Premier Mark Rutte vindt de oppositie te wantrouwig, maar daar zijn de meeste kiezers het mee oneens. Het kabinet geeft genoeg reden om dat te zijn, vinden zij. Ook veel coalitiekiezers roepen hun Kamerleden op: wees strenger voor dit kabinet.
Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder ruim 25.000 kiezers uit het Opiniepanel naar aanleiding van de uitspraken van Mark Rutte in het 'Nokia-debat' van twee weken geleden. De premier noemde de oppositie daarin te wantrouwig. "Elke gebeurtenis", zei Rutte, "hoe onterecht ook, wordt verpakt in een zie-je-wel en dat allemaal samen is dan een patroon. Daar wordt dan een sticker op geplakt."
Niet te wantrouwig
Maar een meerderheid van de kiezers (55 procent) vindt de oppositie niet te wantrouwig. Maar liefst driekwart (76 procent) stelt dat het kabinet genoeg reden geeft om wantrouwig te zijn. "Rutte wil de boel verdraaien. Met wat er allemaal is gebeurd, is het ongeloofwaardig om vertrouwen te eisen. Hij moet nu nederig zijn of echt iets anders gaan doen."
Niet alleen oppositiekiezers zijn ontevreden over het kabinet, ook die van de coalitiepartijen worden steeds pessimistischer. Bij kiezers van D66 (30 procent), het CDA (25 procent) en de ChristenUnie (30 procent) was en blijft het vertrouwen laag, maar ook in de VVD-achterban begint de twijfel nu serieus toe te slaan. In april steunde nog 66 procent dit kabinet, tegenover 47 procent nu. Ook het vertrouwen van VVD-kiezers in Rutte als premier daalt hard sinds april: van 80 naar 61 procent.
Coalitiekiezers: 'wees strenger'
Op hun congres riepen leden van de ChristenUnie hun partij op kritischer te zijn richting het kabinet. De meeste coalitiekiezers zijn het met die oproep eens: 54 procent vindt dat 'hun' partij strenger moet zijn voor dit kabinet. Vooral D66-, CDA- en ChristenUnie-kiezers vinden dat, maar ook een grote minderheid van de VVD-kiezers wil dat meer zien van hun Kamerleden.
Een D66-kiezer licht toe: "Het gaat tot nu toe te veel om personen en partijen in het zadel houden en veel te weinig over de inhoud. Die partijpolitieke spelletjes doorzien we hoor." Ook vinden grote groepen coalitiekiezers dat Kamerleden van hun partij meer dan nu bereid moeten zijn een motie van wantrouwen te steunen.
Wantrouwen piekt
Het vertrouwen in het kabinet (17 procent) is op dit moment op een laagtepunt. Maar ook de oppositie krijgt weinig krediet: 25 procent heeft daar over het geheel genomen vertrouwen in. Veel kiezers (57 procent) vinden dat de oppositie vooral bezig is met het scoren bij de eigen achterban en minder met wat het beste is voor Nederland. "Oppositiepartijen mogen best wantrouwig zijn, maar wel over onderwerpen die ertoe doen. Het gaat nu te veel op de persoon en het moet meer over de inhoud", aldus een kiezer in het onderzoek.
EenVandaag vroeg kiezers met weinig of geen vertrouwen of dat nog te herstellen is. Daarin valt op dat er een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen het kabinet en de politiek. Slechts 14 procent van hen denkt dat het kabinet hun vertrouwen nog kan herstellen, tegenover 47 procent die verwacht dat het vertrouwen in de politiek terugkeert. Veel van hen denken erover zoals deze kiezer: "Totdat Rutte weg is, blijft mijn beeld gitzwart."
Over het onderzoek
Het onderzoek is gehouden van 27 tot en met 31 mei 2022. Aan het onderzoek deden 25.273 deelnemers aan het EenVandaag Opiniepanel mee. De uitkomsten zijn gewogen op het totaal aantal ondervraagden en representatief voor zes variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2021.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.