Ministerie in gesprek met niet-medische laboratoria voor uitbreiden capaciteit coronatests

Niet-medische laboratoria willen graag helpen met het uitbreiden van de capaciteit voor coronatests, maar krijgen tot nu toe weinig gehoor. Minister Hugo de Jonge van Medische Zorg zegt dat ze wel degelijk in gesprek zijn.

Commerciële labs melden al sinds maart dat ze capaciteit voor coronatesten kunnen leveren, maar tot nu toe worden alleen medisch microbiologische laboratoria ingeschakeld. Maar die hebben te weinig capaciteit. Maar inmiddels kijkt minister De Jonge 'naar alle mogelijkheden', zegt hij. Zijn taak is om de capaciteit op te schroeven van 30.000 naar 70.000 tests per dag in het najaar.

'We zijn in gesprek'

Dat de niet-medische laboratoria niet al in maart zijn aangehaakt, komt omdat dat kortweg niet de snelste optie was, zegt De Jonge. "De medisch microbiologische laboratoria konden sneller testcapaciteit leveren en gevalideerd worden door het RIVM. Zo'n test moet natuurlijk wel betrouwbaar zijn."

Inmiddels is de situatie anders. "We zijn al langer met een aantal niet-medische labs en leden van de brancheorganisatie in gesprek om te kijken hoe zij ons verder kunnen helpen. Als dat leidt tot afspraken die ons daadwerkelijk aan meer capaciteit helpen en ze zijn voldoende betrouwbaar, dan zullen we niet nalaten om met ze samen te werken."

Testen in Duitsland

Op dit moment kijkt het het kabinet ook naar de mogelijkheid om contracten af te sluiten met een aantal Duitse medisch microbiologische labs: "As we speak zijn we met een aantal labs in onderhandeling, voor zo'n 20.000 tests erbij."

"Want", zegt hij, "ook al springen de Nederlandse niet-medische labs bij, dan nog kampen we met te weinig capaciteit." Of hij de commerciële labs vertrouwt? "Ja en we sluiten ze stapsgewijs aan." Te langzaam gaat het overigens niet, vindt De Jonge. "Er wordt keihard gewerkt om de capaciteit verder uit te breiden. We doen dat zo snel mogelijk."