Breukelen haalt de vlaggen uit de kast, want de allereerste wereldwinkel van Nederland bestaat vandaag 50 jaar. Nu 'fairtrade' een modewoord is geworden ligt de concurrentie altijd op de loer. Gaat de wereldwinkel ten onder aan haar eigen succes?
Ondernemer Johan Derks opende in 1969 de eerste wereldwinkel van Nederland. Hij wilde zoveel mogelijk fairtrade-producten verkopen, zodat hij mensen in ontwikkelingslanden kon helpen. Het concept sloeg enorm aan en binnen 2 jaar kwamen er circa 170 wereldwinkels bij.
Ten onder gaan aan je eigen succes
Op het hoogtepunt van het succes telde Nederland maar liefst 400 wereldwinkels, maar de afgelopen jaren is dit aantal bijna gehalveerd. Er zijn nu nog ruim 200 wereldwinkels.
De voorzitter van de wereldwinkel in Breukelen Thoon Jongerius ziet dat het voor de wereldwinkels steeds lastiger wordt om klanten binnen te halen. De producten die ze verkopen zijn niet meer zo exclusief. Als je nu de supermarkt binnenloopt zie je een groot schap met fairtrade-producten. Dat komt volgens Jongerius door het succes van de wereldwinkels. Door de concurrentie ziet hij de populariteit van de wereldwinkels afnemen. "We graven dus eigenlijk ons eigen graf."
Natuurlijk zijn vrijwilligers enorm sympathiek, maar we moeten eerlijk zijn: retail is steeds meer een vak geworden.
Paul Moers, retaildeskundige
Een moeilijk te winnen oorlog
Retaildeskundige Paul Moers is niet verbaasd over de snelle afname van wereldwinkels in Nederland: "Doordat dit soort producten tegenwoordig massaal in de supermarkten verkrijgbaar zijn, moeten de wereldwinkels concurreren met hele grote machtige merken die ongelooflijk veel mensen naar binnentrekken. Ja, ga die oorlog maar eens proberen te winnen. Dat is echt heel moeilijk."
Moers geeft wel aan dat de wereldwinkels niet de enige zijn die het zwaar hebben in de retailbranche. "Als je bijvoorbeeld naar non-food kijkt, zie je dat tussen 2008 en 2019 de markt met maar liefst 13 procent in elkaar gevallen is. Het is dus niet alleen lastig voor een wereldwinkel, het is moeilijk voor hele winkelstraten."
Het roer omgooien
Een andere oorzaak is het gebrek aan professionaliteit van de vrijwilligers. "Natuurlijk zijn vrijwilligers enorm sympathiek, maar we moeten eerlijk zijn: retail is steeds meer een vak geworden. Je hebt daar echt professionals voor nodig. Je moet professioneel met een winkel omgaan en snappen wat je allemaal voor een winkel moet doen. Dat is erg veel gevraagd voor een vrijwilliger, die maar heel erg weinig van dat vak afweet", zegt de retaildeskundige.
De wereldwinkel in Breukelen besloot vorig jaar vanwege de obstakels het roer om te gooien. Jongerius: "We hebben ons assortiment uitgebreid met duurzame artikelen en streekproducten." Ook braken ze met de traditionele kleurstelling van de winkel. De veranderingen sloegen volgens hem goed aan bij de klanten.
Metamorfose
Paul Moers zou iedere wereldwinkel een metamorfose aanraden. "Aan het merk 'Wereldwinkel' is in geen decennia iets gedaan. Dat is ontzettend jammer, want het merk is het leidende principe van je organisatie. Een merk moet je opfrissen. En ook de winkelinrichting moet je om de 5 à 6 jaar echt dramatisch aanpassen. Dat geld is er bij een wereldwinkel vaak niet, dus dan is het imago al meteen stoffig en suf."
Maar is er dan wel een toekomst voor deze winkels? "Als je een aantal wereldwinkels op A-locaties zou overhouden met een heel uitgebreid assortiment, zouden wereldwinkels nog best wel een kans hebben. Maar het belangrijkste is om direct online aan de slag te gaan", zegt Moers.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.