Hils en Marianne hebben iets met elkaar gemeen. Allebei hebben ze een familielid gehad die in de oorlog omkwam in een psychiatrische kliniek. En allebei weten ze amper wat er is gebeurd. Ze zijn blij dat er nu nieuw onderzoek komt.

Over wat er in Duitsland zelf en in bezet Oost-Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog gebeurde met mensen met een handicap of een psychiatrische aandoening is vrij veel bekend. 243.000 van hen werden vermoord in het kader van een vooropgezet euthanasieprogramma. Met injecties, door ze uit te hongeren, of door ze te vergassen. Maar wat er in Nederland met hen gebeurde, weet niemand.

Afgrijselijk geweest

Zo weet Hils Robbé niet precies wat er met haar opa is gebeurd en Marianne Veefkind niet wat haar oud-tante is overkomen. Beide familieleden zaten in psychiatrisch centrum Het Groot Graffel in Warnsveld en stierven daar tijdens de oorlog. Maar wat de doodsoorzaak is, of onder welke omstandigheden ze overleden, is niet bekend.

"Mijn opa werd verzwegen. Ik weet niets over hem", vertelt Hils Robbé. "Er is hier zoveel gebeurd, ik weet heel veel niet. Het gaat niet over drie mensen, of over vijf mensen, het gaat over duizenden mensen. Het zijn zoveel mensen die niet gek mochten zijn, die dan nutteloos waren en zo'n einde kregen. Volgens mij waren er vier keer zoveel patiënten als er bedden. Het is afgrijselijk geweest."

audio-play
Hils Robbé: "Het is hier afgrijselijk geweest."

We wisten eigenlijk niks

Voor Marianne Veefkind is het niet veel anders. "Over tante Marie wisten we eigenlijk niks. Ik wist ongeveer drie dingen: er was iets met haar aan de hand, ze zat in een psychiatrisch centrum en ze is jong gestorven. Dat is alles. Er werd in de familie niet over haar gesproken. Ik weet er niet zoveel van."

Ook over hoe ze om het leven is gekomen weet ze niets: "Er komen natuurlijk steeds meer verhalen naar buiten. Ik ken wel de verhalen uit Duitsland, dat daar doelbewust mensen zijn verhongerd. Dat de ene mens tegen de andere zegt: je mag er niet zijn. Dat is schrijnend. Ik weet niet wat er in Nederland is gebeurd, maar goed om het boven water te krijgen."

audio-play
Marianne Veefkind: "Ik weet niet wat er in Nederland is gebeurd."

Opvallend meer overlijdens

Met dat laatste doelt Marianne op een onderzoek dat het NIOD vorige maand aankondigde naar de gevolgen van de Duitse bezetting voor mensen in psychiatrische inrichtingen. Het onderzoek wordt gedaan in opdracht van de stichting Vergeten Slachtoffers, die anonieme slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog een gezicht probeert te geven.

Onderzoekster Cecile aan de Stegge vindt het goed dat er aanvullend onderzoek komt. Zij deed zelf al eerder onderzoek en concludeerde dat er tijdens de bezetting opvallend meer patiënten overleden dan normaal. Zo overleden in die tijd 350 mensen in de psychiatrische kliniek Endegeest in Oegstgeest. Een kliniek met 530 bedden.

Belangrijk dat er aandacht voor komt

De vraag is volgens haar of er sprake was van bewust beleid van de nazi's. "Patiënten hadden het erg koud, er was nauwelijks brandstof, er was te weinig voedsel. Mensen hadden honger en raakten ondervoed. Er was geen zeep, er was geen wc-papier. De weerstand nam sterk af door gebrekkige hygiëne. Er braken besmettelijke ziekten uit."

Zo zag het er in 1943 uit in psychiatrische kliniek Het Dolhuys.

"Als er sprake was van bewust uithongeren, dan praten we over oorlogsmisdaden", zegt Aan de Stegge. "De conclusie van ons onderzoek is dat er sprake was van ernstige verwaarlozing van geminachte mensen, wat werd verzwegen. Het is heel belangrijk dat hier aandacht voor komt, omdat er nog steeds neergekeken wordt op psychiatrische patiënten."

Monumenten en herdenkingen

Dankzij de stichting Vergeten Slachtoffers zijn er op verschillende plekken in Nederland inmiddels monumenten en herdenkingen voor patiënten die meestal anoniem werden begraven. Daardoor hebben Hils en Marianne nu een plek om naartoe te gaan en hun familieleden te gedenken.

Hils vertelt: "Ik heb een paar weken geleden voor het eerst de plek bezocht waar mijn opa ligt begraven bij Groot Graffel. Het is de eerste keer dat mijn opa bezoek heeft ontvangen en dat is heel belangrijk." En Marianne: "Het is erg goed dat er een herdenking is. Het voelt alsof we er nu een familielid bij hebben en dat is ook zo. Het helpt om tante Marie een gezicht te geven. Ze is nu gezien."

info

Gedicht bij gedenkplek Groot Graffel

Toegedekt door aarde
rusten zij, niet genoemd,
grassen en een enkele bloem
geven slechts hun ligplaats aan,
niet genoemd, maar toch hadden zij een naam.

Geen steen maar slechts een grastapijt
met bordje vak D
is er voor hen ter herinnering,
niet genoemd, maar toch hadden zij een naam.

Zo blijven zij in onze gedachten
die aan onze zorg werden toevertrouwd,
levend in hun eigen wereld
die niet de onze was.

Dierbaar waren de momenten
waarop hun gevoelens helder waren,
niet genoemd, maar toch hadden zij een naam.
De steen spiegelt hun leven
omringd door zorg.

Ruwe vlakken, de grillige vormen
van hun gemoedstoestand.
Gepolijste delen, puurheid
van hun ziel.

Niet genoemd, maar toch hadden zij een naam.
De steen die ons even stil doet staan
bij wie ze waren
met naam.


Hein Smeerdijk (dichter en beeldhouwer)

audio-play
Tv-reportage EenVandaag: Wat is er tijdens de oorlog gebeurd met psychiatrische patiënten?

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.