
Omarmd door vriend én vijand: Aboutaleb tien jaar burgemeester van Rotterdam
Alle ogen waren op hem gericht: Ahmed Aboutaleb, de eerste migrant die burgemeester werd van een grote Europese stad. Een decennium zit hij in het zadel. Joost Eerdmans: "Rotterdammers zijn van hem gaan houden."
Op 5 januari 2009 krijgt Ahmed Aboutaleb de burgemeestersketting van Rotterdam omgehangen. Met zijn Marokkaanse afkomst is Aboutaleb de eerste burgemeester met migratieachtergrond van Rotterdam én van een grote stad in Europa, iets wat niet onopgemerkt blijft bij buitenlandse media. De vergelijking is al snel gemaakt: "Aboutaleb en Obama", zegt Elisa Hermanides, die met Ruben Koops een ongeautoriseerde biografie over Aboutaleb schrijft. "Net zoals Obama de eerste zwarte president van de Verenigde Staten was, was Aboutaleb de eerste migrant aan het roer van een grote Europese stad. Door zijn stevige uitspraken en hoe hij in Rotterdam contact heeft gezocht met burgers, heeft hij zijn succes waar kunnen maken."
Loyaal aan Nederland
Dat vindt ook Joost Eerdmans, fractievoorzitter van Leefbaar Rotterdam. "Er werd gezegd: hij slaapt in een Ajax-pyjama, alles is Amsterdam, hij wordt een moslimburgemeester. Maar hij heeft zich met zijn werklust en aandacht voor alle rangen en standen de stad eigen gemaakt. Ook omdat hij zo autonoom is."
Bij zijn benoeming ontvangt Aboutaleb een gefrankeerde envelop van Marco Pastors van Leefbaar Rotterdam, met het verzoek om zijn Marokkaanse paspoort op te sturen naar de koning van Marokko. De dubbele nationaliteit is de partij een doorn in het oog. "Toen was het logisch voor Leefbaar Rotterdam, die discussie daarover was volop gaande", zegt Eerdmans. Aboutaleb pareert de envelop met geste en stelt dat 'zijn loyaliteit aan Nederland na 32 jaar Nederlanderschap ondubbelzinnig vaststaat.' "Hij doet niet aan het 'pleasen'", zegt Hermanides. "Hij is altijd streng geweest over integratie en vindt dat je keihard moet werken om onderdeel te worden van de Nederlandse samenleving."
Rellen Hoek van Holland
Aboutaleb is pas acht maanden burgemeester als er op 22 augustus 2009 rellen uitbreken tijdens een dancefestival op het strand bij Hoek van Holland. Onder de 30.000 feestende mensen bevindt zich een groep hooligans, die twee agenten in burger herkennen en hun woede op hen richten. De politie moet charges uitvoeren waarbij gericht wordt geschoten. Een persoon overlijdt. In totaal worden meer dan veertig verdachten in de boeien geslagen.
Bijna wordt het Aboutalebs Waterloo. Hermanides vertelt over de kritiek op Aboutalebs optreden: "Hij had er die nacht naar toe gemoeten. Het was niet zijn fout, hij was niet goed geïnformeerd door de politie. Aboutaleb zei daarover: 'Ik wist iets niet wat ik wel had moeten weten. De informatie dat hooligans van plan waren 'los' te gaan, was voorhanden, maar is niet gedeeld. Daardoor was ik niet in staat de agenten te beschermen'."
'Meppel aan de Maas'
De korpschef stapt op na de rellen in Hoek van Holland, maar Aboutaleb blijft. "Het was eens maar nooit weer", zegt Hermanides. "Je ziet dat hij na Hoek van Holland extreem streng werd. Rotterdam werd spottend 'Meppel aan de Maas' genoemd - er mocht opeens niets meer."
Tijdens de zogenaamde 'Maasgebouwrellen' met Feyenoord-aanhangers in 2011 reageert Aboutaleb direct. Als in 2016 opnieuw boze Feyenoorders zich roeren bij het Maasgebouw om de slechte prestaties van hun club, grijpt Aboutaleb hard in. Te hard, oordeelt de Ombudsman later. Aboutaleb liet 326 mensen arresteren die met lege dozen gooiden. Die dozen waren bedoeld voor directeur Eric Gudde om 'zijn spullen te pakken en te vertrekken'. Het optreden van Aboutaleb en het OM is een inbreuk op de grondrechten van de supporters, vindt de Ombudsman.
'Rot toch op' geeft Aboutaleb wereldfaam
In 2015 staat de burgemeester internationaal in de schijnwerpers. Na de moord op redactieleden van het Franse satirische blad Charlie Hebdo spreekt Aboutaleb jihadisten in Nederland toe: "Verdwijn als je in Nederland je plek niet kunt vinden. Rot toch op!" De uitspraak gaat de hele wereld over. "Daar waren wij heel blij mee", zegt Eerdmans. Leefbaar Rotterdam en de burgemeester vonden elkaar in hun opvattingen over integratie en veiligheid. "Maar zijn boodschap was niet nieuw," zegt Hermanides, "Na de moord op Theo van Gogh zei hij ook al 'pak je koffers'. Het 'rot-toch-op' na Charlie Hebdo ging verder. Die boodschap was toen vooral voorbehouden aan politici als Geert Wilders."
Met Aboutalebs uitspraak veranderde volgens Hermanides de toon in de politiek. "Rutte kwam daarna met zijn 'pleur op'. Aboutaleb is bepalend hoe er tegen én over migranten wordt gesproken." Boris Johnson is nog burgemeester van Londen als hij Aboutaleb noemt in zijn column. Hermanides: "Het gaf hem wereldfaam. En toen hij kort daarop in het Witte Huis op bezoek was werd Aboutaleb heel groot. Bijna een maatje té groot voor Rotterdam."
'Elke moslim is een beetje salafist'
Na de uitspraak 'Elke moslim is een beetje salafist' in 2017 ontstaat er beroering. "Het laat zien dat Aboutaleb er trots op is dat hij van alles wat af weet, daarin is hij nooit bescheiden", zegt Hermanides. "Hij kent de letterlijke betekenis van salafist, en vindt dat het geloof niets te maken heeft met terrorisme. We moeten de moslims helpen, ze moeten Nederlandse waarden accepteren, en wij moeten terrorisme niet koppelen aan islam."
Eerdmans: "Hij hoort zichzelf graag praten, dat wekt nog wel eens aversie. Niemand begreep die uitspraak, hij had beter achteraf kunnen zeggen dat het niet zo handig van hem was geweest, maar dat doet hij niet." Volgens Hermanides had hij deze uitspraak een paar jaar geleden misschien niet durven doen. "Maar hij wéét nu dat hij het kan maken. Hij is onaantastbaar geworden."
Eind 2019 maakt Ahmed Aboutaleb aan de Rotterdamse gemeenteraad bekend of hij zich kandidaat stelt voor een derde termijn als burgemeester.

Zo kijken Iraanse Nederlanders Sara, Matin en Mardjan naar de oorlog tussen Iran en Israël: 'Vrijheid kun je niet afdwingen met een raket'
De Israëlische luchtaanvallen op Iran zorgen niet alleen voor oplopende spanning in het Midden-Oosten, maar brengen ook veel onrust teweeg bij Iraniërs die al jaren in Nederland wonen. Ook bij Sara Nozohour, Matin Abassi, en Mardjan Seighali.
Ze zijn het unaniem eens: deze oorlog is níet de oplossing. Tegelijkertijd balanceren ze tussen hoop op verandering én angst voor wat er gebeurt met achtergebleven vrienden en familieleden in Iran.
Sara Nozohour
Sara Nozohour woont al 26 jaar in Nederland, maar heeft nog veel familieleden in Iran. Haar moeder, die lijdt aan bloedkanker, en haar 92-jarige oma, hartpatiënt, zijn een paar dagen geleden uit de hoofdstad Teheran richting de Kaspische Zee gevlucht.
Sindsdien lukt het Sara niet meer om contact met hen te krijgen. "Ik weet niet of ze nog medicijnen hebben, of ze hun arts kunnen bereiken", vertelt ze. "Ik heb geprobeerd te bellen, maar het is me niet gelukt. Internet werkt niet." De plotselinge escalatie met Israël overviel haar. "Ik was geschrokken. Ik wist niet wat ik moest doen." Sindsdien is Sara vrijwel onafgebroken met het nieuws bezig. "Dag en nacht volg ik wat er gebeurt in Iran. Het doet heel veel pijn."
'Geen hoop, alleen angst'
Ze worstelt met gevoelens van machteloosheid. "Ik ben moeder, ik heb een zoon voor wie ik moet zorgen, maar ik kan me nergens op focussen." Ze is bang en verdrietig, en voelt veel onrust. "Het is een emotie die ik niet kan beschrijven."
Ook Sara wijst buitenlandse bemoeienis af. "Een oorlog maakt alles kapot. Je ziet het in de geschiedenis", zegt ze. "Elke vorm van verandering moet vanuit het land zelf plaatsvinden. Niet van buitenaf. Dat is onmogelijk." Ze hoopt dat de internationale gemeenschap de Iraanse bevolking steunt maar niet voor hen beslist. "Het enige lichtpuntje wat ik nog zie, is dat er vrede komt. Dat dit conflict stopt", zegt ze. "Maar eerlijk gezegd: ik voel geen hoop, alleen angst."
Matin Abassi
Matin Abassi is opgegroeid in Nederland. Zijn ouders vluchtten in 1995 voor het Iraanse regime. "Mijn moeder was politiek actief, bij een andere groepering dan het regime", vertelt Matin. "Als je dat deed in de jaren 80 of 90 zette je je leven op het spel."
De Israëlische luchtaanvallen van de afgelopen week roepen tegenstrijdige gevoelens bij hem op. "Niemand treurt om de liquidaties van de top van de Revolutionaire Garde. Ik ook niet." Maar: "Er vallen ook burgerslachtoffers. En dat is heel verdrietig."
Hoop op staakt-het-vuren
Het feit dat er zoveel kopstukken vallen, heeft volgens Matin impact op de stabiliteit van het regime. "De kans is zeker aanwezig dat het valt." Al is de vraag vervolgens, voegt hij eraan toe: wat komt ervoor terug? Daarnaast maakt hij zich zorgen over een machtsvacuüm. "We hebben soortgelijke situaties in Irak, Afghanistan en Libië gezien. Ik ben bang dat Iran hetzelfde lot wacht."
Voor nu hoopt Matin vooral op een staakt-het-vuren. Daarna, zegt hij, ligt de verantwoordelijkheid bij het Iraanse volk zelf: "Ik hoop dat Iraniërs zorgen dat het regime weggaat en dat die verandering ook echt vanuit hun komt. En dat zij zelf dan kiezen welk systeem ze willen."
Mardjan Seighali
Mardjan Seighali vluchtte begin jaren 90 uit Iran en woont sindsdien in Nederland. Teruggaan is voor haar dan ook geen optie. "Ik ben gevlucht voor een dictatuur en ik ga niet terug zolang dat de dictatuur aanwezig is." Ze verloor haar ouders zonder afscheid te kunnen nemen. "Dat is de prijs die je betaalt in ballingschap."
Over het huidige regime is ze duidelijk: "Het is een tirannie. Er is geen respect voor persoonlijke vrijheid, voor politieke vrijheid." Ze maakt zich dan ook zorgen over de gevolgen van deze oorlog. "Als dit eindigt met een 'overwinning' van het regime, dan komt er alleen maar meer repressie. Maar als het regime valt, is het ook geen garantie dat het beter wordt."
'Vrijheid moet van binnenuit groeien'
Ze noemt het ontbreken van een alternatief een groot risico. "Elke dictatuur zorgt dat er geen alternatief is. Maar ik geloof dat er voldoende intellectuele kracht is onder Iraniërs die, vanbinnenuit of uit de diaspora, voor hervorming kunnen zorgen."
Voor haar is het duidelijk dat inmenging van buitenaf dat proces eerder belemmert dan versnelt. "Geen enkel land is ooit met geweld bevrijd." Alleen Iraniërs zelf kunnen volgens haar de noodzakelijke verandering in gang zetten. "Als het volk in opstand komt, moeten we hen steunen maar níet hun keuzes overnemen." Vrijheid is niet iets wat je kunt afdwingen met een raket, vervolgt ze, het moet van binnenuit groeien.