden, zoals dat in andere gevangenissen soms wel gebeurt. De gedetineerden in de EBI kunnen heel soms even samen koken of tegelijkertijd sporten. Maar dan wordt er goed gekeken wie met wie mag, en wie zeker niet.

De afgelopen jaren is er ook meer afstand gekomen in het contact tussen de bewaarders en de gedetineerden. Om bewaarders zelf beter te beschermen.

Controle bij telefoongesprekken

Telefoongesprekken met de buitenwereld zijn bovendien streng geregeld. In andere gevangenissen is er vaak een grotere belzaal en algemenere controle. Maar bij de EBI is die controle één-op-één: om te bellen met een gedetineerde in de EBI, moet de beller onder begeleid toezicht naar een andere gevangenis komen. Zodat nauw in de gaten kan worden gehouden wie met wie belt.

Ook zijn de bezoekregels streng: je kunt niet zomaar even op bezoek bij iemand in de EBI.

Bekijk ook

'Bizar streng'

Volgens Hees is de EBI 'bizar streng'. Ze zegt: "Niemand wordt een momentje losgelaten. De gedetineerden zijn helemaal in hun eentje. En hoewel het natuurlijk terecht is dat ze daar verblijven, is het een heel naar regime om in te zitten."

In 2023 stelde het anti-foltercomité van de Raad van Europa dat de veiligheidsmaatregelen in de EBI 'buitensporig' streng waren.

Ieder jaar opnieuw beoordeeld

De woordvoerder benadrukt dat goed verantwoord moet blijven waarom maatregelen in de EBI nodig zijn. "Dienst Justitiële Inrichtingen staat ook voor een humaan detentiebeleid. Dus bij zo'n streng regime als in de EBI moet je verantwoorden of het noodzakelijk is dat iemand daar verblijft. En als iemand er al langer verblijft: of het niet afgebouwd kan worden. Soms kunnen gedetineerden naar een iets minder zwaar beveiligde inrichting, de Afdeling Intensief Toezicht (AIT)."

Ieder jaar worden de gedetineerden daarom opnieuw beoordeeld. Dat gebeurt onder meer op basis van adviezen van de gevangenisdirecteur.

info

EenVandaag Vraagt

Bij EenVandaag heb je de mogelijkheid om vragen en ideeën in te sturen. Dat kan altijd in onze chat, of je kunt meedoen aan de gerichte EenVandaag Vraagt-oproepen die wij zo'n twee keer per week plaatsen in de Peiling-app. De Peiling-app is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

Cameratoezicht op advocaten

Dan zijn er nog de advocaten die contact hebben met gedetineerden. Ook op dat contact is het toezicht strenger geregeld dan in andere gevangenissen. "In een gewone gevangenis kun je als advocaat gewoon met je cliënt aan een tafeltje zitten, kun je dossiers over en weer uitwisselen, zodat de gedetineerde kan meelezen", weet Knoops uit eigen ervaring.

"In de EBI wordt een gesprek streng gemonitord", zegt Knoops. "Dat is ook altijd zo geweest, voor zover ik weet. Toen ik ruim 10 jaar geleden iemand in de EBI als cliënt had, was dit ook al zo."

Naar de Eerste Kamer

Onder het vorige kabinet stelde minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) nog scherpere maatregelen in de EBI voor. Hieronder was ook het voorstel om cameratoezicht in te stellen bij gesprekken tussen gedetineerden en advocaten.

In februari 2025 stemde de Tweede Kamer in met de wetswijziging die hiervoor nodig was. Het voorstel moet nu nog langs de Eerste Kamer.

Bekijk ook

Verdediging moeilijker

Eerder stemde de Tweede Kamer in met wijzigingen die verder gingen dan enkel cameratoezicht, en ook auditief toezicht mogelijk maakte. Na een spoedadvies van de Raad van State werd hiervan afgezien.

"Het scherpe toezicht in de EBI maakt het werk van de verdediging al een stuk moeilijker", zegt Knoops hierover. "Als het toezicht óók nog eens gepaard zou gaan met geluid opnemen en kunnen terugluisteren. Dan zou een advocaat nooit vertrouwelijk informatie kunnen uitwisselen."

'Grenzen van toelaatbare zijn bereikt'

"Dat zou in strijd zijn met het Europese Mensenrechtenverdrag. Zelfs het belang van de veiligheid van de samenleving kan niet opwegen tegen het grote belang dat de wetgever heeft gecreëerd voor ongestoord vrij verkeer tussen advocaat en cliënt", zegt hij.

"Ik denk dat de grenzen van het toelaatbare nu al zijn bereikt met het huidige EBI-regime."

Nog strenger?

De Dienst Justitiële Inrichtingen ziet in principe geen heil in een nog strengere beveiliging in de EBI. "Bij incidenten moet je natuurlijk kijken: hoe wil je dit voorkomen in de toekomst?", zegt de woordvoerder. "En het is goed dat er voor de capaciteit een tweede EBI-vestiging gepland staat. Maar wij zitten niet op de route dat het dagelijks regime van de gedetineerden nu nog strenger moet."

"Het is in de EBI echt al heel streng. Dus de indruk die mensen soms hebben van 'het kan nog wel wat strenger', die klopt niet", zegt ze. "Bovendien moet je ook denken aan wat zo'n extreem streng beleid doet met mensen, wat voor mensen je daarmee maakt. Daar los je niks mee op, zeg maar. Het baat niet."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant