Vechten bij het 'vreemdelingenlegioen' in Oekraïne: er zouden inmiddels zo'n 100 Nederlandse staatsburgers bereid zijn zich aan te sluiten in de strijd tegen Poetin. Een veertigtal is zelfs al onderweg. "De vraag is alleen of je het wel moet doen."
'Aan alle vrienden van Oekraïne die mee willen doen met de verdediging. Kom hier en we zullen jullie wapens geven', zei de Oekraïense president Zelensky afgelopen zaterdag tijdens zijn speech. De Oekraïense ambassade geeft gehoor aan die oproep en laat op hun Facebookpagina weten dat mensen met interesse om naar Oekraïne te gaan via een formulier hun gegevens kunnen achterlaten.
Bijzondere oproep
Onderzoeker Jeanine de Roy van Zuijdewijn van de Universiteit Leiden is gespecialiseerd in buitenlandse strijders. Volgens haar is de oproep van Zelensky best uniek. "In het verleden hebben we vaker gezien dat buitenlandse strijders zich aansloten bij niet-statelijke actoren, maar dat het nu echt een leger is van een staat dat een oproep doet, is bijzonder. Daardoor krijgt het een gevoel van legitimiteit", zegt ze.
In het formulier van de ambassade wordt gevraagd naar criminele achtergrond, maar niet naar militaire ervaring. Opvallend, vindt De Roy van Zuijdewijn. "Dat was wel iets wat Zelensky in zijn speech specifiek aangaf: hulp van mensen die weten wat ze doen. Dit formulier kan iedereen invullen."
Bekijk ook
Nationaal coördinator
Om een en ander in goede banen te leiden, heeft de Oekraïense ambassade een nationale coördinator aangesteld: de Nederlander Gert Snitselaar.
Hij heeft geen militaire ervaring en krijgt via de ambassade mensen door die willen afreizen naar Oekraïne. "Ik neem contact met ze op en zorg waar mogelijk voor vervoer", legt hij uit.
'Via mij 40 mensen die kant op'
"Via mij zijn er op dit moment al veertig mensen die kant op gegaan", vertelt Snitselaar. "Maar er zijn er meer, omdat sommigen ook op eigen gelegenheid gaan."
Op dit moment lopen de aanmeldingen vooral via Facebook binnen, vertelt Snitselaar. "Dat komt doordat de website van de Oekraïense ambassade eruit ligt, waarschijnlijk door een cyberaanval. Hierdoor is het lastiger geworden de aanmeldingen goed te verwerken."
Bekijk ook
Aanmelden mag
De mensen die zich aanmelden zijn niet strafbaar, legt advocaat militair recht Michael Ruperti uit. "Het is wél problematisch en strafbaar als je je bij een strijdende partij aanmeldt, daar gaat vechten en daardoor Nederland bij een gewapend conflict betrekt."
"Maar in dit geval is Nederland al betrokken bij het gewapend conflict omdat we wapens sturen", vervolgt hij. "De vraag is alleen of je het wel moet doen." Hij maakt zich zorgen over de rechtsbescherming van mensen die besluiten naar Oekraïne te vertrekken.
Als krijgsgevangene levenslang
"Het is zo dat Oekraïne verantwoordelijk voor jou is als je daar in het leger gaat. Mocht je gewond raken, arbeidsongeschikt of PTSS oplopen dan is het niet zo dat de verzekering dat dekt. Dus ik vraag mij af of dit allemaal wel goed is geregeld", zegt de militair advocaat.
Sterker nog: mocht je iemand doden daar en schuldig zijn aan een oorlogsmisdaad dan ben je toch overgeleverd aan de Oekraïense rechtsmacht. Je kunt zelfs krijgsgevangene worden en dan ben je overgeleverd aan de Russen. Daar kan je levenslang krijgen."
Video: Jordy gaat naar Oekraïne om te vechten, zonder enige militaire ervaring
Risico op sneuvelen
Het is volgens De Roy van Zuijdewijn belangrijk om onderscheid te maken tussen mensen met militaire ervaring en mensen zonder ervaring. "Op dit soort oproepen komen ook avonturiers af, of mensen met een geromantiseerd beeld van oorlog."
"Dat zijn mensen die denken: ik wil helpen. Iets wat begrijpelijk is als je de vreselijke beelden ziet. Maar oorlog is hard en pijnlijk en zonder militaire ervaring loop je een enorm risico dat je omkomt in de strijd", waarschuwt ze.
Gevaar voor extremisme
Als we het hebben over buitenlandse strijders denken we vaak aan IS-strijders, vertelt De Roy van Zuijdewijn. "Het verschil is dat zij daarheen gaan om zich aan te sluiten bij een terroristische groepering." Toch moeten we in dit conflict volgens haar het gevaar voor extremisme niet onderschatten.
"In het verleden hebben we gezien dat bijvoorbeeld in Afghanistan in de jaren 80, toen de Russen het land waren binnengevallen, er jihadisten naartoe gingen die wij steunden. Achteraf hebben we gezien hoe groeperingen als Al Qaeda daar ontstaan zijn. Dat hadden we toen echt niet zien aankomen. Het is een minderheid, maar zo'n oproep om te komen helpen zal ook mensen aantrekken met extremistische denkbeelden. Die mensen ontmoeten elkaar daar dan."
Geen garantie op terughalen
Nationaal coördinator Snitselaar krijgt vaak de vraag van mensen die willen gaan, of ze ook teruggehaald worden. "Daar moet ik eerlijk in zijn", zegt hij. "We proberen natuurlijk te doen wat we kunnen, maar stel je gaat en je wil terug, dan kan ik niet garanderen dat wij je koste wat het kost terug kunnen halen. Je meldt toch jezelf aan."
Zelf is Snitselaar ook van plan naar Oekraïne af te reizen, al wil hij eerst zorgen dat iedereen die wil, logistiek gezien die kant op kan.
Bekijk ook
Getraumatiseerd terugkomen
Onderzoeker Jeanine de Roy van Zuijdewijn heeft in het verleden vaak gezien bij buitenlandse strijders dat ze terugkomen met een trauma, gewond raken of zelfs omkomen in de strijd.
"Dat is iets waar je rekening mee moet houden", waarschuwt ze. "Sommige mensen zijn zich er van bewust, maar anderen kunnen die gevolgen niet goed overzien."
Ook andere manieren om te helpen
De kans is volgens De Roy van Zuijdewijn groot dat Nederlanders die daar naartoe gaan ook echt ingezet worden in gevechtshandelingen.
"Er zijn ook andere manieren om te steunen, hulporganisaties, vluchtelingenstromen in Polen helpen. Als je nu bij de internationale brigade gaat aansluiten, dan moet je rekening houden met gevechten. Dat je ook echt wapens moet gaan afvuren."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.