Kamerleden krijgen niet altijd alle informatie die ze willen hebben. Voor een deel is dat onwil van bewindslieden, voor een deel omdat die bewindslieden zelf de informatie niet hebben. "Er is een weerstand om zaken te delen", zegt hoogleraar Voermans.
"Kamerleden moeten hard op de deur bonzen om informatie te kunnen krijgen", zegt hoogleraar Staatsrecht Wim Voermans uit Leiden. Een voorbeeld zijn de debatten met de inmiddels afgetreden staatssecretaris Menno Snel over de toeslagen-affaire. Regelmatig kon hij geen antwoord geven op Kamervragen omdat hij het eenvoudigweg niet wist. CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt vroeg hem in juli bijvoorbeeld 40 maal om gegevens over de affaire. "Die 40 vragen waren herhaal-vragen", zegt Voermans.
Geen pottenkijkers
De informatie aan de Tweede Kamer is niet altijd een voorbeeld van openheid. Kamerleden worden regelmatig in het ongewisse gelaten. Daar zijn twee redenen voor: ten eerste willen kabinetsleden geen 'pottenkijkers' en houden ze informatie achter, of ze geven die mondjesmaat. Vaak is dit het geval als kabinetten bestaan uit kleine meerderheden waar besluiten moeizaam tot stand komen.
Ten tweede beschikken ministers en staatssecretarissen vaak zelf niet over alle informatie omdat ze de archieven niet op orde hebben. En de informatie die zelf zelf niet hebben, kunnen ze ook niet doorgeven.
Wegkomen met minder antwoorden
Door maar ten dele informatie te verstrekken denkt de burger, volgens Voermans, dat de overheid iets te verbergen heeft. "Het voedt het wantrouwen van burgers in de overheid." En het wordt erger, legt Voermans uit. "Er begint nu een houding te ontstaan bij ministers en staatssecretarissen minder antwoord te geven, omdat ze de informatie niet kunnen vinden, en denken dat ze ermee kunnen wegkomen, dat is wel een punt."
"We leven in een informatie-samenleving, je wilt weten wat voor weer het is in Argentinië, of waar je iets kunt kopen in de Verenigde Staten", zegt Voermans. De overheid moet miljarden investeren in informatiesystemen, in het vastleggen en archiveren van data. Gevraagde gegevens horen vlekkeloos en compleet uit de computer te rollen. Maar de informatievoorziening, zoals Wim Voermans het noemt, is niet op orde. En dat terwijl burgers en Kamerleden steeds meer willen weten.
Weerstand om te delen
"Jaren is er veel te weinig geïnvesteerd", legt Voermans uit. "Als je iets moet zoeken bij de overheid is dat lastig. De informatiestructuur is verouderd, de archivering is niet goed, er wordt ook te weinig actief openbaar gemaakt." Voermans keurt ook de houding van de verschillende ministeries af. "Er is een weerstand bij ministeries om zaken te delen, ook omdat ze niet willen."
"Om de informatievoorziening van de overheid te verbeteren moet er geld bij. Andere landen zijn daar veel verder in dan wij." Je ziet dat de overheid bij ons er geen zin in heeft om de informatievoorziening naar een hoger niveau te tillen. Het is volgens Voermans niet een kwestie van "niet kunnen, het is vooral niet willen."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.