Oekraïne wordt overspoeld door duizenden oorlogsslachtoffers met amputaties. En dat aantal groeit door de oorlog nog iedere dag. Oekraïne heeft niet genoeg revalidatiemogelijkheden in het land en daarom worden er ook Oekraïners in Nederland behandeld.
Sinds Rusland 1,5 jaar geleden Oekraïne binnenviel telt het land ruim 20.000 inwoners met amputaties. Vooral militairen die strijden op het slagveld, maar ook burgerslachtoffers die gewond raken door raketaanslagen of kinderen die op landmijnen stappen.
Naar Nederland
Een deel van de gewonden wordt in Nederland behandeld, omdat de gezondheidszorg in het thuisland door het grote aantal slachtoffers ontoereikend is.
Een van hen is de 37-jarige Oekraïense militair Ivan. Hij raakte zwaargewond door twee mijnen. Daarbij verloor hij zijn rechterbeen: "Ik heb m'n helm afgezet. Alles zat onder het bloed en de modder. Alles was rood, ik kon niets meer zien. Door de eerste mijn schoot mijn been omhoog, de tweede mijn schoot mijn been eraf."
Zelf maar uitzoeken
Ivan woont bij een gastgezin in Nederland en werkt aan zijn herstel. In Oekraïne kreeg hij niet de hulp die hij nodig had: "Ik werd toen ik uit het ziekenhuis kwam in een rolstoel gezet. Zo, klaar!"
Het moest het verder naar eigen zeggen maar zelf uitzoeken, desnoods kruipend. "Ik bewoog me thuis voort op een bureaustoel. Ik moest kruipend naar het toilet, want daar kon ik met die bureaustoel niet inrijden."
Slechte wegen en stoepen
Volgens Ivan is er weinig goed geregeld voor invaliden in Oekraïne, zo zijn bijvoorbeeld de wegen heel slecht. "Wij hebben in Oekraïne geen goede wegen en looppaden, alleen maar in de grote steden."
Hij vindt de situatie voor invaliden in zijn thuisland betreurenswaardig: "Er zijn heel veel personen met amputaties, maar ook veel blinde mensen. Ik heb nog een makkelijk trauma, maar er zijn veel slachtoffers in veel ergere situaties."
Raketaanvallen en mijnen
Er komen dagelijks oorlogsinvaliden bij. Niet alleen militairen, maar ook burgerslachtoffers, zegt Oekraïne-deskundige Julia Soldatiuk-Westerveld van het Clingendael Instituut.
"Er zijn best wel grote aantallen raketaanvallen", legt ze uit. "En we horen bijna dagelijks dat er aanvallen zijn op Oekraïense steden. Daarnaast zijn er in het zuiden en het noorden van Oekraïne veel mijnen en daar worden kinderen door getroffen."
Rekening houden bij wederopbouw
Soldatiuk-Westerveld pleit ervoor dat er bij de wederopbouw van Oekraïne rekening wordt gehouden met grote aantallen invaliden. "Er wordt nu veel nagedacht en er ontstaan nieuwe initiatieven voor het verbouwen en veranderen van de infrastructuur", weet ze.
"Ook bij gebouwen in de openbare ruimte die nu al worden hersteld, wordt er rekening gehouden dat ze toegankelijk zijn voor mindervaliden."
Nauwelijks revalidatie-artsen
Oekraïne had voor de oorlog nauwelijks specialisten die protheses kunnen maken. En er waren ook weinig revalidatie-artsen. Dat is een groot probleem, zegt hoofd Olga Rudneva van Superhumans Revalidatie Centrum. Dat is het eerste centrum in Oekraïne waar moderne revalidatie- en prothesezorg wordt aangeboden.
"We hebben 1,5 miljoen mensen aan de frontlinies en die zullen vroeg of laat allemaal revalidatie nodig hebben", vertelt ze. "Veel van hen hebben last van shellshock of ander trauma. Het is dus nodig om onze revalidatiemogelijkheden in snel tempo uit te breiden in verschillende delen van Oekraïne."
Sterk en stabiel zijn
Revalidatiemogelijkheden zijn volgens haar van essentieel belang om terug te keren naar een normaal leven. "Veel van onze oud-militairen zullen moeten reïntegreren. Ze zullen een nieuwe rol binnen de samenleving krijgen. Daarom is het belangrijk dat ze lichamelijk sterk en stabiel zijn."
Ivan weet nog niet wanneer hij terug kan naar Oekraïne. Ondanks zijn handicap ziet hij de toekomst rooskleurig in: "Ik kan bijvoorbeeld als bewaker aan de slag. Je werkt dan voor een mager salaris, maar het is zittend werk. Je hebt oorlogservaring dus dan nemen ze je zeker aan voor die baan, omdat je weet wat je moet doen."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.