
Nu Duitsland nadenkt over een nieuwe vorm van de dienstplicht, komt ook in Nederland het gesprek hierover weer op gang. Hier is de dienstplicht namelijk nooit afgeschaft, alleen de opkomstplicht is opgeschort. We vroegen wat jullie hierover wilden weten.
Bijzonder hoogleraar militaire geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam Floribert Baudet en hoogleraar militair-operationele wetenschappen Han Bouwmeester bij de Faculteit Militaire Wetenschappen aan de Nederlandse Defensie Academie beantwoorden jullie vragen.
1. Wat waren de redenen voor het opschorten van de dienstplicht in Nederland?
"De dienstplicht in Nederland is niet afgeschaft. Maar sinds 1 mei 1997 is de opkomstplicht uitgesteld. Defensie roept daarom geen nieuwe dienstplichtigen meer op", staat op de website van de Rijksoverheid.
Volgens Baudet waren er meerdere redenen om de dienstplicht in Nederland op te schorten. Ten eerste voelden mensen aan het einde van de Koude Oorlog geen directe dreiging meer waarvoor een dienstplichtig leger nodig was.
Daarnaast werd het systeem als steeds oneerlijker ervaren: een procentueel steeds kleiner deel van de mannen werd willekeurig opgeroepen, waardoor zij een onoverbrugbare achterstand opliepen ten opzichte van hun leeftijdsgenoten, bijvoorbeeld in opleiding en werkervaring. "Dat heeft weer invloed op hun inkomen en uiteindelijk zelfs op hun pensioen", legt Baudet uit.
2. Is het mogelijk om de opkomstplicht in Nederland weer te heractiveren?
"Het opschorten van de opkomstplicht kan worden beëindigd met een Koninklijk Besluit. De nieuwe toestand treedt in werking na 2 weken. Als de Kamer zich daartegen uitspreekt, wordt het Koninklijk Besluit weer ingetrokken. Dus hoewel de minister over de dienstplicht gaat, is het beëindigen van opschorting iets waar de mening van de Eerste en/of Tweede Kamer de doorslag geeft", zegt Baudet.
De militaire dienstplicht geldt in Nederland voor iedereen tussen de 17 en 45 jaar.
"In de Kaderwet Dienstplicht (2020) staat dat je tot je 35ste dienstplichtig wordt ingeschreven. Dat betekent dat je tot die leeftijd een oproep voor de eerste oefening kunt krijgen. Je bent niet meer dienstplichtig na je 45ste, je wordt ook niet meer voor herhalingsoefeningen opgeroepen", zegt Floribert Baudet. "In 2020 is de dienstplicht uitgebreid naar vrouwen."
Duitsland wil een nieuwe vorm van de militaire dienstplicht, maakte het Duitse weekblad Die Zeit vorige week bekend. Alle mannen moeten vanaf hun 18de verplicht een online vragenformulier invullen over hun motivatie en geschiktheid. Jonge vrouwen mogen deze vrijwillig invullen. Een deel van de jongeren wordt vervolgens opgeroepen voor een fysieke test.
3. Waarom is Nederland terughoudend in het oproepen van dienstplichtigen?
De infrastructuur van kazernes en oefenterreinen na de Koude Oorlog is voor een groot deel afgestoten. "Dat geldt ook voor de enorme voorraden uniformen en andere uitrusting", vertelt Baudet. Als we de opkomstplicht opnieuw invoeren, kunnen we de dienstplichtigen nergens onderbrengen of laten oefenen.
"Daarnaast moet een dienstplichtleger worden opgeleid," zegt Baudet. "Dat betekent dat je opleiders nodig hebt." Maar juist die opleiders zijn er nu niet, omdat de krijgsmacht al een enorm personeelstekort heeft.
De discussie over de herinvoering van de opkomstplicht komt altijd naar boven als er internationale spanningen zijn, en dat is misschien ook wel begrijpelijk. Maar volgens Baudet is het opnieuw invoeren van de dienstplicht geen oplossing voor de korte termijn, omdat het een langdurig proces is. "In 1945 werd gedacht dat de nieuwe naoorlogse krijgsmacht een mix van beroepsmilitairen, reservisten en dienstplichtigen rond 1960 gereed zou zijn. Het is lastig in te schatten of het nu sneller kan, ook omdat er nieuwe 'gevechtsterreinen' zijn, zoals cyberspace. Dat vereist wel militairen, maar die hoeven niet dezelfde training te krijgen als in de oude oorlogen met tanks en vliegtuigen."
4. Wordt er momenteel serieus overwogen om de dienstplicht opnieuw te activeren? En zo ja, wat zouden hiervan de voordelen zijn?
Er wordt momenteel wel gespeculeerd in de politiek over het opnieuw invoeren van de dienstplicht, maar volgens Bouwmeester wordt het nog niet serieus overwogen. "Wat ik wel zie, is dat verschillende politieke partijen af en toe uitspraken doen over een maatschappelijke of sociale dienstplicht", vertelt hij. "Ze denken breder, niet alleen aan Defensie, maar aan een jaar waarin jonge mannen en vrouwen een taak voor de maatschappij vervullen, bijvoorbeeld in ziekenhuizen, bejaardentehuizen, of de plantsoenendienst."
Volgens sommige mensen is de activering van de dienstplicht onvermijdelijk omdat de persooneelstekorten van Defensie zo groot zijn, zegt Baudet. "Met vrijwillige dienst kan de krijgsmacht de enorme personeelstekorten niet oplossen. Het opnieuw invoeren van de opkomstplicht zou die tekorten wel kunnen verhelpen", zegt hij.
"Bovendien haalt het mensen uit hun eigen bubbel. In de tijd van de dienstplicht dienden mensen uit alle lagen van de bevolking samen. Politici dachten dat dit de sociale cohesie versterkte, omdat het hen de kans gaf om mensen met een heel andere achtergrond te ontmoeten."
In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.
5. Is het dienjaar een serieus alternatief voor de opkomstplicht of dienstplicht? Of worden er andere vormen van verplichte dienst overwogen?
"Het lijkt op elkaar, maar het is wel anders", zegt Bouwmeester. "Bij een dienjaar kies je vrijwillig om bij Defensie te werken, terwijl de traditionele dienstplicht iedereen verplicht. De invulling van het jaar kan vergelijkbaar zijn, maar het grote verschil is dat de dienstplicht dwang is, terwijl je bij een dienjaar zelf kiest."
Baudet voegt eraan toe dat er jaarlijks slechts enkele honderden mensen vrijwillig voor een dienjaar kiezen. "Of het een oplossing kán zijn, hangt ook af van wie zich melden en met welke kennis. Het lastige is dat je niet weet wie zich als vrijwilliger aanmeldt en wat zij meenemen aan ervaring. Dat maakt het plannen lastig, of gewoon onmogelijk."
6. Hoe verloopt het proces voor iemand die wordt opgeroepen voor de dienstplicht? Wordt er bijvoorbeeld een officiële brief verstuurd?
Het proces voor iemand die opgeroepen wordt voor de dienstplicht begint eigenlijk vrij simpel: rond je 17de verjaardag krijg je een brief waarin staat dat je dienstplichtig bent. Maar het wordt pas echt interessant als er weer een nieuwe opkomstplicht komt, want dan moet er bepaald worden hoeveel mensen Defensie eigenlijk nodig heeft en kan opleiden. "Dat is een politieke afweging", zegt Baudet, "want opleiden kost natuurlijk veel geld."
Heb je die brief ontvangen, dan moet je gekeurd worden. Wie door de keuring komt, wordt weer naar huis gestuurd en krijgt later te horen of, en zo ja, waar de dienst precies moet worden vervuld.
"Op de dag dat je wordt opgeroepen, meld je je aan bij de kazerne waar de opleiding gaat beginnen," legt Baudet uit. Daar krijg je dan je militaire uitrusting, en begint de 'eerste oefening'. Zodra die voorbij is, gaat de dienstplichtige op groot verlof, maar dat betekent niet dat de dienst voorbij is. "De kennis moet op peil worden gehouden door middel van periodieke herhalingsoefeningen", vertelt Baudet. En dat gaat zo door, totdat de dienstplichtige te oud is geworden om nog mee te doen.
7. Wat zijn de opties voor mensen die zich niet kunnen vinden in de militaire doelen waarvoor ze mogelijk opgeroepen zouden kunnen worden?
Sinds het begin van de 20ste eeuw kun je in Nederland een beroep doen op gewetensbezwaar als je je niet kunt vinden in de militaire doelen waarvoor je opgeroepen zou kunnen worden. "Oorspronkelijk ging dit alleen om religieuze bezwaren", legt Baudet uit. "Wie politieke bezwaren had, had pech. Daarin is later wel enigszins verandering gekomen."
"Als je gewetensbezwaar had, had je twee opties: de ene groep accepteerde het principe van dienst doen, maar was tegen het leren doden, terwijl de andere groep het hele principe van de dienstplicht verwierp. De eerste groep kon, als hun bezwaar werd geaccepteerd, een traject in dat uiteindelijk uitmondde in sociale dienstplicht", vertelt Baudet. "Een aantal van mijn vrienden zijn bijvoorbeeld brancardier geweest."
"Die vervangende dienst duurde langer dan de militaire dienst, wat als onrechtvaardig werd ervaren. Maar wie de vervangende dienst helemaal weigerde, werd vaak als 'totaalweigeraar' berecht en meestal veroordeeld."
Er was ook een simpelere manier om onder de dienstplicht uit te komen. "Bij de keuring of aan het begin van de Eerste Oefening kon je mentale instabiliteit simuleren", zegt Baudet. Dan kreeg je de zogenaamde aantekening S5, waardoor je als ongeschikt werd beschouwd voor de dienst.
Je werd na de Tweede Wereldoorlog gekeurd aan de hand van het ABOHZIS-systeem waarbij de letters staan voor: algemene fysieke toestand (A), bovenlichaam (B), onderlichaam en rug (O), horen (H), zien (Z), intelligentie (I) en stabiliteit (S). Tijdens de keuring hanteerde het leger een waarderingsschaal van 1 t/m 5, waarbij S5 de laagste score was, staat op de website van het Nationaal Militair Museum.

Diklah en Michael wonen in Nederland en worstelen met de onrust in hun geboorteland Israël: 'Leed is leed'
Ruim 10.000 mensen met Israëlische roots wonen in Nederland. Terwijl zij hier hun leven opbouwen, blijft het land van hun jeugd in beweging door politieke onrust. Zij vergelijken het leven in Nederland met het land dat altijd in hun hart blijft.
We spreken Diklah Zohar en Michael Ballack. De een woont al bijna 30 jaar in Nederland, de ander zelfs al sinds de jaren 70. Toch blijft de situatie in hun geboorteland, Israël, hen bezighouden. "Leed is leed, of het nu Palestijnse of Israëlische kinderen betreft."
Van Jeruzalem naar Leiden
Diklah kwam in 1996 vanuit Jeruzalem naar Nederland, kort na haar bachelor kunstgeschiedenis. "Mijn idee was altijd om ook in het buitenland te studeren", vertelt ze. "Ik dacht aan Italië, maar het werd Nederland. Mijn studietijd hier was echt fantastisch." Ze studeerde verder in Leiden, promoveerde aan de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) en bouwde een carrière op als kunsthistoricus en mozaïek kunstenaar.
Haar fascinatie voor mozaïeken begon tijdens een workshop in Italië. "Het was een openbaring. Dit is kunst die ik echt wil maken." Inmiddels maakt ze eigen werk en leidt ze tentoonstellingen in kunstcentrum Kunstliefde in Utrecht, waar ze ook directeur is.
Al 47 jaar hier
Michael kwam in 1978 op zijn 26ste al naar Nederland. "Na 47 jaar is mijn leven absoluut hier", zegt hij. "Een deel van mij blijft Israëlisch, maar mijn leven is in Nederland." Zijn grote passie is motorrijden, of het nu door de Negev-woestijn is of langs de sloten van de Flevopolder. "Het is meditatie voor mij."
Hij groeide op in Israël, maar vond het land 'een opgesloten eiland'. De vrijheid die hij in Nederland ervoer van de coffeeshop tot de open discussiecultuur maakte diepe indruk. "In plaats van alles verbieden, laten ze mensen zelf bepalen of ze volgens de regels leven. Ik haat regels."
Rust en discussie
Voor Diklah was vooral de rust de grootste verandering. Ze verliet Israël tijdens de hectische jaren van de Oslo-akkoorden en terreuraanslagen. "In Israël eindigt een discussie vaak in geschreeuw. Hier luisteren mensen echt naar elkaar." Tegelijk merkt ze dat ook Nederland verandert. "Er is veel desinformatie. Mensen zijn onzeker en we zijn daardoor dingen opnieuw aan het definiëren."
Michael herkent de verschuiving. Hij loopt als Israëliër niet met een keppeltje op straat. "Je moet wel opletten. Tijden veranderen." Toch blijft hij hoopvol: "Ik zag laatst een bijeenkomst met Palestijnen en Joden die met elkaar praatten zonder te schreeuwen. Dat geeft hoop."
Gedeeld verdriet
Michael reist vooral voor vrienden en familie naar Israël, maar wil er niet meer wonen. "Zeker niet met de huidige politiek. Het is een foute regering", zegt hij. "Niet alleen door Netanyahu, maar de hele regering. Ze hebben de meerderheid in het parlement en kunnen doen wat ze willen, terwijl veel Israëliërs juist vrede willen en naast een Palestijnse staat willen leven."
Diklah voelt soms de druk om zich te verantwoorden voor het handelen van Israël, ook al staat ze er niet achter. "Wat er in Gaza gebeurt vind ik verschrikkelijk. Leed is leed, of het nu Palestijnse of Israëlische kinderen betreft." Michael noemt 7 oktober "barbaars" en zegt dat de verkeerde mensen worden aangevallen. "Ga maar een militaire basis aanvallen, maar niet een leefgemeenschap waar mensen juist vrede willen."
Tussen twee werelden
Leven in Nederland betekent soms ook tussen wal en schip vallen. Michael: "In Amsterdam voelde ik me meteen thuis, maar er zijn momenten dat je als Israëliër moet opletten wat je zegt." Diklah merkt hoe mensen soms op slot gaan zodra ze horen dat ze uit Israël komt. "Dan wordt het gesprek ineens heel anders. Dat vind ik jammer."
Toch waarderen ze de kansen die Nederland biedt. Michael noemt het nog steeds 'hemel op aarde' vergeleken met veel plekken in de wereld. Diklah voelt zich hier professioneel thuis, maar blijft via haar kunst en reizen verbonden met Israël.
Hoop en realisme
Of er ooit vrede komt? Beiden zijn sceptisch maar hopen op verandering. "Elk volk heeft het recht zichzelf te definiëren. Het zou mooi zijn als Palestijnen en Joden in vrede konden leven. Misschien ben ik naïef, maar ik geloof dat het kan", zegt Diklah. Michael eindigt liever met humor, zoals met zijn mop over God die zegt dat er ooit vrede komt: "Maar ik maak het niet meer mee."
In hun verhalen klinkt de liefde voor Israël én voor Nederland, maar ook de pijn van een conflict dat hun identiteit dagelijks raakt. Ze wonen hier, maar een deel van hun hart blijft daar. Zoals Michael het zegt: "Life is good. Geen klachten. Maar Israël laat je nooit los."