radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

24 uur beschikbaar moeten zijn, maar minder dan minimumloon krijgen: buitenlandse zorgverleners worden uitgebuit door Nederlandse zorgbureaus

24 uur beschikbaar moeten zijn, maar minder dan minimumloon krijgen: buitenlandse zorgverleners worden uitgebuit door Nederlandse zorgbureaus
Ana werkte twee jaar lang in Nederland in de 24-uurs zorg
Bron: EenVandaag

Diana en Ana kwamen naar Nederland om te werken in de 24-uurs zorg. Op papier 40 uur, maar in werkelijkheid werkten ze dag en nacht. De zorgbureaus overtreden hiermee de Nederlandse wetgeving. "Ik ging op straat wandelen en werd meteen teruggefloten."

"Ik werd de hele nacht geroepen: 'Ana, Ana, Ana'", vertelt Ana. De Braziliaanse werkte twee jaar lang in Nederland als verzorgende voor ouderen in de 24-uurs zorg. Haar droom om in Nederland in de zorg te werken, veranderde al snel in een nachtmerrie.

'Kon alleen het huis uit voor boodschappen'

Ana werkte bij zes verschillende cliënten in Nederland. Het was de bedoeling dat ze hen verzorgde, voor 40 uur in de week, dat stond zo in het contract met een Portugees uitzendbureau. In Nederland werkte ze voor het 24-uurs zorgloket, een zorgbureau met meer dan 250 mensen zoals Ana in dienst.

Op papier lijkt alles te kloppen, maar in de werkelijkheid werkte Ana 24 uur per dag. "Je kon alleen het huis uit voor boodschappen, kleine wandelingen of als ze huisdieren hebben." Ze woonde bij de mensen die ze verzorgde en moest altijd klaar staan.

Bekijk ook

Klanten betalen duizenden euro's vanuit PGB

De 29-jarige Ana kreeg 900 euro per maand voor het werk, samen met wat Nederlandse toeslagen is dat in totaal 1.700 euro. Dat is onder het Nederlandse minimumloon, wat netto rond de 2.300 euro ligt voor haar leeftijd. Maar het 24-uurs zorgloket stuurt de cliënten waarvoor Ana werkt een rekening van bijna 5.000 euro per maand.

Maar de cliënt kan dat geld weer terugkrijgen van de overheid. De zorg wordt gefinancierd via de Wet Langdurige Zorg. De cliënt vraagt hiervoor een zogenaamd Persoonsgebonden Budget (PGB) aan. 24-uurs zorgloket claimt dat de PGB alle kosten vergoedt. Het kost de klant dus uiteindelijk niks.

Twee dutjes per week

Wanneer Ana bij een vrouw werkte die haar meerdere keer per nacht opriep voor hulp, liet ze weten aan 24-uurs zorgloket dat ze 's nachts amper sliep en dit zo niet meer vol kon houden.

De oplossing die het 24-uurs zorgloket aandroeg was huishoudelijke hulp. "Deze hulp kwam 2 keer per week langs, voor een paar uur. Dat was dan mijn rusttijd, 2 dutjes per week", zegt Ana. "Het bedrijf geeft de families het idee dat ze mij 24 uur per dag bezitten."

Bekijk ook

'Eén jaar gewerkt zonder vakantie'

"In Rotterdam Kralingen ging ik op straat wandelen en werd ik meteen teruggefloten door de familieleden", zegt de Bulgaarse Diana, wiens echte naam bij de redactie bekend is. Zij werkt net als Ana als zorgverlener bij mensen thuis. "Ik heb 1 jaar en 2 maanden gewerkt zonder vakantie, 7 dagen per week, 24 uur per dag", zegt de alleenstaande moeder.

Officieel bestaat zoiets als 24-uurs zorg niet. Maar het bestaat dus wel, afgedwongen door deze zorgbureaus. "Ik mocht niet naar buiten, ze waren bang dat ik mensen leerde kennen en meer over mijn rechten te weten zou komen", zegt Diana.

Slapen in een kast

"In het begin checkten de bureaus waar ik zou slapen. Maar op een gegeven moment zetten ze je af en zeggen ze: 'succes'", zegt Ana. Ze vertelt dat ze op een gegeven moment bij een cliënt terecht kwam waarbij ze in een kast sliep tussen de slaapkamer en de badkamer in. Ana werd hier door de man van de vrouw die ze moest verzorgen, seksueel geïntimideerd en betast. "Hij vroeg mij of ik hem kon helpen op te staan, dat deed ik natuurlijk want hij is op leeftijd. Toen raakte hij mijn lichaam aan."

"Op een gegeven moment begon hij in mijn oor te fluisteren dat hij mij 's nachts een bezoekje zou brengen. Ik heb toen meubels tegen de kastdeur aangezet, maar realiseerde mij dat hij de deur 's nachts open probeerde te maken", vertelt ze. "Ik kan mijzelf tegenover zo'n man natuurlijk verdedigen maar ik dacht wel; waarom moet ik dit meemaken?"

Bekijk ook

'Ze had geen keuze'

Wanneer Ana dit meldde bij het 24-uurs zorgloket, zeiden ze tegen haar dat het 'gewoon een beetje een brutale man is' en 'hopen dat het beter wordt'. "Dit is alle ondersteuning die ik van het bedrijf heb gehad."

Nadat Ana het gezin verliet, kwam er een opvolger, een Oekraïense vrouw. Ana hoorde van haar dat de man haar seksueel intimideerde. "Ik vroeg haar waarom ze daar bleef en ze vertelde mij dat ze een familie heeft in Oekraïne die ze moet verzorgen vanwege de oorlog daar. Ze had geen keuze."

Zelf vervanging betalen

Diana werkte in 2021 voor het bedrijf Fener Zorg, in Rotterdam. Ze ondertekende een Nederlands contract, terwijl ze geen idee had wat erin stond. Ze kwam er later achter dat ze niet aangemeld was bij de gemeente, dat er geen sociale lasten werden betaald en dat ze niet verzekerd was voor ziektekosten.

Toen ze een ernstige oogaandoening kreeg, stuurde het bedrijf haar terug naar Bulgarije. "Ik moest gedurende mijn afwezigheid zelf voor vervanging zorgen", zegt ze. De andere zorgverlener die in haar plaats de zorg verleende moest ze zelf betalen.

Bekijk ook

'Moderne slavernij'

"Dit is eigenlijk een vorm van moderne slavernij", zegt André den Exter, universitair docent Gezondheidsrecht, wanneer hij de verhalen van Ana en Diana hoort. Den Exter legt uit dat het in eerste instantie aan de arbeidsinspectie is, maar dat zij wel meldingen moeten ontvangen. "Een kwetsbare groep mensen die de taal niet spreekt, weet ook helemaal niet wat de mogelijkheden zijn. Vormen van rechtsbescherming zijn totaal onbekend en daar maken deze bedrijven eigenlijk misbruik van."

Het is onduidelijk hoevaak dit voorkomt, er is geen instantie die dit bij houdt en de vrouwen die het overkomt melden zich zelden. Bij het zorgbureau waar Ana werkte, is te lezen dat er 250 buitenlandse zorgverleners werken door het hele land. Fairwork, een organisatie die tegen uitbuiting en moderne slavernij in Nederland strijdt krijgt steeds meer signalen van vrouwen zoals Ana en Daina. Vermoedelijk gaat het om honderden vrouwen in Nederland die worden uitgebuit in de 24-uurs zorg.

Medicatie voor angstaanvallen

Ana vertelt dat zodra vertelt wordt dat je slecht wordt behandeld, het zorgbureau dreigt je terug te sturen. "Zeggen ze: 'We hebben geen andere familie voor je, dus we moeten je terugsturen naar Portugal."

De constante roepen om hulp dreunen nog door in het hoofd van Ana. "Soms hoorde ik het 's nachts en wanneer ik dan naar beneden ging om te helpen, zag ik dat ze gewoon sliep." Ze zocht hulp bij een psycholoog en begon met het nemen van medicatie voor angstaanvallen. Met het werk is ze op aanraden van de psycholoog gestopt. Daarna hoorde ze niks meer van het zorgbureau 24-uurs zorgloket.

Bekijk ook

Collega's durven niet te praten

Ana vindt het belangrijk te delen wat er met haar is gebeurd omdat ze weet dat veel van haar collega's dit niet durven. Ze zijn financieel afhankelijk en kunnen het risico om hun baan te verliezen niet lopen. Ana woont nu bij familie in Nederland, heeft een baan in de logistiek en is ook een studie gestart. Ana heeft een melding gedaan bij de arbeidsinspectie, zij onderzoeken de zaak momenteel.

"Met het werk is niks mis, maar wel de manier waarop dit bureau te werk gaat", zegt ze. Ze hoopt dat er een andere manier komt waarop mensen uit het buitenland zorg kunnen bieden in Nederland, want ze weet dat veel Braziliaanse, Poolse of Afrikaanse vrouwen dat graag willen.

Zorgbureaus ontkennen 24-uurs zorg

EenVandaag heeft de verhalen die Diana ons heeft verteld voorgelegd aan de desbetreffende zorgbureaus. Fener Zorg uit Rotterdam ontkent 24-uurs zorg te hebben geleverd.

Het bedrijf 24-uurs zorgloket uit Geffen, voor wie Ana heeft gewerkt, heeft gereageerd op vragen van EenVandaag over de door Ana beschreven werkwijze. Zij laten in een reactie weten dat in het arbeidscontract met de Poolse of Portugese zorgaanbieder is vastgelegd dat de zorgverleners maximaal 40 uur per week werken.

Bekijk ook

'Passende oplossing'

Volgens een woordvoerder van het zorgbedrijf worden eventuele problemen of aandachtspunten direct opgevolgd. Dit doen zij ook door onaangekondigde bezoeken te brengen. "Als blijkt dat de benodigde zorg meer dan 40 uur per week vraagt, is het vanzelfsprekend niet haalbaar voor één zorgverlener om deze te leveren. In zulke gevallen organiseren wij in overleg met de PGB-beheerder een passende oplossing, bijvoorbeeld door een extra zorgverlener in te zetten", laat de woordvoerder weten.

Ook geeft het zorgbedrijf aan dat in hun contracten met zorgaanbieders is vastgelegd dat zij zich daarin moeten houden aan de Nederlandse wet- en regelgeving: "inclusief het naleven van minimumlooneisen en arbeidsvoorwaarden." Zij herkennen zich niet in het beeld dat Ana onder het minimumloon betaald kreeg. Dat terwijl EenVandaag loonstroken heeft ingezien waarin dat bedrag te zien is.

MIM-melding

Tot slot laat het 24-uurs zorgloket weten dat in gevallen van grensoverschrijdend gedrag, zoals 'bedreiging of mishandeling van een zorgverlener door een cliënt of diens familie', de zorgverlener 'onmiddellijk' door het bedrijf wordt opgehaald.

Daarnaast geeft het zorgbedrijf aan dat zij een MIM-melding maken: Melding Incidenten Medewerkers, waarbij een melding wordt gemaakt van een incident dat zich heeft voorgedaan in of op het terrein van een zorginstelling.

Buitenlandse zorgverleners worden uitgebuit door Nederlandse zorgbureaus

'Diana zorgde voor moeder'

Enkele dagen na de publicatie van dit verhaal heeft Espo Zorg alsnog contact opgenomen met EenVandaag. Het zorgbureau geeft aan zich niet te herkennen in het artikel: "Espo Zorg is gecontracteerd met het zorgkantoor en levert zorg in natura, geen PGB. Ook hebben wij geen buitenlandse medewerkers in dienst of in dienst gehad."

Wel geeft de eigenaar van Espo Zorg aan dat haar moeder Diana persoonlijk in dienst heeft genomen en betaald heeft vanuit een persoonsgebonden budget.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Chirurgen in vier kinderhartcentra voeren te weinig operaties uit, waardoor centra niet aan de norm voldoen

Chirurgen in vier kinderhartcentra voeren te weinig operaties uit, waardoor centra niet aan de norm voldoen
Oud-minister Ernst Kuipers en chirurgen aan het werk
Bron: EenVandaag

De vier ziekenhuizen die complexe hartoperaties bij pasgeboren baby's uitvoeren, doen dat te weinig. Dat blijkt uit nieuwe cijfers. Kinderhartchirurgen maken dus te weinig vlieguren. Oud-minister Ernst Kuipers: "We gaan tekort schieten in kwaliteit."

Uit nieuwe cijfers van de de Wetenschappelijke Vereniging voor cardio-thoracaal chirurgen (NVT) blijkt dat het Erasmus MC in Rotterdam in 2023 38 ingrepen bij pasgeboren baby's deed. Het LUMC in Leiden 51, het UMC Groningen 20 en UMC Utrecht 39. Terwijl de zogenoemde 'volumenorm' (hoeveel operaties een ziekenhuis moet uitvoeren per jaar) voor deze operaties op 60 per centrum ligt.

'Geen enkel centrum haalt de norm'

Dit schreven de kinderhartchirurgen in 2021 zelf in een rapport: 'In de volumecriteria is bekend dat uitkomsten bij kinderen die binnen 30 dagen na hun geboorte geopereerd worden, verbeteren als het centrum er meer dan 60 per jaar doet.'

Later ontstond er discussie over die 60 operaties en bepleitte de beroepsgroep dat die norm ook wel naar 40 kon. Maar toenmalig minister van Volksgezondheid Ernst Kuipers en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) hielden vast aan 60. "Geen enkel centrum haalt de norm. Dat betekent dat we tekort gaan schieten", zegt Kuipers over de laatste cijfers.

Verantwoordelijkheid op je schouders

Ook zorgeconoom Marco Varkevisser van de Erasmus Universiteit Rotterdam reageert fel op de cijfers: "Als je als medische beroepsvereniging tot volumecriteria komt, dan rust er ook een verantwoordelijkheid op je schouders om te zorgen dat je aan die criteria voldoet", vindt hij.

"Niet alleen voor de medisch professionals is dat een verantwoordelijkheid, maar ook voor de ziekenhuisbestuurders en voor de zorgverzekeraars die uiteindelijk die zorg gaan inkopen."

Bekijk ook

Concentratie goed idee

In 2021 nam het kabinet het besluit om de kinderhartchirurgie te concentreren naar twee ziekenhuizen: het Erasmus MC in Rotterdam en het UMC Utrecht. Door op minder plekken te opereren, zou de kwaliteit van de zorg omhoog gaan, was de gedachte. Een meer dan logische gedachte, volgens Ernst Kuipers, die voor zijn ministerschap bestuursvoorzitter was van het Erasmus MC.

"Je weet zeker dat als je dit concentreert en de volumes per centrum omhoog brengt, dat de kwaliteit ook verbetert. Dat is keer op keer bewezen. Niet alleen in de kinderhartzorg, maar in de volle breedte in de zorg."

Strijd tussen ziekenhuizen

Maar ondanks dat eigenlijk iedereen het erover eens was dat concentratie goed zou zijn voor de zorg voor jonge patiënten met een aangeboren hartafwijking, barstte de strijd los. Artsen en bestuurders gingen pal achter hun eigen centrum staan. Ouders van patiëntjes voerden actie en de verhoudingen tussen de ziekenhuizen raakten ernstig verstoord.

"Er werd echt met modder gegooid", zegt zorgeconoom Varkevisser, die stelt dat de kwaliteit in de ziekenhuizen nog steeds hoog is. "Het gaat om een handvol chirurgen die dit soort ingewikkelde operaties met hun ziel en zaligheid doen. Ze zijn daar hun hele carrière al mee bezig. Het zijn allemaal zeer toegewijde medisch professionals. Als jouw ziekenhuis dat kwijtraakt, dan voelt het voor een aantal mensen ook alsof ze hun levenswerk uit hun handen zien wegvloeien."

info

Geen reacties van ziekenhuizen en patiëntenorganisaties

Voor dit onderzoek heeft EenVandaag veel mensen op achtergrondbasis gesproken. Geen van de bestuurders van de universitaire ziekenhuizen wilden op camera reageren. Ook de patiëntenorganisaties wilden dat niet.

Streep door de plannen

Ondertussen gebeurde er nog van alles. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) kwam met een uiterst kritisch rapport, waarna Ernst Kuipers ook nog eens een ziekenhuis inwisselde: Groningen werd aangewezen als ziekenhuis om de kinderhartchirurgie te behouden, in plaats van Utrecht.

In januari 2024 zette de rechter een streep door de concentratieplannen. Kuipers en zijn voorganger Hugo de Jonge hadden weliswaar het recht zo'n concentratie op te leggen, maar onderbouwden die onvoldoende, vond de rechter.

Veel fouten gemaakt

Varkevisser vindt dat er veel fouten zijn gemaakt in het proces. "In mijn ogen is een belangrijke, misschien wel de belangrijkste, les dat aan de Kamerbrief, waarin de concentratie werd aangekondigd, een veel grondiger analyse ten grondslag had moeten liggen. Die had openbaar moeten zijn."

Want dan had de discussie over de feiten kunnen gaan, zegt Varkevisser. "Nu is er een te lange periode geweest tussen de beslissing en het hele traject, waarbij sentimenten en emoties de bovenhand hebben kunnen kunnen krijgen. En dat heeft het proces van meet af aan in de wielen gereden en ervoor gezorgd dat het ook ontspoord is."

Bekijk ook

'Gemiste kans'

Ernst Kuipers noemt het niet doorgaan van concentratie in de kinderhartchirurgie 'een gemiste kans'. "Ouders en patiënten weten gewoon dat het beter kan. En dit dossier loopt al 30 jaar. De eerste rapportage van de Gezondheidsraad destijds dateert uit 1993 met een heel helder advies: je moet concentreren en het aantal operaties en hartkatheterisaties naar minder centra brengen."

Ook na die tijd verscheen rapport op rapport met telkens dezelfde conclusie, vertelt Kuipers. "Voor veel mensen is dit echt een hoofdpijndossier."

'Nieuwe kleren van de keizer'

Maar is er dan helemaal niets gebeurd, sinds de uitspraak van de rechter? Jawel, er is een samenwerkinsgverband opgestart tussen de UMC's van Groningen, Utrecht, Leiden en Amsterdam.

Daarnaast is er een samenwerking tussen Rotterdam en het Radboudumc in Nijmegen. Kuipers is absoluut niet onder de indruk en noemt het 'de nieuwe kleren van de keizer'. "Ik vind het een beetje triest om te constateren, maar dat is feitelijk wat we in het verleden ook deden."

Bekijk ook

'Wat als er een complicatie ontstaat?'

Groningen, Utrecht, Leiden en Amsterdam zijn van plan om straks de artsen te laten reizen in plaats van de patiënten. Iets wat eerder nog werd bekritiseerd door de kinderhartchirurgen zelf, zegt Kuipers, die dat zelf ook een slecht idee vindt.

"Wat gebeurt er straks als er een complicatie ontstaat, terwijl dat team dan al weer is teruggereisd?"

'Terug bij af'

Varkevisser wacht de definitieve plannen van de ziekenhuizen af en vindt dat we op dit moment 'terug bij af' zijn: "Je kunt constateren dat we na drie, vier jaar heel veel ruzie, waarbij heel veel verhoudingen op scherp zijn komen te staan, uiteindelijk niet veel zijn opgeschoten. Waar we destijds mee begonnen in 2021 is eigenlijk de situatie waar we nu weer staan."

Kuipers is dat met de zorgeconoom eens: "De situatie is onveranderd met het oude. En je kunt straks al die oude rapporten met aanbevelingen om te concentreren er weer bij pakken, want die gelden nog steeds."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Heeft het nut als ik geen Amerikaanse producten meer koop? En andere vragen over boycots beantwoord

Heeft het nut als ik geen Amerikaanse producten meer koop? En andere vragen over boycots beantwoord
Amerikaanse Bourbon, beeld ter illustratie
Bron: ANP/AFP

Soms laat je een product in de winkel liggen. Niet om de prijs, maar uit protest tegen het bedrijf of land erachter. Nu Trump importheffingen oplegt, merken we in de chat discussie over Amerikaanse producten. We beantwoorden jullie vragen over boycots.

Jullie vragen worden beantwoord door hoogleraar Internationale Economie Harry Garretsen (Rijksuniversiteit Groningen) en historicus Maartje Janse (Universiteit Leiden).

1. Heeft het nut als ik als consument producten niet meer koop?

"Ja, een spontane consumentenboycot kan bedrijven of landen wel degelijk raken: in reputatie en in de portemonnee", begint hoogleraar Garretsen. "Je ziet dat nu bijvoorbeeld gebeuren met Tesla. Omdat sommige consumenten het niet eens zijn met het gedachtegoed van Elon Musk, keldert de verkoop van Tesla-auto's in Europa."

"Consumenten hebben een bijzonder soort macht", antwoordt historicus Janse. "Als individuele consument heb je niet zoveel invloed, maar als collectief wel. Zeker wanneer een overtuiging om producten niet te kopen breed gedeeld wordt, in Europa of zelfs wereldwijd."

Het idee achter een boycot is simpel, vervolgt ze: "Als wij samen onze krachten bundelen door dit product niet meer kopen, dan kan het bedrijf of land daar zoveel last van hebben dat ze hun strategie wijzigen. Het is een manier om invloed proberen te krijgen op beleid. En de geschiedenis laat zien dat dit kan slagen."

Janse doet als historicus onderzoek naar protesten, waaronder boycots. Ze wijst op het oudste voorbeeld dat bekend is van een grootschalige boycot. "In 1791 besloten een half miljoen Britten geen suiker meer te kopen die afkomstig was van plantages waar tot slaaf gemaakten onder dwang werkten. Mensen realiseerden zich: 'Als ik suiker koop die in zulke omstandigheden is geproduceerd, ben ik medeverantwoordelijk.' Het parlement wilde niet luisteren, dus namen burgers zelf het initiatief," vertelt ze. "Het was best een succesvolle actie: de verkoop van deze suiker daalde met een derde."

info

Waar komt de term 'boycot' vandaan?

"De term komt uit 1880, toen de Ierse Charles Boycott slachtoffer werd van een collectieve actie", weet historicus Janse. "Meneer Boycott moest huren innen, en wilde die niet verlagen. Daarom keerde het hele dorp zich tegen hem, en negeerde hem."

"Tegenwoordig boycotten we niet meer één persoon. Het kan dat iemand geen zaken weer wil doen met een ander, maar dit noemen we geen boycot meer. Een boycot is nu gericht tegen een product of land."

2. Hoeveel consumenten moeten een product boycotten voordat die zinvol is?

"In hoeverre een bedrijf of land precies geraakt wordt, hangt af van het type boycot", zegt econoom Garretsen. "In principe is een boycot een actie vanuit consumenten die het niet eens zijn met beleid, en daarover zeggen: 'Dit willen we niet meer.' Als zij besluiten producten niet meer te kopen, kan dit bedrijven of landen zeker raken."

"Daarvoor is het niet per se nodig dat miljoenen mensen stoppen met het kopen van een bepaald product", zegt hij. "Vaak blijken lagere percentages al genoeg. Net als bij protesten en demonstraties, kunnen kleinere groepen al iets in beweging zetten."

"Een kleinere groep kan de reputatie van een bedrijf of land al beïnvloeden", verklaart de hoogleraar. "Social media spelen hierin natuurlijk een rol. Daar verspreiden acties zich snel. Zelfs wanneer de omzet van een bedrijf nog niet gekelderd is, kan een bedrijf dan toch al angst voelen voor imagoschade. Het voelt zich aangesproken of genoodzaakt om beleid te veranderen, zeker wanneer het bedrijf veel concurrentie heeft."

Toch is een boycot nog effectiever als die niet alleen gebaseerd is op de vrijwilligheid van consumenten, maar ook formeel via politiek en wetgeving wordt afgedwongen, legt Garretsen uit. "Wanneer een overheid zegt: dit product mag het hele land niet meer in. Dat gebeurt bijvoorbeeld met Russische producten. Daar trekt de overheid een grens in hoe we met die producten omgaan. En is er in feite een formele boycot."

Bekijk ook

3. Is een boycot niet gewoon om jezelf beter te voelen?

"Consumenten boycotten inderdaad omdat ze zich daar beter bij voelen. Als je iets doet waarvan jij denkt dat het zin heeft, dan voel je je daar goed over", zegt Janse. Maar dit vindt ze geen reden om boycots af te schrijven. Integendeel.

"Het is wat simplistisch enkel te kijken naar het directe effect van een boycot op beleid. Want het heeft ook een grote waarde voor individuen en groepen, en die is ook belangrijk. In plaats van je machteloos te voelen, heb je het idee dat je gedrag ertoe doet."

"Een boycot gaat ook over ergens voor staan, laten zien wat je waarden zijn. Het is een expressie van wie jij als consument wil zijn", licht ze toe. "Ook kan het het groepsgevoel versterken. Een beweging om meer Europees te kopen, versterkt bijvoorbeeld niet alleen de economie, maar versterkt ook het Europese wij-gevoel."

info

Wat vinden panelleden van Amerikaanse producten?

De importheffingen die de Amerikaanse president Donald Trump wil invoeren, maken dat het imago van de Verenigde Staten een stuk slechter is geworden in Nederland. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder bijna 24.000 leden van het Opiniepanel, gepubliceerd op 8 april 2025.

De helft (51 procent) kijkt negatiever naar Amerikaanse supermarktproducten dan een jaar geleden. Het boycotten van Amerikaanse producten doen een stuk minder mensen. 1 op de 5 (20 procent) zegt geen Amerikaanse producten meer te kopen.

4. Hoe moeilijk of makkelijk is het om een volledige boycot van de Verenigde Staten te realiseren?

Een volledige boycot lijkt Garretsen moeilijk te realiseren. "Oproepen om te boycotten richten zich vaak op de typisch Amerikaanse producten, zoals whiskey. Maar er zijn natuurlijk heel veel dingen die we uit de Verenigde Staten halen. Bijvoorbeeld halffabrikaten die in producten verwerkt zijn, of diensten van Google of Apple. Een volledige boycot zou ook daarover moeten gaan, maar dat wordt al snel ingewikkelder. En dan rijst de vraag of we dat wel willen."

"Een volledige boycot is bovendien niet alleen economisch, maar gaat ook over sport en cultuur", zegt Janse. Ze geeft het voorbeeld van de anti-apartheidboycots van Zuid-Afrika in de jaren 70 en 80. "Dat waren niet alleen economische acties om bijvoorbeeld geen Zuid-Afrikaanse sinaasappelen meer te consumeren."

Al vanaf 1964 mocht Zuid-Afrika niet meer meedoen aan de Olympische Spelen. "Later drongen de Verenigde Naties erop aan om alle culturele en sportieve banden met het land te verbreken. Artiesten traden er niet meer op."

"Je ziet dat er nu ook zo'n oproep tot culturele boycot is tegen Israël. Mensen zeggen: ook daar is een apartheidsregime aan het ontstaan. Universiteiten moeten niet meer met het land samenwerken. Het land moet niet meer mee mogen doen aan het Songfestival. Dit gaat dus ook verder dan het niet meer kopen van Israëlische producten."

"Ik zie Amerika nog niet zo snel in die hoek van Zuid-Afrika en Israël belanden", vervolgt ze. "Maar Amerika is zichzelf wel aan het isoleren. En de vraag is of dit ook invloed gaat hebben op culturele uitwisseling. Je hoort bijvoorbeeld al wel van mensen dat ze niet meer naar Amerika op vakantie willen gaan. Dat is ook een vorm van boycot."

Bekijk ook

5. Gaan winkels aangeven uit welke landen producten komen, bijvoorbeeld met stickers?

"Traditioneel is een boycot gericht op een product of bedrijf. Maar je ziet ook dat een boycot breder gericht kan zijn op een land: er wordt dan wel een product gekozen, maar het is eigenlijk niet om dat specifieke product te doen. Dat product staat symbool voor iets groters." Dit zie je nu met Amerikaanse producten gebeuren, volgens Garretsen.

"Het is consumenten niet per se te doen om bijvoorbeeld Amerikaanse whiskey, of McDonalds, maar dit soort producten of bedrijven symboliseren hun opvatting over waar Amerika onder Trump mee bezig is", zegt hij. "Consumenten willen een signaal afgeven tégen Trump: 'Er zijn grenzen, we pikken niet alles.'", zegt Janse hierover.

Er zijn landen waar labels op producten worden geplakt om hun herkomst aan te geven. Zo heeft Denemarken stickers die wijzen op Europese herkomst, en wordt in Canada opgeroepen om Canadian First - producten gemaakt in Canada - te kopen. "Dit zijn eigenlijk voorbeelden van een soort omgekeerde boycots, om producten uit eigen regio te kopen."

Een meerderheid van de deelnemers aan het Opiniepanel-onderzoek wil dat Nederlandse supermarkten labels plakken op Europese producten. Twee derde van de deelnemers (68 procent) lijkt dat een goed idee.

Bekijk ook

Supermarktbranche: 'Consument moet weloverwogen kunnen kiezen'

Vermelding van het land van herkomst is niet op elk product verplicht. Volgens Europese en Nederlandse regels moet de herkomst op het etiket staan in een paar situaties, bijvoorbeeld bij onbewerkt vlees, eieren, vis en zeevruchten, groente en fruit, olijfolie en honing. Ook geldt deze verplichting wanneer het ontbreken van herkomstinformatie de consument kan misleiden, bijvoorbeeld bij producten met geografische aanduidingen zoals vlaggen.

Volgens supermarktbranchevereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) moeten consumenten 'weloverwogen kunnen kiezen welk product met welke herkomst zij kopen. Het juist en volledig etiketteren van producten is daarom van belang'.

Het CBL laat weten dat supermarkten zelf verantwoordelijk zijn voor de juiste etikettering van huismerkproducten. Bij A-merken ligt die verantwoordelijkheid bij de fabrikant. Het CBL heeft verder geen informatie over individuele assortimentskeuzes en voorkeuren van consumenten in het koopgedrag wat betreft herkomst van producten.

info

EenVandaag Vraagt

Bij EenVandaag heb je de mogelijkheid om vragen en ideeën in te sturen. Dat kan altijd in onze chat, of je kunt meedoen aan de gerichte EenVandaag Vraagt-oproepen die wij zo'n twee keer per week plaatsen in de Peiling-app. De Peiling-app is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

6. Hoe raakt een boycot een land anders dan tegenheffingen?

"Importheffingen zijn minder moreel geladen dan een boycot", zegt Garretsen. "Die hoeven niet per se iets goeds of fouts te betekenen. Landen kunnen gewoon blijven handelen. Alleen maakt een van de twee, of beide, het duurder. Het is van een andere orde wanneer een land zegt: 'Ik wil jouw producten helemaal niet meer.'"

"De laatste stand van zaken is dat het voor Europa misschien toch lijkt mee te vallen met de Amerikaanse importheffingen. Maar wat Amerika en China nu onderling doen - steeds hogere en hogere importheffingen - gaat op den duur in de praktijk over in een boycot. Dan kunnen Chinese producten niet meer naar Amerika geëxporteerd worden, en Amerikaanse producten niet meer naar China. Als dat doorgaat, escaleert een handelsoorlog in een handelsboycot."

"De impact van boycotacties tegen Amerika lijkt op de korte termijn misschien gering", zegt Janse. "Maar als je het bredere plaatje bekijkt, dan besef je dat een boycot onderdeel is van het grotere fenomeen dat een land z'n status verliest. Amerika verliest een deel van de invloedsfeer die het na de Tweede Wereldoorlog heeft gekregen. En mensen zien Amerika niet langer vanzelfsprekend als een betrouwbaar land."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant