Er klinkt veel kritiek op het plan van het kabinet om 200 asielzoekers onder te brengen in een hotel in Albergen. Waarom vindt opvang altijd plaats in dorpen? En zorgt dit niet voor minder draagvlak? Dat valt wel mee, zegt historicus Marlou Schrover.
Door uiteindelijk zelf de knoop door te hakken over de bestemming van Landhotel 't Elshuys heeft het kabinet de gemeente Tubbergen, waar Albergen onder valt, gepasseerd. Het besluit werd dinsdag bekend gemaakt, diezelfde avond stonden er tientallen demonstranten voor het hotel.
Niet elke gemeente heeft genoeg plek
Dat er opnieuw naar een dorp wordt gekeken voor de opvang van asielzoekers is niet heel opmerkelijk, zegt hoogleraar migratiegeschiedenis Marlou Schrover van de Universiteit Leiden. "Bijna alle grote steden vangen ook asielzoekers op, net als veel dorpen."
In de asielcrisis wordt vaak gewezen naar zogenoemde 'weigergemeenten', maar Schrover wil dat beeld nuanceren. Volgens haar gaat het om (kleine) plaatsen waar geen geschikte gebouwen zijn voor opvang, zoals leegstaande loodsen of scholen. "Of een voorgestelde locatie is te klein, dan weigert het COA ook", weet ze.
Van klein- naar grootschalige opvang
De overheid wil asielzoekers namelijk het liefst grootschalig opvangen. "Tot de jaren 80 zaten de mensen in steden, op best kleine plekken", zegt de historicus. "Begin jaren 90 verplaatsten ze naar kazernes, waar leegstand was ontstaan nadat de dienstplicht was afgeschaft."
In grote opvanglocaties kunnen betere voorzieningen en begeleiding geboden worden aan asielzoekers, was is het idee. Omdat die ruimte er in de steden niet meer was, werd er uitgeweken naar plekken buiten de stad, legt Schrover uit.
'Besluit Albergen was geen verrassing'
Het besluit om asielzoekers in Albergen op te vangen kan voor inwoners geen donderslag bij heldere hemel zijn, denkt de hoogleraar. "Er waren al maanden onderhandelingen. Op een gegeven moment hakt de overheid de knoop door. Als bewoners de gemeentepolitiek zouden volgen was het geen verrassing geweest."
Bovendien komen dit soort situaties al jaren voor. Het gaat zelfs decennia terug, benadrukt Schrover. "Mensen uit Nederlands-Indië, en later uit Suriname, waren geen vluchtelingen, maar je zag wel dat de overheid probeerde overal mensen onder te brengen. Gemeenten moesten het maar ter beschikking stellen."
Vroeger ging het ook niet vlekkeloos
In de jaren 70 verliep het proces om mensen uit Suriname te huisvesten bepaald niet vlekkeloos, brengt ze iedereen in herinnering. "Uiteindelijk kwamen ze terecht in de Bijlmer, omdat er nergens anders plek was. Het was echt een noodsprong."
Ook twee decennia later waren en problemen. Een bekend voorbeeld daarvan komt uit de buurt van Albergen, in het Twentse Azelo. "Daar was een internaat. Inwoners wilden daar in de jaren 90 wel vluchtelingen uit Joegoslavië hebben, maar niet uit Afghanistan", zegt Shrover. "Je kreeg er een enorme rel van boze burgers."
Bekijk ook
Gemeenten bang voor protesten
Gemeenten vrezen dat opgelegde asielopvang het draagvlak verminderen en voor veel protesten kunnen zorgen. "Dat argument wordt elke keer aangevoerd. Gemeenten zeggen dat ze wel iets willen doen, maar niet op die schaal", zegt de hoogleraar, die erop wijst dat overheden 'daar gewoon invloed op hebben'.
Zo was zo'n dertig jaar geleden een discussie in De Lier, in het Westland. Daar werden asielzoekers opgevangen in een leegstaande kazerne, maar al snel kwamen er klachten van overlast binnen. Om dat op te lossen werd er een inspraakavond georganiseerd met het COA en het ministerie van Volksgezondheid.
Meer draagvlak door inspraak
"Nadat de gemeente uitleg had gegeven over de situatie, kregen inwoners de kans om schriftelijk vragen te stellen. Een gedeelte hiervan werd ter plekke beantwoord, de rest werd later uitgezocht", vertelt Schrover.
Zo werden er oplossingen gezocht voor de klachten van de inwoners. Uiteindelijk zorgde deze methode voor veel meer steun in De Lier voor de opvang van asielzoekers, benadrukt de historicus. "Dat was een goede aanpak, maar blijkbaar zijn ze nu vergeten hoe dat moet."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.