Zo'n 600 miljoen euro per jaar is er nodig om de leefbaarheid in de twintig grootste achterstandswijken de komende jaren op pijl te brengen. De projectleiders die hiervoor moeten zorgen roepen het nieuwe kabinet daarom op om snel in actie te komen.

Het kabinet-Rutte IV startte in juli 2022 een Nationaal Programma om de leefbaarheid en veiligheid in twintig achterstandswijken te verbeteren. Nu er een nieuw kabinet zit, is er veel onduidelijkheid: het programma wordt namelijk wel genoemd in het hoofdlijnenakkoord, maar tot nog toe is er geen geld voor vrijgemaakt.

'Nog te veel wijken'

En dus wachten de programmadirecteuren in spanning op wat de plannen van het kabinet-Schoof zijn. Een van hen is Chris Schaapman, hij is in Den Haag verantwoordelijk voor de uitvoering van het Nationaal Programma. Schaapman vertelt dat er in de afgelopen 2 jaar hard gewerkt is om de achterstanden in de wijken in te lopen.

Dat was en is nu nog steeds hard nodig, vervolgt de programmadirecteur: "Want we hebben in Nederland nu in te veel gebieden en in te veel wijken, te veel kwetsbaarheden. En daardoor ook een grote kansenongelijkheid ten opzichte van andere delen van ons mooie land."

Complexe problemen bij elkaar

Om die kloof met de rest van het land te dichten, zijn de laatste jaren tientallen miljoenen euro's vrijgemaakt om te investeren in woningen, armoede en schulden te verminderen en jeugdcriminaliteit te voorkomen. De problemen worden gezamenlijk aangepakt door de Rijksoverheid, gemeenten, lokale partners én de bewoners zelf.

Maar het is een project waar een lange adem voor nodig is, zei toenmalig minister Hugo de Jonge bij de start van het Nationaal Programma al. En dat is ook wat Schaapman in de praktijk ziet. "Eigenlijk hebben we in deze wijken een te grote concentratie van te complexe problemen", ziet hij. "Mensen hebben veel moeite met vooruitkomen."

Bewoners met 'rugzakje'

Daarom pleitten Schaapman en andere programmadirecteuren eerder al voor onorthodoxe maatregelen om de stapeling van de problemen aan te pakken. Zo stelden ze voor om voorrang te geven aan woningzoekenden die geen extra aandacht van buren of overheden vragen.

Dat is namelijk een groot probleem in veel achterstandswijken: het relatief grote aandeel van bewoners met een 'rugzakje'. Zo ook in de Haagse Moerwijk, waar 70 procent van de woningen sociale huur is. In die huizen worden vaak mensen geplaatst die nergens anders terechtkunnen, waaronder ggz-patiënten, verslaafden of vluchtelingen met trauma's.

audio-play
Programmadirecteuren roepen nieuw kabinet op om achterstandswijken te blijven helpen: '600 miljoen euro per jaar nodig'

Overlast door verwarde personen

Mensen die zorg nodig hebben, weet psycholoog Omar van Ommeren. Hij werkt bij ggz-instelling Parnassia en zit in een wijkteam met onder meer een verpleegkundige en een maatschappelijk werker. "Geluidsoverlast is een veelgehoord probleem hier en dat heeft deels te maken met dat mensen zich willen uiten."

Tegelijkertijd wordt de overlast voor de omgeving verergerd door de slechte staat waarin veel huizen in de wijk verkeren, legt hij uit. "Het heeft er ook mee te maken dat de muren hier echt heel erg dun zijn in die oude appartementen."

'Altijd een multiproblematiek'

Collega Wendy Broeders, die een buurthuiskamer in Moerwijk runt, ziet dat mensen die verward gedrag vertonen een grote impact hebben op de wijk. "Het wordt ook wel een soort van in stand gehouden door juist die mensen hier te plaatsen. Ik ben van mening dat je de mensen hier niet mee vooruit helpt."

Ondertussen proberen hulpverleners met hen contact te leggen om te kijken waar de nood zit, vertelt Van Ommeren. "Het is leven in angst, het zijn financiële problemen. Misschien ook wel een verslaving die erbij komt, of een dreigende uithuisplaatsing. Kinderen die misschien niet goed gaan op school", somt de psycholoog op. "Het is altijd wel multiproblematiek."

20 jaar lang investeren

Deze complexiteit laat volgens programmadirecteur Schaapman maar duidelijk zien dat de problemen niet zomaar zijn ontstaan en dus ook niet zomaar weer zijn opgelost. "Dit vraagt echt om een investering van 20 jaar en dus moet er geld worden vrijgemaakt over drie, vier, misschien wel vijf kabinetten heen", zegt hij. "We moeten doorpakken."

Dat het Nationaal Programma in het hoofdlijnenakkoord wordt genoemd, stemt hem voorzichtig positief: "Je moet het glas wel halfvol zien." Maar Schaapman benadrukt tot slot dat er onder het nieuwe kabinet wel echt iets moet gebeuren. "Het gaat immers om in totaal 1,3 miljoen inwoners van ons land, die in relatief kwetsbare situaties zitten."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.