AVROTROSBron: ANP

Minder doden door maximumsnelheid op fietspad? 'We moeten heel ander gesprek over verkeer voeren'

Fietsen, fatbikes, voetgangers, auto's: ons verkeer is vol. Om het aantal (dodelijke) fietsongelukken terug te brengen wil demissionair minister Robert Tieman een maximale snelheid op de fietspaden. "Maar dat lost het probleem niet op."

Gisteren kwam de demissionair minister van Infrastructuur met een meerjarenplan op gebied van fietsveiligheid. Een groot onderdeel daarvan: gemeenten mogen een maximumsnelheid instellen op fietspaden. Maar volgens hoogleraar stedelijke mobiliteitstoekomsten Marco te Brömmelstroet leidt het plan alleen maar af van een groter probleem in het verkeer.

Grootste gevaar niet aangepakt

"Het beleidsplan voor fietsveiligheid laat vooral zien dat onze demissionair minister heeft besloten om niet langer structureel te investeren in de veiligheid van onze fietsers", begint Te Brömmelstroet. Hij ziet in het plan vooral veel experimenten die steden uit kunnen gaan voeren, zoals de maximumsnelheid.

"Daar hebben we het nu met z'n allen al de hele dag over. Maar wat er eigenlijk in de kleine lettertjes staat, is dat er niet meer wordt geïnvesteerd. En dat de grootste gevaren voor fietsers - en dat zijn toch nog steeds gemotoriseerde voertuigen - niet aangepakt worden." Hij gaat verder: "In het hele document wordt het woord 'auto' maar twee keer genoemd, dat is heel raar als bij 80 procent van alle verkeersdoden in Nederland een motorvoertuig is betrokken."

Wie is verantwoordelijk?

Te Brömmelstroet mist in het plan aandacht voor 'het systemische karakter voor verkeersgeweld'. Hij legt uit: "Als we bijvoorbeeld vergelijken hoeveel mensen elkaar doden in het Nederlands verkeerssysteem in een jaar, is dat een groter aantal dan hoeveel mensen elkaar überhaupt doden met vuurwapens, messen en op allerlei andere manieren. En daar is eigenlijk helemaal geen aandacht voor."

De overheid wil mensen steeds meer zelf verantwoordelijk maken voor hun eigen veiligheid, gaat hij verder. "Terwijl het eigenlijk de rol van de overheid zou moeten zijn om het gevaar van de weg te halen." Hoe er nu wordt gepraat over het verkeer leidt volgens hem af van dat grotere vraagstuk.

Focus op een 'zij-probleem'

Tegen een maximumsnelheid op het fietspad is de hoogleraar niet. "Op zichzelf is er niks mis mee om na te denken over hoe we omgaan met de toename van drukte en snelheidsverschillen op fietspaden. Alleen door ons daar op te focussen richten we ons heel erg op een zij-probleem."

"Er is veel irritatie en er is ook een toename van onveiligheid door die toegenomen snelheden op het fietspad", bevestigt hij. "Maar dat is niet waar de meeste fietsers worden doodgereden. De meeste fietsers worden doodgereden op kruispunten, waar ze in aanraking komen met gemotoriseerde voertuigen."

In het verkeer vallen in ons land dagelijks twee doden door menselijk falen
Hoogleraar stedelijke mobiliteitstoekomsten Marco te Brömmelstroet

'Gesprek wordt niet gevoerd'

Volgens Te Brömmelstroet worden fietsers aan een stuk door blootgesteld aan gevaar, en zou daar dus verandering in moeten komen. In het verkeer vallen in ons land dagelijks twee doden door menselijk falen, vertelt de hoogleraar.

"Als je een koffiezetapparaat ontwerpt, waar door menselijk falen twee keer per dag iemand gedood wordt, dan zou je dat koffiezetapparaat verbieden", vergelijkt hij. "En rondom het verkeerssysteem hebben we dat gesprek dus gek genoeg niet."

Geen urgentie

Gevaar op de weg is nou eenmaal genormaliseerd, ziet Te Brömmelstroet. "Als je 4 bent, moet je in Nederland al leren dat jij verantwoordelijk bent om gedisciplineerd om te gaan met zware voertuigen op de weg. En dat laat eigenlijk zien hoe verkeersveiligheid een omkering is van hoe we normaal gesproken omgaan met gevaar."

"De Waternoodsramp in 1953 met 1.800 doden leidde niet tot een interventie om mensen te promoten om zwemvesten aan te schaffen, en niet eens tot alleen maar zwemlessen, we gingen toen als Nederland de Deltawerken bouwen. Want we zeiden: 'Dit gaan we als overheid nooit meer toestaan.' Diezelfde urgentie lees ik niet terug in het meerjarenplan fietsveiligheid."

'Monster in gezicht kijken'

Dat voertuigen zoals de auto en bussen nou eenmaal onderdeel zijn van het verkeer, is volgens de hoogleraar geen excuus om niet na te denken of het ook anders kan. "Ten eerste moet je beseffen dat die gemotoriseerde voertuigen daar ook zijn gekomen. Dus hebben de afgelopen 60, 70 jaar onze straten ingericht om een plek te geven aan die auto. En dat zijn er inmiddels 10 miljoen."

"Dat betekent niet dat je vandaag of morgen het probleem kan oplossen, maar dat betekent ook niet dat je dat probleem kan negeren", vindt hij. "Je zult met elkaar dat monster in zijn gezicht moet kijken en zeggen: wat kunnen we nu al doen? We weten uit allerlei adviezen dat bijvoorbeeld het terugbrengen van snelheden van gemotoriseerd verkeer een enorm positief effect kan hebben. Dus waarom zetten we dan daar niet op in?"

Veilige omgeving voor allemaal

Hij benadrukt nog een keer: "De hele discussie of we 20 of 25 kilometer op het fietspad moeten gaan rijden, daar kun je hele discussies over voeren of dat überhaupt uitvoerbaar is, of het handhaafbaar is en hoe we dat gaan doen. En dat doen we ook graag met z'n allen."

"Maar nogmaals, daardoor hebben we niet een gesprek over de dingen waar het echt over zou moeten gaan: waar die straat voor is, hoe rechtvaardig dat is en hoe we zorgen dat dat een veilige omgeving wordt voor ons allemaal?", zegt hij tot slot.

Heeft een maximumsnelheid voor fietsen nut?