Links: Gerard Amersfoort / Rechts: CDA-leider Henri Bontenbal bij NieuwsuurBron: EenVandaag / ANP
Links: Gerard Amersfoort / Rechts: CDA-leider Henri Bontenbal bij Nieuwsuur

'Naar andere school' als je je niet geaccepteerd voelt op religieus onderwijs? Waarom dat niet zo simpel is

Waar ligt de grens van het Grondrecht 'vrijheid van onderwijs'? CDA-leider Henri Bontenbal zei gisteren dat we voor lief moeten nemen dat het schuurt met gelijkheidsartikel 1. Lastig, vindt Gerard die homoseksueel is en op een reformatorische school zat.

Over het reformatorisch onderwijs, dat hij zelf volgde, zei Bontenbal dat het 'voorbeeldige leerlingen' oplevert. Op de vraag hoe dat uitwerkt voor homoseksuele kinderen, antwoordde hij: "Een school verkondigt een religieuze mening. Een visie die niet de mijne is. Maar een leerling kan ook naar een andere school."

Geen keuzemoment

Maar veel jongeren uit streng christelijke gemeenschappen hebben in de praktijk helemaal geen vrije schoolkeuze, zegt Gerard Amersfoort. Hij is homoseksueel en zat op een reformatorische school in Kampen.

"Iedereen uit je kerk en van je basisschool gaat naar dezelfde middelbare school, en je ouders verwachten dat ook van je. In de meeste gevallen is er niet zo'n keuzemoment", weet hij.

Nooit met iets positiefs of normaals geassocieerd

Volgens hem is het beeld van keuzevrijheid misleidend. "Je bent nog zo beïnvloedbaar; je gaat echt niet tegen de stroom in. Je weet vaak nog helemaal niet dat je misschien anders bent en dat de school daar iets van vindt."

Gerard zat op de reformatorische Pieter Zandt scholengemeenschap in Kampen. "Het is een uitgesproken reformatorische school", zegt hij. "Als het over homoseksualiteit ging, was het altijd negatief. Ik heb het nooit met iets positiefs of iets normaals geassocieerd."

Weinig rolmodellen

Rond zijn 14de begon Gerard te vermoeden dat hij zelf homoseksuele gevoelens had. "Maar ik had heel weinig rolmodellen. En wat ik erover hoorde was negatief, dus daar wil je je niet mee associëren." Pas toen hij naar het hbo ging, durfde hij open te zijn. "Een paar maanden nadat ik begon met studeren, ben ik echt uit de kast gekomen."

Bontenbal zegt dat spanning tussen grondrechten niet erg is: "Scholen moeten die ruimte gegund krijgen. Maar het moet wel binnen de rechtsstaat passen." Volgens hem hoort dat bij een democratie waarin ruimte is voor verschillende overtuigingen.

Andere perspectieven prominenter in beeld

Gerard begrijpt die redenering, maar vindt dat de discussie te vaak blijft steken bij abstracte woorden. "Ik vind het veel belangrijker om het gesprek te voeren over wat het concreet betekent als iemand geen rolmodel heeft en met zichzelf in de knoop raakt, dan een discussie over grondrechten."

Er is nog een wereld te winnen om zo'n discussie te hebben binnen de gereformeerde gemeenschappen. "De afstand is per definitie heel groot, maar toch zie ik vooruitgang. Door social media komen andere perspectieven prominenter in beeld; de school wordt min of meer gedwongen om hierover meer het gesprek te voeren."

Schaadt aan zelfbeeld en ontwikkeling

Jetske Christoff Venema, van de organisatie Queer in de Klas, geeft regelmatig gastlessen op christelijke scholen en ziet in Bontenbals uitspraak precies wat er vaak misgaat. "Homoseksualiteit is geen keuze, en leerlingen kiezen niet zelf om naar een religieuze school te gaan. Daarom is het schadelijk als ze te horen krijgen dat hun identiteit 'zondig' of 'verkeerd' is. Dat schaadt hun zelfbeeld en ontwikkeling."

Venema ziet bovendien een toenemend conservatisme. "Waar leerlingen vroeger vroegen: 'Mag dat wel van de Bijbel?', hoor je nu vaker: 'Waarom wordt dit ons opgedrongen?'"

Overheid betaalt religieuze scholen

Volgens Venema geeft Bontenbal met zijn woorden een verkeerd signaal. "Zijn uitspraak normaliseert een manier van praten die schadelijk is voor lhbti+-leerlingen. De overheid betaalt religieuze scholen, dus moet ze ook verantwoordelijkheid nemen om te zorgen dat scholen geen discriminerend beleid voeren."

Philip Tijsma van het COC, de belangenorganisatie die zich inzet voor lhbti+-personen, noemt de uitspraak van Bontenbal 'schrijnend en onveilig voor lhbti+-leerlingen'. Volgens hem is het principe simpel: "Alle leerlingen, op elke school, moeten zich veilig en geaccepteerd voelen ook op reformatorische of orthodox-religieuze scholen. Dat is wettelijk vastgelegd."

Mag religieus onderwijs botsen met grondrecht van gelijkheid?

Geen excuus voor discriminatie

Tijsma verwijst naar incidenten zoals op de Gomarus-school in Gorinchem, waar leerlingen onder druk werden gezet om uit de kast te komen. "Dat laat zien waarom duidelijke grenzen nodig zijn. Vrijheid van onderwijs mag nooit een excuus zijn voor discriminatie."

Volgens Tijsma is de spanning tussen artikel 1 en 23 juridisch al ondervangen. "In de burgerschapswet is vastgelegd dat scholen verplicht zijn een veilige omgeving te bieden aan elke leerling, ongeacht seksuele oriëntatie of genderidentiteit."

Een pleit voor meer nuance

Gerard vindt het goed dat de discussie gevoerd wordt, maar pleit voor meer nuance. "Het hele stellige van 'reformatorische school is per definitie onveilig' is ook niet waar." Wel vraagt hij om eerlijkheid over wat jongeren daar meemaken. "Het gaat niet om wetten op papier, maar om mensen van vlees en bloed die erdoor gevormd worden."

Hij ziet dialoog als de enige weg vooruit: "Die grondrechten zijn niet absoluut, dus je zal daar altijd een gesprek over moeten voeren. Je kunt pas echt vrij kiezen als je omgeving je toelaat om jezelf te zijn."