Als de kinderen uit huis zijn, blijven mensen vaak zitten in hun gezinswoning. Dat remt de doorstroming op de huizenmarkt én zorgt op lange termijn voor hogere zorgkosten. Knarrenhofjes zouden een oplossing zijn, maar die moeten nog gebouwd worden.
Uit onderzoek van de Hypotheker blijkt dat het aandeel van 55-plussers in het totale aantal hypotheekaanvragen voor de aankoop van een woning klein is. Dit bedraagt nu 12 procent, terwijl het aandeel in dezelfde periode vorig jaar nog 14 procent was. Dit terwijl starters tot 35 jaar een aandeel van 57 procent hebben.
Niet voordelig om te verhuizen
Hoogleraar huisvestingssystemen aan de TU in Delft Peter Boelhouwer heeft hier een aantal verklaringen voor: "Mensen oriënteren zich op een ander huis als de kinderen het huis uit gaan. Een enkeling verhuist dan, maar de meesten blijven zitten waar ze zitten. Als ze dan 80 worden en klachten krijgen, zijn ze eigenlijk te laat."
Dat komt volgens Boelhouwer ook doordat het aanbod niet goed is. "Als je al heel lang in een sociale huurwoning woont, ga je vaak fors meer betalen als je kleiner gaat wonen. En als je in een eigen huis woont ga je er vaak financieel niet op vooruit als je kleiner gaat wonen. Dan kiezen mensen ervoor om 1 of 2 kamers af te sluiten en gewoon te blijven wonen waar ze wonen."
Vergrijzing
Boelhouwer hoopt ook dat er meer aandacht komt voor huisvesting van ouderen. Niet alleen omdat er huizen vrij moeten komen voor starters en jonge gezinnen. "Het aantal 80-plussers gaat verdubbelen. Dus het is ook fysiek belangrijk."
Volgens de hoogleraar kunnen mensen vereenzamen. "En eenzame mensen gaan vaker naar de dokter. Daarbij is het voor thuiszorgmedewerkers makkelijker om ouderen te bezoeken die op één plek geclusterd wonen."
'Kan uit de hand lopen'
Vastgoed-expert van ABN-AMRO Claire van Staaij beaamt dat het gebrek aan doorstroming voor problemen zorgt. Ze koppelt het aan de vergrijzing en aan een toenemende zorgvraag.
"Als mensen niet geclusterd gaan wonen, krijgen we een groot probleem en zullen de zorgkosten totaal uit de hand lopen."
'Dit wilden we niet opgeven'
Rob Swart (73) en Loes Swart (72) wonen al ruim 45 jaar in hun huis in Voorburg. Een aantal jaar geleden hebben ze serieus overwogen om hun woning te verkopen en gingen ze op zoek naar een andere woonvorm. Ze bekeken een appartement in een zogenaamd 'knarrenhofje' waar meerdere leeftijdgenoten wonen.
Toch kozen ze er uiteindelijk voor om in hun huis te blijven wonen. "We zijn enorm gehecht aan onze buurt, aan ons huis, hier wonen onze vrienden. Dat wilden we niet opgeven."
Knarrenhofjes
Die 'knarrenhofjes' zijn ontzettend populair, zegt Peter Boelhouwer. "Het is een nieuwe woonvorm waarbij mensen geclusterd wonen. Er staan nu 54.000 mensen op de wachtlijst voor zo'n huis. Mensen willen graag zo wonen, omdat ze op die manier naar elkaar om kunnen kijken. Er is vaak een gemeenschappelijke tuin of een gemeenschappelijke ruimte."
Maar dus ook te weinig aanbod. "Het is ook een relatief dure woonvorm, omdat er gemeenschappelijke ruimtes zijn die ook betaald moeten worden. Er wordt nu wel gesproken over 800.000 geclusterde woonvormen, maar die moeten nog wel gebouwd worden."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.