Bekritiseerd psychiatrisch handboek weer herschreven

De DSM, de bijbel voor de psychiatrie, is weer herschreven. Vandaag komt de nieuwe editie wereldwijd uit. Sinds 1952 wordt de Diagnostic and Statistical Manual opgesteld en elke pakweg vijftien jaar verschijnt er een nieuwe editie.  Alle - door de schrijvers van de DSM - erkende psychiatrische stoornissen staan erin, met bijbehorende kenmerken. 

Het kan daardoor als een handboek gebruikt worden in het diagnosticeren van patiënten.

Sinds 1952 zijn de stoornissen in de DSM veel veranderd en aangepast. Had je als homoseksueel bijvoorbeeld vroeger nog een psychische stoornis volgens de DSM, later werd dit aangepast en kon je van de een op andere dag weer als gezond mens én homo door het leven.

In de nieuwe editie bestaat het syndroom van Asperger niet meer. Problematisch voor de mensen met dit syndroom, want de zorgverzekeraar gebruikt de DSM als leidraad. Seksverslaving wordt ook niet erkend, maar voor verzameldrift (hoarding) kun je vanaf vandaag wel weer naar de psychiater.

Het lijk allemaal vrij arbitrair, en er is dan ook altijd veel kritiek geweest op de DSM. Wie zijn immers dat kleine groepje psychiaters - aangesteld door de American Psychiatric Association - om zomaar te bepalen wie gek is en wie niet?

De Nederlandse psychiater Jim van Os mocht meedenken over de nieuwe DSM-5. Over het eindresultaat is hij teleurgesteld. Naar zijn mening wordt er door de DSM teveel nadruk gelegd op etiketten, en te weinig naar het individu gekeken. Samen met een aantal andere toonaangevende Europese psychiaters is hij daarom bezig met een nieuwe handleiding om mee te diagnosticeren.

EenVandaag duikt in de geschiedenis van de DSM en kijkt naar de toekomst: komt er nog een DSM-6?

Bezoekers en artiesten grijpen festivals aan om zich politiek te uitenBron: ANP
Bezoekers en artiesten grijpen festivals aan om zich politiek te uiten

Meeste bezoekers vinden festivals geen plek voor politieke statements: 'Nemen het verbindende karakter weg'

Opiniepanel

7 op de 10 festivalgangers vindt dat politieke statements niet thuishoren op festivals, plekken waar zij juist aan de actualiteit willen ontsnappen. Ze vrezen voor verdeeldheid, terwijl festivals juist verbindend zouden moeten zijn.

Dat blijkt uit onderzoek van het EenVandaag Opiniepanel onder ruim 5.200 deelnemers van alle leeftijden die aangeven weleens een festival te bezoeken. Deze zomer hebben op verschillende festivals artiesten statements gegeven over de oorlog in Gaza, ook waren er soms Palestijnse vlaggen op podia en in het publiek te zien.

'Geen politiek op festivals'

De meeste festivalbezoekers vinden dat politieke uitingen helemaal niet thuishoren op festivals (70 procent). Zowel niet door artiesten, als de organisatie of het publiek. "Ik ga naar een festival voor ontspanning. Op het werk en thuis wordt er al genoeg over spanningen in de wereld gesproken", vertelt een festivalbezoeker.

Jongeren hebben over het algemeen minder moeite met politieke statements op festivals. Nog altijd vindt ruim de helft van de deelnemers onder de 35 jaar (55 procent) dat deze uitingen niet op festivals thuishoren. Onder deelnemers boven de 35 jaar is dit 75 procent.

Bang voor polarisatie

Mensen geven aan bang te zijn dat politiek op festivals leidt tot polarisatie, terwijl festivals juist verbindend zouden moeten werken.

Een panellid legt uit: "Festivals verbinden door samen van muziek en optredens te genieten, ongeacht politieke voorkeuren. Politieke statements van zowel organisatie, artiesten als bezoekers polariseren een festival en nemen het verbindende karakter weg."

Festival als vrijplaats

Toch vindt ruim een kwart van de festivalbezoekers (27 procent) het wél goed als er politieke statements worden geuit. "Mensen drukken zichzelf uit met behulp van kunst, ook een politiek gevoel of politieke mening hoort daarbij", zegt een panellid. "Wel is het belangrijk om niet op te roepen tot haat of geweld. Een festival is in mijn beleving vaak een veilige plek waar zowel artiesten als bezoekers zich vrij kunnen en mogen uiten."

Zeker artiesten zouden dit mogen doen, vinden deze deelnemers. "Ik vind dat artiesten hun positie mogen gebruiken om aandacht te trekken voor politieke problemen. Iedereen staat in zijn recht om op te komen voor hun mening."

Je hebt onze overige cookies (nog) niet geaccepteerd.

Doet dit onderdeel van deze website het niet? Voor een volledig werkende website accepteer je hier de overige cookies.

Festivals 'van KKR'

Deze festivalzomer is er veel te doen om het Amerikaanse investeringsbedrijf KKR, dat investeert in wapens, fossiele projecten en in bedrijven die actief op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever.

Sinds vorig jaar investeert KKR ook in verschillende Nederlandse festivals. Veel van deze festivals hebben zelf nadrukkelijk afstand genomen van het bedrijf en diverse artiesten hebben hun shows op festivals waar KKR in investeert afgezegd.

'Juist stem laten horen'

Hoewel bijna de helft (48 procent) van de jongeren die naar festivals gaan het goed vindt als artiesten festivals afzeggen waar KKR in investeert, zeggen anderen dat deze festivals juist een moment kunnen zijn voor artiesten om hun stem te laten horen.

"De artiesten zouden er juist naartoe moeten gaan om daar door de megafoon van het festival hun punt te maken", vindt iemand. "Beïnvloed de bezoeker, en dan is er volgend jaar verandering."

Liever een 'goed feestje'

1 op de 7 de jongeren (14 procent) die festivals bezoeken mijdt de festivals die onder KKR vallen dit jaar bewust. Van de groep jongeren die vorig jaar nog een van deze festivals bezocht, zegt 11 procent deze dit jaar uit de weg te gaan.

De meerderheid (61 procent) ontwijkt de festivals van KKR niet. Veel jongeren hebben het idee dat het toch geen invloed heeft als zij besluiten een festival te mijden, of houden zich er niet mee bezig. "Ik wil vooral een goed feestje, en als dat geleverd wordt door een organisatie die is verbonden aan KKR dan is dat jammer, maar ik zou er nog steeds naartoe gaan", vertelt een jongere uit het panel.