Nog nooit waren bij verkiezingen voor de Tweede Kamer zoveel partijen met vrouwelijke lijsttrekkers. Voor ons zogenaamd geëmancipeerde land is dat niets minder dan een doorbraak: "Ze kunnen een cultuurverandering in gang zetten."
Vijf partijen uit de huidige Tweede Kamer hebben bij de Tweede Kamerverkiezingen een vrouw op nummer één van de lijst: Sigrid Kaag (D66), Lilian Marijnissen (SP), Lilianne Ploumen (PvdA), Esther Ouwehand (PvdD) en Liane den Haan (50Plus). Tel je er de nieuwe partij Splinter van Femke Merel van Kooten (ex-PvdD) bij op, dan kom je tot zes vrouwelijke lijsttrekkers. En met de partijen van de buiten de Kamer erbij, zelfs aan tien. Een record voor ons land.
Vrouwelijke lijsttrekkers zeldzaam
Hoewel wij Nederlanders onszelf een tamelijk geëmancipeerd volk vinden, zijn vrouwelijke lijsttrekkers zeldzaam in onze politieke geschiedenis. Ria Beckers (PPR) was in 1976 de eerste. Eén van de eerste vragen die zij moest aanhoren na haar benoeming, was: "Wat vindt meneer Beckers ervan?".
Daarna volgden onder andere Andrée van Es (PSP), Ina Brouwer (met Mohammed Rabbae duo-lijsttrekker van GroenLinks in 1994), Els Borst (D66, 1998), Femke Halsema (GroenLinks, 2003) en Marianne Thieme (PvdD, 2003).
'Hoe moet dat met de vaatwasser?'
Nog steeds worden vrouwelijke leiders in de media anders benaderd dan hun mannelijke collega's, zegt campagne-adviseur Annelou van Egmond (in het verleden werkzaam voor D66): "Als een mannelijke lijsttrekker zegt dat hij weken van 70-80 uur maakt, dan denken mensen: dat is mooi, want dan doet hij dat ook voor de BV Nederland!"
"Maar als een vrouw dat zegt, dan is het van: oh jee, hoe moet het dan thuis, met het uitruimen van de vaatwasser?" Volgens Van Egmond kunnen de vrouwen er gezamenlijk voor zorgen dat de Nederlandse politiek 'minder masculien' wordt: "Vrouwen hebben toch de neiging om meer de verbinding te zoeken".
Bestaat vrouwelijk leiderschap?
Afgelopen jaar ontstond het verhaal, dat vrouwelijke leiders beter zouden zijn in het managen van de coronacrisis. Hier is geen wetenschappelijke onderbouwing voor. Maar volgens Daphne van der Pas, docent politicologie aan de Universiteit van Amsterdam, is er wel sprake van een verschil in perceptie van mannelijke en vrouwelijke leiders: "Stereotypen zorgen voor het idee dat mannen bijvoorbeeld een terreurdreiging beter kunnen hanteren en dat vrouwelijke leiders beter zijn in zorg en sociale issues."
PvdA-lijsttrekker Lilianne Ploumen is er niet zo zeker van dat er sprake is van een 'vrouwelijke stijl' in politiek leiderschap: "Iedereen moet het doen op de manier zoals hij of zij vindt dat het moet. Ik vind het wel belangrijk dat er nu meerdere vrouwelijke lijstrekkers zijn, omdat we de helft van de bevolking vormen. En om aan de jonge vrouwen te laten zien dat politiek ook een plek voor hen is."
Nauwelijks extra zetels
Volgens politicoloog Van der Pas vinden Nederlandse kiezers het in het algemeen niet erg belangrijk of de lijsttrekker van hun favoriete partij man of vrouw is. Dit speelt hooguit aan de linkerkant: "Bij linkse partijen vinden kiezers het wel een issue, maar pas ná de inhoudelijke overweging. Het geslacht van de lijsttrekker is hooguit een 'tie-breaker'. Dat wil zeggen dat het ervoor kan zorgen dat iemand tussen twee linkse partijen switcht die toch al heel dichtbij elkaar liggen."
Heel veel extra zetels liggen er dus niet voor het oprapen voor een vrouwelijke lijsttrekker. Wel is het opvallend, dat uit onderzoek van het EenVandaag Opiniepanel blijkt, dat 35 procent van de GroenLinks-aanhang liever een vrouwelijke lijsttrekker zou zien. Daar liggen kansen voor Kaag en Ploumen, zou je zeggen.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.