De overheid moet een eind maken aan de gedoogsituatie rond de geluidsoverlast van Schiphol. Het niet optreden door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) tegen de overschrijding van geluidslimieten rond de luchthaven duurt te lang en ondermijnt de rechtspositie van omwonenden. Dat stellen deskundigen op het gebied van toezicht en handhaving tegenover EenVandaag. Ook diverse Kamerfracties dringen aan op actie. Behalve de linkse oppositie wil ook coalitiepartner D66 dat minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat ingrijpt.
De geluidsgrenzen rond Schiphol worden al drie jaar op verschillende plekken overschreden, zonder dat de Inspectie Leefomgeving en Transport daar tegen optreedt. De ILT houdt zich daarmee aan een instructie van de minister om ‘anticiperend' te handhaven. Dit houdt in dat de ILT bij haar toezicht rekening houdt met afspraken die in 2008 zijn gemaakt aan de Alderstafel, maar nog altijd niet wettelijk zijn vastgelegd. Volgens die afspraken zet Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) eerst de start- en landingsbanen in die voor de minste hinder zorgen voor de omgeving. Dit wordt ‘preferent baangebruik’ genoemd. Bij overschrijdingen van de geluidslimieten gaat de ILT na of deze verklaard kunnen worden door dit preferente baangebruik. Als Schiphol en LVNL kunnen aantonen dat dit inderdaad het geval is dan volgt er geen sanctie. Het beleid van anticiperend handhaven duurt al sinds 2015, na een eerdere experimenteerperiode van twee jaar.
Rechtsvacuüm door gat in de regelgeving
Deskundigen aan wie EenVandaag de gang van zaken heeft voorgelegd verbazen zich er over en spreken van een gedoogbeleid. “Het ministerie noemt het anticiperend handhaven”, zegt Annetje Ottow, hoogleraar Economisch Publiekrecht aan de Universiteit Utrecht en gespecialiseerd in toezicht en handhaving. “Maar het is natuurlijk anticiperend niet-handhaven. Want er wordt gewoon niet gehandhaafd. Niet op de oude normen én niet op basis van de nieuwe die nog niet gelden. Dus is er duidelijk een gat in de regelgeving.” Ottow noemt dat “zeer onwenselijk” en spreekt van een “rechtsvacuüm".
Ik denk dat omwonenden op korte termijn duidelijkheid moeten krijgen. Men wacht hier al veel te lang.
Ottow krijgt bijval van Hans Eijlander, hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit van Tilburg en oud-directeur Toezicht van het ministerie van Sociale Zaken. Hij noemt anticiperend handhaven een tijdelijk noodverband dat niet te lang mag worden gebruikt. “Bestuurlijke afspraken worden hier door het ministerie ingezet als een alternatief voor wetgeving. Dat beperkt de ILT in de handhaving en maakt het voor omwonenden lastig te procederen.” Volgens Ottow zouden bewoners desalniettemin bij de civiele rechter kans maken. Ze zouden daar kunnen bepleiten dat de overheid zich schuldig maakt aan een onrechtmatige daad. Ook emeritus hoogleraar toezicht Ferdinand Mertens, van 2000 tot 2005 Inspecteur-Generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, is kritisch. “Wanneer al voor anticiperend handhaven wordt gekozen dan zou dat een korte termijn moeten betreffen. Bijvoorbeeld niet langer dan een wetswijziging normaal duurt, dus maximaal anderhalf jaar. Het zou zeker niet aanvaardbaar zijn wanneer de nieuwe regelgeving nog niet uitgekristalliseerd is, want dan ontstaat er een rechteloze situatie.”
'Einde aan het gedogen'
Ook vanuit de Tweede Kamer klinkt kritiek op de gebrekkige handhaving door de ILT. Naast de linkse oppositiepartijen dringt ook coalitiepartner D66 aan op ingrijpen rond Schiphol. “Ik vind het heel pijnlijk om te zien dat het nu al vijf jaar duurt, dat er wel een wet is, maar er niet wordt gehandhaafd omdat er een nieuwe wet aan zit te komen”, zegt Kamerlid Jan Paternotte. “Dan hebben mensen het gevoel dat ze in het ootje worden genomen en dan snap ik dat die mensen geen zin meer hebben om de luchtvaart in Nederland nog te laten groeien.” Paternotte wil dat minister Van Nieuwenhuizen een einde maakt aan het gedogen en werk gaat maken van het herstel van vertrouwen in haar eigen ministerie en de luchtvaart. “Ze moet dit gaan oplossen en zorgen dat mensen weer vertrouwen krijgen. Dat ze niet in de maling worden genomen. Ik verwacht dat ze dat nu sneller doet, want het afgelopen half jaar is er nog geen vooruitgang geweest.” Minister Van Nieuwenhuizen laat weten te werken aan wettelijke verankering van de afspraken over preferent baangebruik, maar dat daarvoor eerst het Milieueffectrapport Schiphol klaar moet zijn. De bewindsvrouw kondigde eerder deze week opnieuw uitstel van dat rapport aan. Waarschijnlijk kan nieuwe regelgeving daardoor op zijn vroegst in 2019 in werking treden.
Kijk & lees ook onze uitgebreide longread
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.