
F**k le système
Frankrijk is recordhouder in twee ongewone categorieën: ze hebben de meeste gekozen politici per inwoner, en het is het meest pessimistische volk ter wereld. Volgens een recente Ipsos peiling vindt 88% dat het met hun land 'de verkeerde kant op gaat'. Er gaat dus iets mis, maar wat?
'Pessimisme zit in de aard van het beestje' wordt vaak aangevoerd. De Fransman houdt nu eenmaal van mopperen, somberen. Maar wie vijf minuten met Fransen over politiek praat, schrikt toch van de negatieve toon en het diepgewortelde wantrouwen tegen alles wat politiek is. De Franse geschiedenis, wordt ook veel genoemd: met een lange traditie van een adel die neerkijkt op het klootjesvolk. En een mopperend volk waarvan de sluimerende haat eens in de zoveel tijd explodeert. Maar zijn de Franse politici echt van een andere categorie dan elders in de wereld? Zijn de Fransen intrinsiek negatievere mensen?
Het heeft misschien ook te maken met 'het systeem'. Dat systeem is - kun je zeggen - met de beste bedoelingen en mathematische precisie aangelegd: in 100 departementen, 36.000 gemeenten, 22 regio's. Er zijn 540.000 gemeenteraadsleden in Frankrijk. Meer dan de helft is onbezoldigd. Maar 40 procent van de gekozen politici in Frankrijk zijn wel ambtenaar. Het staatsapparaat en het ambtenarenapparaat lopen door elkaar heen. En alle lijnen lopen naar het machtscentrum in Parijs. Met bovenaan de piramide één oppermachtige persoon, de president. Er is dus een enorm speelveld voor mensen met politieke aspiraties. Er is daarnaast een enorm arsenaal mensen die bedreven zijn in het politieke spel, en niet zozeer in de ideologische politiek.
Dat wordt ook nog eens uitgelokt door het kiessysteem. Een districtenstelsel met een stemming in twee ronden. Waarbij de winnaar de meeste kans maakt te winnen door op een slimme manier te onderhandelen met de verliezers van de eerste ronde, en alle mogelijke middelen in te zetten om de eigen achterban te paaien. Met de belofte van een TGV station, een subsidie, een zwembad, een baantje . Het is goed voor 'de band met de kiezer' zeggen voorstanders van het systeem. Het staat garant voor een politieke cultuur van cliëntelisme, corruptie en opportunisme, zeggen critici.
Is het systeem fout? Niet per se, want het is ontstaan nadat andere systemen faalden. De Vierde Republiek ging ten onder aan oneindig geruzie en stammenstrijd, waardoor het land onbestuurbaar werd. Een eigenwijze generaal, de Gaulle, alle macht geven was toen volgens iedereen de enige oplossing. De kiezers hebben dus het systeem gekregen wat ze verdienden. Het systeem heeft de politici opgeleverd die er het best in gedijen.
Je kan dus zeggen dat Fransen niet moeten zeuren en dat hun politici zich maar eens beter moeten gedragen. Of moeten ze misschien nog eens goed kijken naar hun systeem, hun gewoontes? Een belangrijke vraag daarbij is altijd: word ik er blij van? Die vraag is al beantwoord. De andere grote vraag is: welke politicus is bereid een systeem te veranderen als hij er de toppositie van heeft bereikt? Er zijn nu nog twee kandidaten over. En de Franse kiezer mag het – zuchtend - gaan zeggen.

Hier springt de gemeente bij om de buurtsuper te behouden: 'Meer dan alleen een winkel'
Waar de buurtsuper verdwijnt, verdwijnt vaak ook de laatste plek waar mensen elkaar nog ontmoeten. In Goudswaard, in de Hoeksche Waard, wisten inwoners dat te voorkomen. Met hulp van een gemeente die zich garant stelde: een landelijke primeur.
Een groeiend aantal dorpen raakt de buurtsuper kwijt. Vaak is er geen opvolger te vinden voor de uitbater, terwijl kosten voor personeel, energie en logistiek oplopen. Daarnaast zetten strengere regels rond tabak en dure franchiseketens het verdienmodel verder onder druk. Uit cijfers van LISA blijkt dat het aantal supermarkten in dorpen met minder dan 5.000 inwoners enorm afneemt: in 1996 waren er nog 1.300 winkeltjes, vorig jaar nog maar 720.
Terug met crowdfunding
Het Zuid-Hollandse dorpje Goudswaard heeft ongeveer 2.000 inwoners. Ook daar dreigde de buurtsuper te verdwijnen. De winkel ging een paar maanden noodgedwongen dicht, tot de dorpsbewoners in actie kwamen om de zaak terug te krijgen.
Ze hebben hun buurtsuper kunnen behouden door een combinatie van crowdfunding en steun van de gemeente. "In totaal was circa 175.000 euro nodig en dat is ook opgehaald. Wij als gemeente Hoeksche Waard staan garant voor de helft van het bedrag. De andere helft is voor risico van de investeerders", legt wethouder Paul Boogaard van Economische Zaken uit.
Geen staatssteun
Met deze aanpak wil de gemeente de inwoners van Goudswaard de mogelijkheid geven zelf bij te dragen aan het behoud van de supermarkt. De gemeente staat daarbij niet garant voor de supermarkt, maar garant voor de investerende inwoners. Een belangrijk onderscheid: overheidssteun is verboden, omdat het zorgt voor oneerlijke concurrentie.
"Daarom is deze constructie juridisch toegestaan en wordt het niet gezien als steun van de gemeente aan een commerciële partij", zegt Boogaard. "Als gemeente geven we geen geld uit, we staan alleen garant. De gemeenteraad heeft het maatschappelijk belang ervan onderkend."
Gemeenschapsgevoel
Goudswaard is een klein dorp, gelegen op flinke afstand van omliggende dorpen. Bovendien is de gemiddelde leeftijd van de inwoners relatief hoog. De supermarkt voorziet niet alleen in de dagelijkse boodschappen, maar is het ook een belangrijke sociale ontmoetingsplek, benadrukt de wethouder.
De buurtsuper is volgens hem dan ook meer dan alleen een winkel: "Het versterkt het gemeenschapsgevoel, het zorgt ervoor dat inwoners hun dagelijkse boodschappen dichter bij huis kunnen doen en dat draagt bij aan de leefbaarheid van Goudswaard."
Sociale voorziening
Als je aan inwoners vraagt wat de allerbelangrijkste voorziening is, dan is dat een winkel voor de dagelijkse boodschappen, weet Boogaard. Dat vinden ze vaak belangrijker dan bijvoorbeeld een bibliotheek of dorpshuis. "Voor al die voorzieningen kunnen we als gemeente wat doen, met lagere huurkosten of subsidies. Voor de belangrijkste voorziening, de buurtsuper mag dat niet."
Daarom zocht de gemeente naar een manier waarop de buurtsuper behouden kon worden. "Tot voor kort hadden we als gemeente geen instrument om commerciële voorzieningen in dorpen te behouden, terwijl deze cruciaal zijn voor de leefbaarheid. Met de garantstelling voor de crowdfunding is dit nu wél mogelijk", legt de wethouder uit.
Toekomst onduidelijk
Deze financiële constructie is uniek in Nederland, maar kan volgens hem ook in andere dorpen en steden een uitkomst zijn om commerciële voorzieningen te behouden. Vanuit verschillende gemeenten is al belangstelling getoond voor de pilot in Goudswaard.
Retaildeskundige Paul Moers deelt het enthousiasme van de wethouder niet. Volgens hem is het initiatief heel sympathiek, maar zal het op lange termijn niet werken. Weggegooid geld, noemt hij het. "De kans van slagen is heel klein. Wethouders overschatten hun eigen kunnen, en hebben niet in de gaten wat ze beloven of doen."
'Zelf naar gemaakt'
Een verdienmodel dat niet werkt, is niet te redden door een garantstelling, zegt Moers. "Een buurtsuper is gewoon niet meer rond te rekenen. Energie, personeel, logistiek, de kosten zijn enorm gestegen. Ik zou die 50 procent aan garantstelling maar vast gaan afschrijven."
Wat de retaildeskundige betreft hebben de inwoners van Goudswaard de sluiting van de winkel aan zichzelf te danken. "Mensen hebben het er zelf naar gemaakt. De leefbaarheid gaat eraan door hun eigen klantgedrag. Mensen gebruiken de buurtsuper voor vergeten boodschappen, maar rijden vervolgens naar de Aldi of Jumbo voor het echte werk."
Negatieve spiraal
Daardoor daalt volgens hem de omloopsnelheid. "Groente en fruit zijn minder vers en dan krijg je een negatieve spiraal. Iedereen kankert dat de buurtsuper verdwijnt, maar niemand wil die paar centen extra betalen." Moers ziet ook het belang van sociale leefbaarheid, maar vindt dat dan maar uit het dorpshuis moet komen.
Wethouder Boogaard laat zich niet uit het veld slaan. Hij denkt dat de lokale supermarkt het financieel gaat redden. "Uit een enquête van de dorpsvereniging werd door inwoners aangegeven dat het ontbreken van een supermarkt als een groot gemis werd ervaren. Dat was ook voorwaarde om eraan te beginnen."
Breder concept
Wel heeft volgens hem de proef alleen kans van slagen als de buurtsuper anders wordt aangepakt dan voorheen. "De pandeigenaar is bereid bij te dragen door de huurkosten te verlagen en de ondernemer kiest er bewust voor om met een aangepast aanbod aan de slag te gaan. Hij wil een breder concept dan enkel een supermarkt."
"Hij richt zich op het versterken van de sociale functie van de winkel, stimuleert ontmoetingen en zet in op de verkoop van lokale producten, bijvoorbeeld via samenwerking met een lokale bakker", zegt de optimistische wethouder. "De toekomst is nooit met zekerheid te voorspellen, maar dit is een veelbelovende start."