Een grote groep Nederlanders heeft moeite met lezen en schrijvenBron: EenVandaag
Een grote groep Nederlanders heeft moeite met lezen en schrijven

Onderwijs voor laaggeletterden moet beter, zeggen experts: 'Kloof in samenleving groeit'

Karlijn Slob

Ruim 2 miljoen mensen in Nederland kunnen niet goed lezen en schrijven. En dat heeft grote gevolgen voor hun gezondheid, financiën en werkende leven. Het probleem is al jaren bekend, maar volgens experts gebeurt er te weinig om ze te helpen.

Corina en Eric volgen samen taalonderwijs op het ROC Mondriaan in Delft. Corina doet het al 1,5 jaar en is inmiddels taalambassadeur. "Ik had bijvoorbeeld moeite met wanneer ik een 't' achter een 'd' moest zetten. Waar zet je een komma? Waar zet je een punt? Waar begin je met een hoofdletter? En ook dubbele letters in het midden van een woord. Dat er een 'a' wordt gemaakt of een 'aa'. Ik wilde leren hoe dat in elkaar zat."

'Het is een taboe'

Ze was erg onzeker, vertelt Corina. Zeker als ik ter plekke iets moest opschrijven. Dan dacht ik: 'Shit, hoe ga ik dit voor elkaar krijgen?'" Als iemand haar vervolgens erop wees dat het fout ging, schaamde ze zich. "Het is een taboe. Je hoort dat te kunnen, volgens iedereen. Maar het is helemaal niet normaal dat iedereen dat zomaar kan. Er zijn heel veel mensen die problemen hebben gehad vroeger op school en daar nu tegenaan lopen."

Lange tijd ging het goed. Ze werkte in de horeca en vond haar weg, totdat ze problemen kreeg met haar heup. "Op een gegeven moment kon ik niet meer werken in de horeca. Dus toen moest ik zittend werk gaan doen. Dan denk je al snel aan administratief werk en dan wordt taal een probleem."

Tijd om naar school te gaan

Dat geldt ook voor Eric, hij volgt nu een paar maanden taalonderwijs op school en wil geen les missen. "Het is eigenlijk heel raar dat ik dat zeg, want ik ben helemaal geen figuur die graag naar school ging. Ik was altijd liever aan het buitenspelen dan dat ik in de klas zat." Hij is vrachtwagenchauffeur en redde zich altijd. Totdat hij begin dit jaar een gesprek had met zijn vriendin.

"Misschien is het tijd om naar school te gaan", zei ze tegen hem. "Ik denk dat het goed zou zijn als je een keer goed leert schrijven, want soms sla je de plank mis en schrijf je woorden op die er helemaal niet bij hoeven te zijn." Leuk vond hij het niet om te horen, maar nu hij op school zit, denk hij: "Misschien had ik dit wel eerder moeten doen. Ik weet dat iedereen dat altijd zegt, maar ik heb het naar mijn zin en het gaat goed."

Het onderwijs voor laaggeletterden schiet tekort in Nederland

Minder dan andere landen

Volgens hoogleraar volwasseneneducatie Maurice de Greef zijn er in Nederland zo'n 2 miljoen laaggeletterden. Om hun taalvaardigheden bij te spijkeren kunnen zij volwasseneneducatie volgen. De Greef onderzoekt hoe Nederland en Vlaanderen dit onderwijs organiseren. "Als ik heel eerlijk ben, dan denk ik dat je in Nederland niet zo goed af bent als laaggeletterde. Zo'n 0,5 procent van het onderwijsbudget wordt vrijgemaakt voor ondersteuning bij deze groep."

Dat is in Vlaanderen en Finland heel anders, zegt De Greef. "En daar ligt ook een heel sterk inhoudelijk kader. Wat gaan we doen? Hoe gaan we dat aanpakken? Waar focussen we ons op? Hoe informeren we de instellingen die daar mee om moeten gaan? En dat is in Nederland landelijk veel minder aangestuurd. Dus ik denk dat Nederland in dat opzicht echt wel een van de slechtste jongetjes van de klas is."

Twijfel over kwaliteit

Dat is de reden waarom de onderwijsinspectie wil dat er landelijke eisen worden ingevoerd waaraan het volwassenonderwijs moet voldoen. Nederland heeft dat - in tegenstelling tegen omringende landen - namelijk niet. Nederland heeft er voor gekozen om dit soort onderwijs door gemeenten aan te besteden. Zij krijgen daarvoor geld van het Rijk en mogen dit besteden bij elke organisatie die een opleiding aanbiedt.

Soms eisen ze daarbij dat er gekwalificeerde docenten worden ingezet, maar het kan ook zijn dat er meer vrijwilligers worden ingezet dan betaalde docenten. Dan is het volgens de onderwijsinspectie de vraag of die opleiding wel voldoende kwaliteit biedt. Daarnaast moet het volwassenenonderwijs elke vier jaar opnieuw aanbesteed worden, waardoor er dus niet altijd een continu en samenhangend aanbod is.

Meteen doorgestuurd

"Nederland heeft 35 arbeidsmarktregio's en meer dan 200 instellingen die onderwijs aanbieden", legt De Greef uit. "In Vlaanderen zijn er 13 instellingen. Daar is het helder waar je heen moet, welke ondersteuning je kan krijgen en dat is in Nederland niet het geval."

En er is nog een tweede probleem. "In Nederland vinden we het heel moeilijk om mensen door te sturen, bijvoorbeeld vanuit de schuldhulpverlening of vanuit de zorg of vanuit de werkgever. En dat is in andere landen automatisch geregeld. Dus als ze daar problemen signaleren rondom de basisvaardigheden worden ze meteen doorgestuurd naar een traject."

Te weinig budget

Ook het budget om dit soort onderwijs te organiseren is afgenomen. "We hebben nog maar een derde over van wat het ooit was, het gaat dit jaar om zo'n 90 miljoen euro." En dat is volgens de hoogleraar dramatisch.

"Je ziet dat de kloof groeit. We hebben een hele grote groep mensen in onze samenleving die hoogopgeleid is, middelbaar opgeleid is en we hebben een groep die korter opgeleid is. En in die laatste ondersteuning snoeien we het eerst."

Probleem op arbeidsmarkt

Terwijl de opbrengst - als er wordt geïnvesteerd wordt - juist heel groot is. "Je hebt bijna 2 miljoen mensen waarvan je zegt: die kunnen problemen ervaren rondom taal. Als we die mensen zouden ondersteunen, dan hebben we een veel meer opgelost probleem voor de arbeidsmarkt. Dan hebben we eerder vacatures gevuld. Dat soort dingen. Als we dat niet doen, dan blijven die vacatures onvervuld."

De Greef verwacht niet dat de situatie op de korte termijn snel beter wordt: "Er is geen enkele intentie momenteel vanuit het landelijk beleid om meer te investeren op dit gebied en dus nog steeds 0,5 procent van onze onderwijsbegroting daarvoor te reserveren en niet meer. Als we dat niet doen, dan wordt het probleem alleen maar groter."

'Te grote groep laaggeletterd'

Op de vraag of het ministerie van Onderwijs iets ziet in een landelijk kwaliteitskader voor volwasseneneducatie, zoals de onderwijsinspectie voorstelt, laat een woordvoerder weten 'dat er momenteel al landelijke criteria voor volwasseneneducatie zijn vastgelegd in de wet'. "In het najaar wordt bekend of- en hoe deze landelijke standaarden en eindtermen worden herzien, naar aanleiding van een recent advies."

Het ministerie erkent dat 'er een te grote groep Nederlanders laaggeletterd is'. "OCW zet zich in om mensen hier moeite mee hebben moeite hebben te ondersteunen bij het verbeteren van taal, rekenen en/of digitale vaardigheden. En helpt gemeenten bij het aanbieden van kwalitatief goede volwasseneneducatie, door het beschikbaar stellen van advisering en expertise." Hiervoor is jaarlijks structureel 81 miljoen euro beschikbaar vanuit het ministerie. Naast dat bedrag heeft minister Eppo Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap afgelopen week bekendgemaakt in te zetten op extra ondersteuning voor mbo-studenten op taal en rekenen. Hiervoor is in totaal 47,2 miljoen euro vrijgemaakt, vertelt de woordvoerder.