Voorlopig lijkt er nog geen uitweg in de mestcrisis, maar in de chat van EenVandaag deelden jullie massaal oplossingen. Is het toch niet mogelijk om bijvoorbeeld de mest te vergisten voor energie? We legden de voorstellen voor aan een expert.

Vijf van de door jullie aangedragen oplossingen voor het mestoverschot legden we voor aan Inge Regelink, landbouwonderzoeker aan Wageningen Universiteit & Research (WUR). We vroegen per oplossing naar drie dingen: is het technisch mogelijk, wat kost het en is er politieke wil voor?

1. Wat als alle koeien minder zouden eten? Bij honden zorgt minder eten namelijk voor minder uitwerpselen.

"Als je een koe minder voert, wordt ze ook minder productief", vertelt Regelink. "Daarom kan een boer die z'n mestoverschot wil verkleinen beter minder koeien houden die per koe wel hoogproductief zijn."

Er is volgens haar wel een ander plan bedacht door oud-landbouwminister Piet Adema wat veel aandacht heeft gekregen: eiwitarm veevoer. "Koeien die minder eiwit eten, produceren minder stikstofrijke mest. Je kan de hoeveelheid veevoer iets verlagen zonder de productie te verminderen, maar dat levert slechts een kleine bijdrage aan het gehele mestoverschot op te lossen. Maar het is wel iets waar de sector naar kijkt."

2. Waarom kan het mestoverschot niet weggewerkt worden door gebruik in de chemische industrie?

De chemische industrie kan dierlijke mest niet rechtstreeks als grondstof gebruiken, legt Regelink uit. Het verwerken van die mest kost volgens haar veel geld en vraagt om nieuwe mestverwerkingsinstallaties. "Er zijn in Nederland enkele van die installaties waar dierlijke mest wordt verwerkt tot zuivere stikstofproducten zoals ammoniumsulfaat en ammoniumnitraat. Dit zijn stoffen die de industrie kan gebruiken."

"Maar de huidige capaciteit is al volledig benut", vervolgt ze. "Het bouwen van meer mestverwerkingsinstallaties duurt erg lang en biedt daarom voor de eerste jaren geen oplossing. Des te meer omdat er juist binnen 2 jaar een grote hoeveelheid extra mest bij zal komen." Om dat te kunnen verwerken zijn er twee keer zo veel fabrieken nodig.

3. Waarom wordt het mestoverschot niet verplaatst naar gebieden met een tekort aan voedingsstoffen, zoals woestijngebieden?

Dat gebeurt volgens Regelink al: mest wordt tot 300 kilometer over de grens vervoerd. "Maar omdat mest voor 95 procent uit water bestaat, is het onhandig te vervoeren naar verdere gebieden. Wil je mest verder dan 300 kilometer vervoeren, dan moet je het eerst verwerken tot bijvoorbeeld mestkorrels."

Maar daar komen - naast de capaciteitsproblemen - nog twee specifieke problemen bij kijken: "Ten eerste moeten mestkorrels aan hygiëne-eisen voldoen om ze te mogen exporteren. Die eisen zijn er om verspreiding van dierziektes te voorkomen", vertelt ze. "Om daaraan te voldoen moeten tankwagens vol mest worden verhit, maar dat kost veel energie, en dus tijd en geld."

"Daarnaast bevatten mestkorrels vooral fosfaat en weinig stikstof, terwijl Nederland nu vooral stikstof wil exporteren." Stikstof is ook niet makkelijk uit mest te halen en om te zetten in mestkorrels, voegt ze daaraan toe. "Er wordt wel gewerkt aan een nieuwe methode om vloeibare stikstofmineralen uit de mest te verwerken tot iets wat kunstmest kan vervangen, maar de Europese Commissie moet nog toestemming geven voor het gebruik van die kunstmestvervanger."

4. Waarom vergisten boeren niet gezamenlijk het mestoverschot om er energie uit te halen?

"Boeren kunnen mest vergisten om biogas te produceren, wat helpt bij het opwekken van duurzame energie", zegt Regelink. En daar is ook politieke steun voor, ziet de landbouwonderzoeker. "Er zijn subsidies en stimuleringsprogramma's om boeren aan te moedigen vergistingsinstallaties te gebruiken. Maar lokaal kunnen mensen natuurlijk bezwaar maken, dat ze zo'n installatie niet in hun achtertuin willen."

Toch heeft deze oplossing volgens haar geen effect op de hoeveelheid mest en de stikstof en fosfaat in de mest, want dat wordt daarna pas verwerkt. "Het is daarom geen oplossing voor het overschot."

"Ook is de installatie van vergistingsinstallaties duur, en dus een reden om er niet aan te beginnen", vervolgt ze. "De opbrengst van de geproduceerde energie kan op de lange termijn wel rendabel zijn, en de inkomsten zouden gebruikt kunnen worden om de vergiste mest alsnog te verwerken tot mestkorrels of kunstmestvervangers. Daarin kunnen boeren samenwerken en de kosten van de installatie delen."

5. Waarom dumpen we het enorme mestoverschot niet in onze ongebruikte kolenmijnen?

"Daar heb ik nog nooit over nagedacht, maar dat moet je gewoon niet willen", benadrukt Regelink. "Hoewel dit op het eerste gezicht goedkoop lijkt, zijn er grote nadelen. Kolenmijnen kunnen verbonden zijn met grondwater, waardoor meststoffen in het water terecht kunnen komen. Dit kan ernstige milieuproblemen veroorzaken."

"Daarbij is dit een tijdelijke oplossing, want wat ga je er daarna mee doen? Het lost niet het grote probleem op. Daarom zal er geen politieke steun zijn voor dit plan."

Is er een andere - nog niet genoemde - oplossing waar boeren en de politiek nu serieus naar kijken?

Volgens Regelink is er technisch al veel mogelijk, en is er zat politieke steun voor het hergebruiken van mest in de landbouw. "Maar de huidige maatregelen worden zo snel doorgevoerd dat de markt daar niet op kan anticiperen. Het kost veel geld en tijd om extra mestverwerkingsfabrieken op te richten waar mestkorrels of kunstmestvervangers gemaakt worden."

De onderzoeker ziet de politiek nu vooral kijken naar de krimp van de veestapel door opkoopregelingen, het plan van oud-minister Adema, en onderhandelingen met de Europese Commissie over ruimere mestregels voor Nederland, het plan van de huidige minister Wiersma. "Daarmee is en blijft de situatie voor boeren nog heel onzeker en die onzekerheid remt ook investeringen in technische oplossingen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.