
Mercosur-handelsverdrag tussen EU en Zuid-Amerikaanse landen lijkt er eindelijk te komen, maar Nederlandse boeren zijn niet enthousiast
Al 25 jaar wordt erover gepraat, maar deze zomer moeten er dan eindelijk handtekeningen onder worden gezet: het handelsakkoord tussen de EU en Mercosur, een blok van 5 Zuid-Amerikaanse landen. Maar Nederlandse boeren zijn bezorgd over de gevolgen.
Na decennia van onderhandelen sloten de Europese Unie en de Mercosur-landen eind vorig jaar een akkoord over de inhoud van een handelsverdrag. Het moet onder meer gaan zorgen voor het afschaffen van veel importheffingen, de versimpeling van douaneprocedures en het makkelijker maken van investeringen bij handel tussen de EU en Mercosur.
Minder afhankelijk van China en VS
Maar of het allemaal zo ver komt is nog steeds niet zeker, want het handelsakkoord moet nog goedgekeurd worden door het Europees Parlement en de EU-lidstaten. Vooral dat laatste is nog geen zekerheid: politiek ligt het erg gevoelig in een aantal EU-landen. Als alles goed gaat moeten de lidstaten deze zomer hun handtekening onder het akkoord gaan zetten.
Martijn Huysmans is universitair hoofddocent Politieke Economie aan de Universiteit Utrecht en doet onderzoek naar handelsverdragen. Hij verwacht dat het akkoord met Mercosur ervoor zal zorgen dat de EU een economische impuls krijgt en minder afhankelijk wordt van grootmachten als China en de Verenigde Staten. Nederlandse consumenten zullen er ook wel iets van merken. "Waarschijnlijk in de vorm van wat lagere prijzen voor bepaalde producten in de supermarkt."
Goudse kaas
Bedrijven uit Nederland die producten exporteren naar Zuid-Amerika gaan zeker profiteren, voorspelt Huysmans. "Denk bijvoorbeeld aan Goudse kaas, die kan straks goedkoper verkocht worden in de Mercosur-landen."
Ondanks die voordelen, zijn er ook zorgen. En dan vooral onder Europese boeren. Keimpe van der Heide, bestuurslid bij de Nederlandse Akkerbouwers Vakbond (NAV) en daar dé expert handelsverdragen, zegt dat boeren uit de EU door het verdrag te maken krijgen met oneerlijke concurrentie.
Twijfels en zorgen
Dat zit zo: De Europese Commissie zegt dat producten uit Zuid-Amerika aan dezelfde milieu- en dierenwelzijnsnormen moeten voldoen als Europese producten. Maar boeren betwijfelen of dat wel goed gecontroleerd en gehandhaafd gaat worden. Daarnaast maken ze zich zorgen over extra ontbossing in Zuid-Amerika, ondanks de afspraken hierover in het verdrag.
Door deze verschillen komen met name kleine en middelgrote boeren in Europa mogelijk in de problemen, zegt Van der Heide. "Zij hebben hogere productiekosten omdat ze aan strengere regels moeten voldoen en kunnen daarom niet goed concurreren met goedkoper geproduceerde producten uit Zuid-Amerika."
'Voor vrije handel, op gelijk speelveld'
Adrie Vermeulen, akkerbouwer in de Flevopolder en voorzitter van de NAV, levert met zijn bedrijf onder andere pootaardappelen aan Brazilië, maar ziet het Mercosur-verdrag desondanks als bedreiging. "Wij zijn voor vrije handel, maar dan wel op een gelijk speelveld."
"Het is gek dat producten Europa in mogen komen die volgens totaal andere standaarden zijn geproduceerd, terwijl wij hier met strikte voedselveiligheid en milieuregels werken." De NAV is niet tegen vrijhandel, zegt Van der Heide nadrukkelijk. Maar hij vindt wel dat landbouw beter uitgezonderd kan worden van handelsverdragen zoals die tussen de EU en Mercosur.
Internationale handelsregels
Huysmans begrijpt de bezwaren, maar volgens hem is het erg lastig om landbouw helemaal uit handelsakkoorden te houden. Dat zou namelijk ingaan tegen de internationale handelsregels.
"En dit verdrag is bovendien juist een manier om druk te zetten op Mercosur-landen om duurzamer en diervriendelijker te gaan produceren", legt hij uit.