Chips, gas, medicijnen: Nederland importeert van over de hele wereld producten. Met de afhankelijkheid van Rusland en de oorlog in Oekraïne in het achterhoofd lijkt de roep om meer in eigen land te gaan produceren groter te worden. Verstandig is het niet.
Daarvoor waarschuwt het Internationaal Monetair Fonds (IMF), in haar half jaarlijkse rapport waarin het de staat van de wereldeconomie beschouwt. En het IMF ziet dat economie er niet goed voor staat. Onder meer door de oorlog in Oekraïne, met daarmee de gepaard gaande hogere prijzen voor energie en voeding, dat invloed heeft op de hele wereldeconomie.
Corona in China
En er is ook nog de economische groeivertraging in China, die grotendeels het gevolg is van het 'zero-Covidbeleid'. Internationale productieketens lijden onder verstoringen. En dan ziet het Fonds, dat normaal leningen verstrekt aan landen die er economisch gezien niet goed opstaan ook dat landen en bedrijven meer de neiging hebben om zich terug te trekken en meer in eigen land te produceren.
Maar dat is een risico voor de eigen economie. Het wordt beaamd door Marieke Blom en Steven Brakman, ze beantwoorden 4 vragen over de stand van de internationale handel en economie.
1. Waarom is het niet slim om alles in eigen land te gaan produceren?
Marieke Blom, hoofdeconoom van ING ziet het eigenlijk als iets heel logisch: "Het is heel eenvoudig: als je al je productie terughaalt naar je eigen land, en er gebeurt ineens iets in je eigen land, dan heb je een extra groot probleem."
Iets dat hoogleraar internationale economie, Steven Brakman, van de Rijksuniversiteit Groningen, beaamt: "Het klinkt als in tegenspraak met wat we in eerste instantie zouden denken. Maar stel dat jij heel erg afhankelijk wordt van jezelf, dat als er bij jou iets misgaat, een schok is, dan heb je geen uitwijkmogelijkheden."
2. Wat produceren we al in Nederland en halen we niet uit het buitenland?
Steven Brakman: "Het voorbeeld dat mij zo te binnen schiet is ASML." Het bedrijf maakt de machines waarmee andere bedrijven, zoals Samsung en Intel, chips maken. "Dat is een uniek bedrijf, het maakt iets dat geen enkel ander bedrijf kan. Ja of die nu hier bij ons binnen de grens zit of aan de andere kant, dat maakt niet uit. Die is als het ware monopolist op haar terrein. Dan ben je daar helemaal van afhankelijk. Daar kun je moeilijk een alternatief voor bedenken."
Marieke Blom van ING ziet in bredere zin dat Westerse bedrijven zich op elektronica gebied maar terugtrekken en de productie naar eigen land halen. "Je moet dan bijvoorbeeld denken aan elektronica. Wat je ziet is dat hoe meer robotisering er is, hoe makkelijker je relatief eenvoudige elektronica kunt produceren. In Europa. Want dan heb je hier geautomatiseerde fabrieken. Dat werd dan eerder in Azië gedaan omdat daar de arbeidskosten heel erg laag waren."
3. IMF heeft het over het belang van de wereldeconomie, wat heeft Nederland daar aan?
Brakman: "Als je afhankelijk bent van één toeleverancier, bijvoorbeeld China, dan ben je ook gevoelig. Want als daar de zaak dichtgaat, vanwege corona, dan heb je meteen een probleem. De andere kant van internationale handel is dat het een soort verzekering biedt. Het is ook een soort verzekering tegen schokken. Dan kun je zoeken op het wereldtoneel: waar zit een toeleverancier en dan kun je daarmee handelen."
Ook Blom snapt waarom het IMF nu waarschuwt voor teveel op zichzelf gerichte economieën: "Ik denk eerlijk gezegd dat als je naar het IMF kijkt, dat het een wereldwijde organisatie is die ook kijkt naar opkomende markten. En dat ze nu ook een waarschuwing willen afgeven aan Westerse bedrijven: trek je niet allemaal terug naar je eigen land. Ook omdat dat voor opkomende economieën nogal wat zal betekenen."
"Normaal is het zo dat als er in opkomende landen en economieën Westerse bedrijven actief zijn dat gepaard gaat met relatief veel hoogwaardige banen. Vaak is er ook sprake van kennis-spillover, waardoor mensen kennis opbouwen en weer eigen bedrijven kunnen beginnen. Dat valt anders weg."
4. Welke kant gaan we op met de handel?
Brakman ziet, juist door de coronapandemie en door de oorlog tussen Rusland en Oekraïne dat landen beter kijken naar meerdere toeleveranciers. "Het is best mogelijk dat de weg die de wereldeconomie opgaat, er een is waarin we niet meer zo afhankelijk willen zijn van één toeleverancier. Maar dat we naar 2 of 3 mogelijke toeleveranciers toe groeien. En die zitten dan ergens op de wereld, en dat betekent dus dat je minder gevoelig wordt voor schokken."
"Dus eigenlijk is het verhaal dat je niet afhankelijk wilt zijn van één toeleverancier of die nu binnen je eigen grens hebt of daar buiten. Je wilt altijd alternatieven hebben", zegt Brakman.
Ook Blom is optimistisch: "Voor het hele wereldwijde systeem heeft het natuurlijk ook voordelen als de hele wereld met elkaar verbonden is. Één van de uitgangspunten van internationale handel is dat iedereen doet waar 'ie goed in is en zich daar ook in specialiseert."
"Een ander voordeel is dat landen wereldwijd allemaal met elkaar verbonden zijn en dat we uiteindelijk dan ook hopen dat al die economische verbanden ook aan bijdragen dat de internationale samenwerking beter verloopt."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.