Sinds deze maand krijgen alle kinderen verplicht les in de basiswaarden van de democratische rechtsstaat: vrijheid, gelijkheid en solidariteit. Dat besloot de politiek twee maanden eerder. De vraag is of dit ten koste gaat van vakken als taal en rekenen.

"Ik vind het heel nuttig bij discriminatie en racisme", vertelt Michele, leerling op basisschool Het Element in Middelburg. "Ik leer hoe ik dat kan aanpakken op een positieve manier." Klasgenoot Wanisha vindt het daarnaast ook leuk: "Je leert hoe je goed met anderen om kan gaan."

Burgerschapsonderwijs

Aan het begin van deze zomer stemde de Eerste Kamer, na de Tweede Kamer, in met de toevoeging van lessen burgerschap in het basisonderwijs, op middelbare scholen en mbo's. Sinds deze maand besteden alle scholen verplicht aandacht aan burgerschapsonderwijs. Wat dat precies inhoudt, daar mogen scholen zelf invulling aan geven.

Globaal gaat het erom dat scholen aandacht moeten besteden aan kennis die leerlingen helpt nu en later in de maatschappij te functioneren. Dit kan betekenen dat je in de kleuterklas leert hoe je voor jezelf kan opkomen en dat je in groep acht leert wat Prinsjesdag is en dat we in een democratische rechtstaat leven.

Oefenen met de rechtstaat

"Het hele idee van oefenen met de rechtstaat, met de democratie, dat gaan leraren dus vanaf nu al leren op de pabo (opleiding tot docent in het basisonderwijs, red.)", zegt hoogleraar Sociologie en Mensenrechten Barbara Oomen aan de Universiteit Utrecht. Ze is erg enthousiast over de verankering van burgerschap in het onderwijs.

"Ik vind het fantastisch dat het is ingevoerd. Leerlingen leren nu van jongs af aan, minder vrijblijvend dan eerst, wat burgerschap is. Voorheen konden scholen nog zeggen dat ze er iets aan wilden doen en als ze het dan niet deden, maakte dat niet uit. Het zeggen was genoeg. Nu moeten ze zich er echt voor inzetten."

audio-play
Bekijk hier de televisiereportage over dit onderwerp.

Elke school zijn eigen invulling

Maar er zijn ook risico's, stelt hoogleraar Pedagogiek Anna Bosman van de Radboud Universiteit. "Scholen mogen zelf weten hoe ze het geven. Streng religieuze scholen kunnen dus andere accenten leggen. Elke docent is een ander mens en vindt andere dingen belangrijk."

Daarnaast zijn er natuurlijk de reeds bestaande problemen in het onderwijs. "Het gaat niet goed in Nederland met basisvaardigheden als rekenen en taal, vervolgens gaan we ons bezighouden met zulke grote vraagstukken die lang niet alle kinderen kunnen aan kunnen. Laten we zorgen dat eerst die basisvaardigheden, op orde zijn."

Uitwerking

Hoe deze nieuwe ambities in het onderwijs hun uitwerking gaan vinden, is de vraag. Er is veel enthousiasme, maar er zijn ook docenten die het er nu niet bij kunnen hebben. Daarnaast ziet Oomen een taak weggelegd voor de onderwijsinspectie.

"Het is natuurlijk heel belangrijk dat de onderwijsinspectie er goed op toeziet dat kinderen niet leren wie of wat of hoe ze moeten zijn als mens, maar wel hoe je als mensen met elkaar omgaat. Dat ze leren over de rechtsstaat en over universele mensenrechten."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.