Het EenVandaag-Verkiezingsdebat van 2023 Bron: ANP
Het EenVandaag-Verkiezingsdebat van 2023
Verkiezingen 2025

'Breekpunt', 'het midden' en 'hardwerkende Nederlander': wat politici bedoelen als ze dit zeggen

Doe mee

De verkiezingen komen eraan en dus vliegen de campagnetermen je weer om de oren. Maar wat bedoelen politici nou precies met bijvoorbeeld 'verantwoordelijkheid nemen'? We legden politiek commentator Joost Vullings acht door jullie gekozen termen voor.

Dit zijn woorden die echt horen bij een verkiezingscampagne, begint Vullings. "Ze worden gebruikt in de verkiezingsstrijd om duidelijk te maken waar een partij staat ten opzichte van andere partijen."

1. 'Partijen uitsluiten'

De term 'partijen uitsluiten' wordt door politici gebruikt om duidelijk te maken dat ze niet met een bepaalde partij willen samenwerken, legt Vullings uit. ''Partijen kondigen dan vóór de verkiezingen aan dat ze niet met een bepaalde partij in een kabinet willen samenwerken." Die uitsluiting komt volgens politiek commentator vaak door principiële verschillen tussen partijen waarvan men vindt dat niet te overbruggen zijn.

"In de tijd van de Lijst Pim Fortuyn zagen we dit al en ook nu gebeurt het, bijvoorbeeld bij de PVV. Die partij wordt vaker uitgesloten door partijen, omdat ze de PVV als ondemocratisch bestempelen of vinden dat de partij standpunten heeft die discriminerend zijn."

Maar het zijn niet alleen de inhoudelijke standpunten die voor uitsluiting zorgen, gaat Vullings verder. "Zo zette de VVD al eerder een streep door de samenwerking met de PVV. Na de Catshuiscrisis van 2012, waar Wilders wegliep tijdens onderhandelingen, heeft Mark Rutte gezegd: 'Ik vind hem zo onbetrouwbaar, daar ga ik niet nog een keer mee samenwerken.'"

Bron: EenVandaag
Politiek commentator Joost Vullings in de Tweede Kamer

Later speelde ook de inhoud een rol in het uitsluiten van de partij, zegt Vullings. "Na de beruchte 'minder, minder-uitspraak' van Wilders concludeerde de VVD dat de partijen niet bij elkaar paste."

De term 'uitsluiten' hoor je veel in de verkiezingstijd en dat is niet zomaar. Volgens Vullings is het een spel tussen politieke partijen en dient het ook een strategisch belang.''Zo werd de PVV jarenlang uitgesloten door andere partijen. Veel kiezers dachten daardoor: 'op de PVV stemmen heeft weinig zin, ze mogen toch niet meeregeren.' Vooral in campagnetijd hoorde je dat vaak van de kiezers terug.''

Bij de vorige verkiezingen is daar verandering in gekomen. "De VVD zette na een leiderschapswissel de deur naar een samenwerking met de PVV open. Door de winst van de PVV en de samenwerking met de VVD kregen we uiteindelijk een rechts kabinet."

2. 'Breekpunt'

De verkiezingsterm 'breekpunt' is een variant op 'uitsluiten', zegt Vullings. "Als je aan een partij vraagt: 'Wat is een breekpunt?' Dan is dat iets in het verkiezingsprogramma waarvan een partij zegt: 'Dat is zo belangrijk voor ons dat als wij in een coalitie terechtkomen, dan moeten andere coalitiepartijen eigenlijk vinden wat wij vinden. Want anders werken we niet samen'", legt Joost uit.

Een recent voorbeeld van een partij die een breekpunt aankondigde is de VVD. Zo zei VVD-leider Dilan Yesilgöz dat haar partij niet in een kabinet stapt dat de hypotheekrenteaftrek wil afschaffen. "Het eigenlijke doel van partijen is om aan de kiezers aan te geven dat een onderwerp zo belangrijk voor ze is, dat ze op dat punt niet toegeven."

"Natuurlijk hebben partijen als het komt tot een kabinetsformatie nog wel de keuze, maar zou het CDA bijvoorbeeld willen samenwerken met de VVD dan blijft de hypotheekrenteaftrek zoals die is. Over andere onderwerpen valt dan nog wel te praten."

Volgens Vullings sluit je met een breekpunt potentiële samenwerkingspartners uit. "Het risico van dit soort dingen is dat je partijen uitsluit of dat je een onderwerp een breekpunt noemt en dat je er uiteindelijk op terugkomt."

3. 'Weglopen' versus 'verantwoordelijkheid nemen'

"Weglopen betekent in de politiek je verantwoordelijkheid niet nemen, letterlijk het weglopen van je taken. Het begrip wordt vaak gebruikt als verwijt richting partijen", vertelt Vullings. "De andere partijen vinden de PVV en de NSC weglopers. Zij zaten in een coalitie en stopten er ineens mee.'' Dat wordt gezien als het in de steek laten van de achtergebleven coalitiepartijen.

Volgens Vullings gaat de term 'verantwoordelijkheid nemen' hand in hand met regeren. ''Want wie regeert, neemt verantwoordelijkheid. Zo ziet men dat in Den Haag."

Vullings ziet dat er in de Nederlandse politiek een sterk waardeoordeel heerst over mee regeren of juist niet. "Als je in oppositie zit, heb je ook een verantwoordelijkheid'', zegt hij. ''Wilders verwijt de SP altijd dat ze geen verantwoordelijkheid hebben genomen, omdat ze altijd in de oppositie zitten."

4. 'In het landsbelang'

Vullings: "Dit is een politiek-filosofische discussie, want de term landsbelang suggereert dat er bepaalde daden zijn die in het belang van het land zijn. Dat het dus voor iedereen goed is en dat is per definitie subjectief."

Hij geeft een voorbeeld: "Iemand kan zeggen: 'Wees blij dat we een krijgsmacht hebben, want die verdedigen ons allemaal. Dat is in het landsbelang.' Maar iemand anders kan zeggen: 'Ik vind wapens verschrikkelijk en het is vreselijk dat er zoveel geld ernaar toe gaat. Daarom is het hebben van een krijgsmacht niet in het landsbelang.'" Volgens Vullings is de term 'in het landsbelang' daarom een nietszeggende term.

Het tegenovergestelde van deze term is 'partijbelang'."Politieke partijen geven vaak aan dat ze bepaalde uitspraken niet vanuit partijbelang doen, maar vanuit het landsbelang. Hiermee willen ze aangeven dat ze niet alleen aan zichzelf denken, maar aan het groter geheel. Maar bijna alle partijen gebruiken de term 'in het landsbelang' als het ze uitkomt."

5. 'Het midden'

We gebruiken in Nederland de 'links-rechtsschaal' als we het over politiek hebben, zegt Vullings. "Het is tegenwoordig heel moeilijk om partijen op basis van die schaal in te delen. De PVV is als partij cultureel-rechts en op papier sociaal-economisch links. Die schaal is dus niet altijd makkelijk te hanteren."

Als je in Nederland zou moeten aangeven wat 'het midden' is, dan zegt Vullings: "Over het algemeen komen we dan uit bij partijen als het CDA, D66 en NSC partijen die door de meeste mensen worden gezien als 'het midden'. Dan heb je iets verder naar links van het midden, en dan kom je bij GroenLinks-PvdA en iets meer rechts van het midden de VVD. Nog verder rechts heb je de partijen JA21, PVV en FVD."

'Het midden' is dus weer een subjectief begrip volgens Vullings. "Maar over het algemeen kun je dus zeggen dat het CDA, D66 en NSC partijen zijn die zichzelf daartoe rekenen, en ook waarvan heel veel mensen vinden dat deze partijen tot 'het midden' behoren."

6. 'Polarisatie'

Polarisatie, een term die vaker terugkomt, beschrijft het proces waarbij tegenstellingen tussen groepen in de samenleving toenemen. Dit kan leiden tot spanningen en conflicten.

Volgens Vullings leven we nu in een tijd waarin de politiek vooral draait om die tegenstellingen. "Als er geen verschillen in de samenleving waren, hadden we maar één politieke partij nodig", zegt hij. In periodes van polarisatie worden die verschillen steeds extremer. "Partijen groeien uit elkaar en de strijd onderling wordt feller en harder. Je ziet dat het samenwerken tussen de partijen in zulke tijden steeds moeilijker gaat."

Daarbij willen partijen hun achterban laten zien waarin ze zich onderscheiden, zegt Vullings. "In tijden van polarisatie schuiven sommige partijen wat verder naar links en andere juist naar rechts. Ze vergroten die verschillen bewust uit, veel meer dan bijvoorbeeld tien jaar geleden. Nu zijn partijen veel extremer. In een tijd met minder polarisatie worden er juist weer bruggen gebouwd tussen de partijen."

Dat heeft volgens Vullings ook gevolgen voor de samenleving. "Politici beïnvloeden het publiek, en het publiek beïnvloedt de politiek. Het effect is dat ze steeds verder uit elkaar drijven.''

7. 'Verkiezingsbelofte'

Volgens Vullings is de term verkiezingsbelofte er vooral één die vaak door kiezers wordt gebruikt en niet door politici. "Politici gebruiken het woord weinig, ze weten dat het riskant is,'' zegt hij.

Een bekend voorbeeld is Mark Rutte, die in de campagne van 2012 beloofde dat iedere werkende Nederlander duizend euro zou krijgen. Dat stond nooit zo zwart op wit in het verkiezingsprogramma, maar hij zei het wel. Uiteindelijk kon hij het niet waarmaken en moest hij zijn excuses aanbieden."

"'Politici beloven van alles, maar komen niks na', zo wordt dat vaak ervaren door kiezers." Maar volgens Vullings ligt dat genuanceerder. "Kiezers moeten kritischer kijken. Een verkiezingsprogramma is geen belofte, het is meer een visie: 'Als wij het voor het zeggen krijgen, dan willen we Nederland zo inrichten'. Als je alles letterlijk neemt wat een partijleider zegt, word je gegarandeerd teleurgesteld."

Hij noemt CDA-lijsttrekker Henri Bontenbal als voorbeeld. "Het enige dat hij echt belooft, is fatsoenlijke politiek." Bontenbal wil bijvoorbeeld de hypotheekrenteaftrek beperken, maar hij zegt niet: 'Ik beloof u dat het ook gaat gebeuren'."

Over het algemeen zijn politici slim genoeg om geen harde beloftes te doen. En als ze dat wel doen? "Dan moet je ze niet geloven", aldus Vullings.

8. 'Hardwerkende Nederlander'

Dit is een term die volgens politiek commentator opkwam in de jaren dat Mark Rutte premier was van Nederland. "Het is eigenlijk een marketingterm die vooral door de VVD wordt gebruikt", zegt Vullings. "De bedoeling is dat je bij het horen van de term denkt aan mensen die het land draaiende houden, en dat je jezelf daartoe rekent. Het is dus eigenlijk een term om de kiezer te vleien."

"Beleidsinhoudelijk bedoelt de VVD met een 'hardwerkende Nederlander', alleen werkende mensen. Mensen met een uitkering horen daar dus niet bij, zegt Vullings. "Er wordt een onderscheid gemaakt tussen mensen die hard werken voor zichzelf en voor Nederland en mensen die niet hard werken, maar daar wil niemand toebehoren." Volgens Vullings creëert de term het idee dat hardwerkende Nederlanders een betere behandeling verdienen dan niet-hardwerkende Nederlanders.