Al vijf jaar lang zijn speciale eenheden van het Nederlandse leger actief in Mali. Onze verslaggever Tom van 't Einde is mee op de allerlaatste grote missie in het gebied.
Het is meer dan zestig graden in de volle zon, schaduw is amper te vinden. Ik zit bovenop een zwaar gepantserde Bushmaster. Het voertuig is ooit aangeschaft voor de oorlog in Afghanistan. Bij een bermbom heb je hierin een redelijke kans om het te overleven. En dat is geen overbodige luxe. De VN-missie in Mali waar Nederland een bijdrage aan levert - is uitgegroeid tot de dodelijkste vredesmissie ooit.
Kalasjnikovs en mannen met tulbanden
De vier Nederlandse soldaten die in Mali gesneuveld zijn kwamen om het leven bij ongelukken. Ze rijden expres niet over bestaande wegen, maar kiezen een eigen route dwars door de woestijn. Het landschap waar we doorheen rijden is eentonig. Eindeloze zandvlaktes met dorre struiken en soms een rotsvlakte waar de temperatuur nog verder stijgt. Urenlang zien we geen mens, tot we op een pick-up stuiten. Achterin liggen Kalasjnikovs. Voorin zitten mannen met tulbanden.
VN-vredesmissie
In 2012 grijpen moslim-extremisten in Mali de macht. Ze roepen het Kalifaat uit. Het land wordt sinds die tijd verscheurd door terroristen, strijdende stammen en een onafhankelijkheidsstrijd van de Touaregs. De VN stuurt een vredesmissie om de strijdende partijen uit elkaar te houden. Nederland doet sinds 2013 mee met een speciale eenheid van 400 man. Op dit moment zitten er nog 250 Nederlandse militairen. Per 1 mei stopt onze deelname aan de missie.
Pottenkijkers niet gewenst
Dat ik hier in de Sahel sta, is bijzonder. Ik ben aangehaakt bij een peloton langeafstandsverkenners, een gespecialiseerde eenheid die dagenlang diep de woestijn intrekt en van de radar verdwijnt om inlichtingen te verzamelen. Ze opereren bij voorkeur in de luwte en zitten normaal gesproken niet op pottenkijkers te wachten.
Nu de Nederlandse bijdrage aan de VN-missie bijna voorbij is, lukt het voor het eerst om toegang tot de groep te krijgen. Ze verzamelen informatie in een gebied van grofweg 150 kilometer rond de stad Gao en zijn de enigen die zo ver het land intrekken. De inlichtingen die ze verzamelen, worden door de Verenigde Naties gebruikt om een beeld te krijgen van de veiligheidssituatie in dorpen en steden in het noorden en zuiden van Mali.
Kalifaat in de woestijn
De grootste dreiging in het gebied zijn terroristen van ISGS (Islamitische Staat in de Grotere Sahara) Het is een aftakking van de organisatie die in Irak en Syrië verslagen is, maar hier alleen maar sterker wordt. Het is ze nog niet gelukt om een kalifaat te stichten, maar de terroristen zijn ook nog lang niet verslagen. De VN-vredesmacht van 13.000 man sterk heeft er geen antwoord op en kan amper veiligheid bieden.
De mannen die we middenin de woestijn tegen komen, proberen dat wel. In de pick-up blijken leden van de Gatia-militie te zitten. Het zijn Touareg-nomaden die zichzelf en hun mensen proberen te beschermen. Ze vertellen dat hun leider in het stadje In Tillit is om zoveel mogelijk mensen achter zich te krijgen om zo een front te vormen tegen terroristen.
Spookstad in de Sahel
Na het gesprek met de militieleden komt het konvooi langzaam op gang. Het is nog uren rijden naar In Tillit. Pelotonscommandant Wouter wil er zo snel mogelijk zijn om te zien hoe de situatie is. "We zijn een paar maanden geleden ook in In Tillit geweest en toen was het bijna helemaal verlaten. We kwamen in een spookstad terecht waar iedereen was weggevlucht."
Dit keer is er wat bedrijvigheid bij de waterpomp aan de rand van het stadje. Gewapende militieleden van de Gatia zijn aanwezig en zorgen voor veiligheid. Een aantal mensen is daardoor teruggekomen, maar het grootste deel van het stadje is nog steeds verlaten. Bij de waterpomp staat tussen de gewapende mannen ook een jongen van dertien of veertien jaar oud. Om zijn magere schouder een Kalasjnikov. Zijn vinger speelt met de trekker van het automatische wapen.
Kijken, kijken, niets doen
Het ontgaat ook de pelotonscommandant niet: "Zelfverdedigingsgroepen hebben grote verliezen geleden in de strijd tegen IS. Officieel hebben ze geen mensen jonger dan achttien, maar we zien toch dat ze wapens krijgen omdat de nood zo hoog is." Hij zegt er verder niets van en grijpt ook niet in. Milities mogen wapens dragen. Pas als ze tegen de bevolking worden ingezet, kan hij er iets aan doen.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.