Foto ter illustratieBron: Unsplash
Foto ter illustratie

Zorgminister wil meer kennis verzamelen over vrouwengezondheid: 'Een goed begin, maar dit zijn babystapjes'

Er moet meer kennis komen over het vrouwenlichaam, vindt demissionair minister Daniëlle Jansen van Volksgezondheid. Op die manier moet de gezondheidszorg voor hen beter worden. En dat is volgens experts hard nodig: "We hebben gewoon haast te maken."

Demissionair minister Jansen presenteerde vandaag haar 'nationale strategie vrouwengezondheid'. Ze wil dat universiteiten meer onderzoek gaan doen naar gezondheidsproblemen die specifiek bij vrouwen spelen. Die kennis moet vervolgens snel worden omgezet in de praktijk, zodat zorg beter kan aansluiten bij wat vrouwen nodig hebben.

Op agenda krijgen

"Ik vind het een goed begin", zegt psycholoog en voormalig universitair hoofddocent Petra Verdonk. Zij is oprichter en bestuurslid van de Nederlandse Vereniging Gender en Gezondheid. "Het is fijn dat er een soort van inventarisatie is gemaakt van: wat er allemaal wordt gedaan en gekeken wordt naar hoe we focus kunnen aanbrengen."

Ze benadrukt wel dat dit een broodnodige inhaalslag is. "Het is belangrijk dat we meer kennis opdoen over hoe gezondheid bij vrouwen werkt." Er wordt door verschillende organisaties al lange tijd hard gewerkt en gelobbyd om dit op de agenda te krijgen, weet Verdonk. "We zijn steeds goed op weg en dan komt er weer een kink in de kabel. Dus het is fijn als de overheid dit oppakt."

Geen extra geld

In de nationale strategie zijn brede doelen voor de komende 5 jaar opgesteld. Die doelen moeten worden behaald door onderzoeksprogramma's die nu al lopen onder het plan te laten vallen. Maar er is meer nodig, vindt Verdonk. "Het hangt ook allemaal samen met de ongelijke positie van vrouwen in de samenleving. Dus daar moet een goede strategie op komen en die zit hier nog niet in."

Bovendien trekt demissionair minister Jansen geen extra geld uit voor het plan, tot teleurstelling van de oprichter van de Nederlandse Vereniging Gender en Gezondheid. "Er is nog steeds onvoldoende boter bij de vis. Er moet gewoon meer geld komen en dat zit hier nu niet in", zegt ze. "Het is een beetje sigaar uit een doos die we al hebben."

'Door en voor witte mannen'

Terwijl het volgens haar belangrijk is dat er snel meer kennis komt over het vrouwenlichaam, niet alleen voor vrouwen zelf, maar ook voor de samenleving als geheel. "Dat vrouwen - en andere minderheden - minder goede zorg krijgen, is voor henzelf problematisch, maar ook voor hun sociale omgeving is het problematisch."

En waarom zijn de verschillen nog steeds zo groot? "Omdat we eigenlijk nog steeds gebaande paden blijven bewandelen", zegt Verdonk daarover. De medische wereld zit volgens haar "nog steeds met de erfenis van een geneeskunde en een wetenschap die een paar honderd jaar oud is en is opgezet door witte mannen voor witte mannen. Daar komt het eigenlijk op neer."

Achterstand inhalen?

Medici moeten nieuwe specifieke dingen leren over het menselijk lichaam en sommige andere dingen afleren, zegt Verdonk. "Dat afleren is altijd moeilijk. Daar hebben we nieuwe inzichten voor nodig, meer tijd en geld."

Is die eeuwenlange achterstand eigenlijk nog wel in te halen? "Natuurlijk is die in te halen, heel goed zelfs", vertelt ze. "Je wil gewoon goede zorg voor iedereen en dat betekent dat je soms even moet kijken naar de mensen over wie we het minste weten." En die omschakeling is nu gaande, ziet de psycholoog. "Maar het is een proces met een lange adem."

'Onderzoekers volgen geld'

Om de 'mannennorm' in de medische wetenschap definitief verleden tijd te laten zijn is daarom extra hulp nodig, zegt Verdonk. "Een van de manieren om zo'n norm op te klappen, zeker in het onderzoeksveld, is dat je er geld tegenaan smijt. Dat is heel belangrijk, want onderzoekers volgen het geld."

De wetenschap is momenteel namelijk op die manier georganiseerd, legt ze uit. "Je kunt bijvoorbeeld tegen onderzoekers zeggen: 'Hou hier rekening mee bij het indienen van je onderzoeksvragen, anders krijg je die pot met geld niet.' Dan gaan onderzoekers dat vanzelf doen."

Duurt nog 15 jaar

Ook moet er wat haar betreft 'veel meer druk komen' op onderzoeksprogramma's om meer rekening te houden met inclusie, dus met de verschillen tussen mannen en vrouwen, en andere minderheden. "Dan gaat in ieder geval in het onderzoeksveld van alles rollen." Dat moet wel snel gebeuren, merkt ze op: "Want voordat het landt in de praktijk zijn we 15 jaar verder."

In dat opzicht is de nieuwe strategie volgens haar 'echt een stap in de goede richting'. "Tegelijkertijd zijn het eigenlijk ook nog wel babystapjes als je kijkt naar wat er nodig is en wat er zou kunnen om vrouwengezondheid beter te begrijpen", zegt Verdonk tot slot. "Dus een goed begin en nu doorpakken."

Zorgminister wil meer kennis verzamelen over vrouwengezondheid, 'maar er is meer nodig'