Gemeenten doen meer om kindermishandeling te voorkomen, maar ze weten niet of de juiste ouders en kinderen wel bereikt worden. Een groot probleem, schrijft de Kinderombudsman in een rapport dat vandaag werd gepresenteerd. Jaarlijks zijn ongeveer 118.000 kinderen de dupe van geweld en sterven er enkele tientallen aan de gevolgen. Deze cijfers zijn al jaren stabiel.
Kim van Laar groeide op met een afwezige vader en een instabiele moeder. De buurman misbruikte haar. Nu geeft Van Laar lezingen over haar ervaringen, zodat ook anderen erover durven te praten. En dat is belangrijk, want 1 op de vier Nederlanders heeft te maken met kindermishandeling. En ondanks alle inspanningen van mediacampagnes tot professionele hulp, dalen die cijfers dus niet.
Ook bij Kim schoot de hulp tekort. "Ik ben niet goed gezien. Pas op mijn zeventiende kreeg ik hulp en heb ik een maatschappelijk werker gezien. Ik wilde daar helemaal niet zitten. Ik vond dat mijn moeder daarheen moest. Ik was daar heel boos over."
Volgens Majone Steketee, bijzonder hoogleraar Intergenerationele overdracht van geweld in gezinnen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, richt de hulpverlening zich nog teveel op de problematiek in het gezin in plaats van op het kind. "Hulpverleners gaan aan de slag met eventuele alcoholproblemen of andere problemen van de ouders. Het kind wordt dan over het hoofd gezien."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.