
Waarom olie zo'n belangrijke rol speelt in campagne verkiezingen Suriname
Zondag gaan Surinamers naar de stembus voor een belangrijke verkiezing. Niet alleen vanwege het nieuwe kiesstelsel, waardoor elke stem even zwaar telt. Ook door de ontdekte oliereserves die het land steenrijk kunnen maken, óf nog armer.
"We moeten leiders hebben die het menen en hun hart op de juiste plek hebben om Suriname te redden. Eens en voor altijd", zegt de 31-jarige Winston Adaba. Hij is dit jaar verkiesbaar.
Juiste middelen om mee te bouwen
Als jongerenvoorzitter van de Surinaamse politieke partij Broederschap en Eenheid in de Politiek (BEP) zet de choreograaf en danser zich al jaren in voor een beter Suriname. "Het is niet zo dat ik pas ga beginnen als ik gekozen word. Ik werk al zeker 12 jaar met jongeren", vertelt Adaba.
"In de afgelopen 12 jaar zette ik drie dansscholen op, begeleidde ik jongeren bij het opzetten van kleine ondernemingen. Ook run ik een broodjeskar. Of het nu gaat om sport, cultuur of ondernemerschap, we moeten jongeren de juiste middelen geven om mee te bouwen aan Suriname."
Fonds voor olie-inkomsten
Het gevonden olieveld aan de kust van het land ziet hij als een enorme kans. Maar, waarschuwt Adaba, alleen als Suriname leert van het verleden én van andere landen. "We moeten de Noorse aanpak volgen: investeer olie-inkomsten in een streng gereguleerd staatsfonds dat gericht is op duurzame groei."
"Niet zoals Venezuela, waar de olieopbrengsten verkeerd werden besteed en alles instortte toen de prijzen daalden." Adaba pleit voor een wettelijk verankerd, onaantastbaar fonds voor toekomstige olie-inkomsten.
'Niet zomaar bij geld kunnen'
"Als de president opstaat met een leuk idee, moet hij niet zomaar bij dat geld kunnen. Het moet veilig zijn. Onder streng toezicht van onafhankelijke instanties. En er moet over besteding worden gestemd in De Nationale Assemblee (het parlement van Suriname, red.)."
"Dit geld is niet van ons alleen. Het is ook van onze kinderen en kindskinderen. Als wij het nu allemaal opmaken, laten we hen met lege handen achter."
Bouwen aan stabiele toekomst
Transparantie is volgens hem heel belangrijk. "Iedere Surinamer moet kunnen zien wat er met onze natuurlijke hulpbronnen gebeurt. We hebben toezicht nodig met rapportageverplichtingen. Met de juiste mensen op de juiste plek."
"Niet: 'Dat is mijn broertje, dus hij krijgt die functie.' Als hij er geen kaas van heeft gegeten, hoort hij daar niet." Alleen zo kunnen we bouwen aan een stabiele toekomst. Alleen zo wordt de oliebelofte een zegen en geen vloek."
Kantelpunt voor Suriname
Ook olie-expert van het Haagse Centrum voor Strategische Studies (HCSS) Lucia van Geuns volgt de ontwikkelingen in Suriname op de voet, sinds het Franse oliebedrijf TotalEnergies in 2020 voor de Surinaamse kust een groot olieveld ontdekte.
"Het land kijkt nu vol hoop maar ook met onzekerheid naar de toekomst. De politieke keuzes die zondag worden gemaakt bepalen straks hoe het land met de olie-inkomsten omgaat. Dit is een kantelpunt voor Suriname."
2,5 miljard vaten olie
Het olieveld ligt zo'n 150 kilometer uit de kust in hetzelfde gebied als het olieveld van buurland Guyana. "Zij gebruiken de olie-inkomsten sinds 2019 al om te investeren in opleidingen en nieuwe sectoren."
"Voor Suriname denken wij dat er in totaal ongeveer 2,5 miljard vaten olie in de bodem zitten, waarvan er in de eerste fase 700 miljoen gewonnen kunnen worden", vertelt Van Geuns.
Mooie toekomst bouwen
"Vanaf 2028 kan Suriname dagelijks 200.000 vaten olie produceren, maar naast olie komt er ook gas vrij. Dat wordt nu nog teruggepompt, maar Suriname kan dat mogelijk later verkopen."
Het idee om het geld in een transparant welvaartsfonds te stoppen, met strenge regels en controle, juicht Van Geuns toe. "Suriname moet nu zorgen dat de olie-inkomsten niet verdwijnen in mooie projecten die weinig opleveren. Het gaat om scholen, ziekenhuizen en goede wegen. Alleen zo bouw je aan een duurzame toekomst", zegt ze.
Niet meer dan verkiezingsleus
De Surinaamse journalist Iwan Brave heeft net als Adaba de wens voor 'deskundig, integer bestuur'. "Ik wil clean government. Mensen met visie op de juiste plek. Benoem mensen op basis van wat ze kunnen, niet omdat ze partijgenoot zijn."
Volgens Brave beloven bijna alle partijen nu 'vernieuwing'. Maar is dat vaak niet meer dan een verkiezingsleus. "Opeens is alles 'nieuw'. De NDP wil het systeem veranderen, de NPS heeft een nieuwe passie. Oude partijen kapen begrippen van jonge partijen en roepen ineens om integriteit en dienstbaarheid."
'Wij gaan niet stelen'
"Zelfs de uitspraak 'wij gaan niet stelen' wordt zonder gêne gedaan", vervolgt Brave. "Maar als je dat zó expliciet moet zeggen, geef je eigenlijk al iets toe." De journalist is dan ook sceptisch over de manier waarop straks met de olie-inkomsten wordt omgegaan.
"Op papier weten we precies hoe het moet. Maar er is nog geen concrete conferentie geweest over hoe we met die miljoenen omgaan. Er wordt gezegd dat het fonds 'in de pijplijn zit', maar ik ken geen toezichthouders, geen bestuur, geen regeling. Tot nu toe is het theorie."
Angst voor het onbekende
Tegelijkertijd merkt Brave dat burgers heel graag verandering willen. "Er doen veertien partijen mee, dat is ongekend. Mensen willen iets anders. Maar het zit diep. Het is alsof je weet dat je je gedrag moet veranderen, maar dat het oude zo vastzit dat het je moeilijk loslaat. En dat maakt mensen voorzichtig."
Dat merken ook jonge partijen als de BEP van Winston Adaba. "Mensen durven het vaak niet aan. Ze zijn bang dat nieuwe partijen, eenmaal in het parlement, toch meegaan in de oude politiek. Je weet wat je hebt, maar niet wat je krijgt."
Olie als smeermiddel
Wat ook niet meehelpt is de manier van campagnevoeren van de huidige president Santokhi, denkt Brave. "Santhoki wil duidelijk maken dat iedereen straks meeprofiteert van de olierijkdom."
"Dat is op zich heel goed. Elke burger krijgt een zogenoemd oliecertificaat, een Royalty Value Instrument (RVI) ter waarde van 750 Amerikaanse dollar. Dit kan pas in 2035 worden verzilverd, mét 7 procent rente per jaar."
Omkoperij
Brave: "Maar Santokhi heeft nu al een voorschot genomen. Alle oude vandagen, 60-plussers en mensen met een beperking mogen het certificaat nú al verzilveren."
"Ik ben gaan rekenen en dat is meer dan 25.000 Surinaamse dollar. In een land waar alles zo duur is geworden, voelt dat als veel geld. Eigenlijk vind ik dat dit gewoon een omkoperij van het electoraat is."