
'Ik ga ervan uit dat het mag': zo wil deze wethouder in Ede zonder Landbouwakkoord alvast beginnen met stikstofreductie
Het wachten op een landelijk plan voor stikstof duurt lang, terwijl sommige gemeenten staan te trappelen om aan de slag te gaan. In Ede bedacht wethouder Van der Schans daarom een manier om alvast proactief aan de slag te gaan.
Terwijl heel Nederland wacht op de definitieve stikstofplannen, kan een klein aantal boeren mogelijk wel uitbreiden. De Gelderse gemeente Ede wil niet meer wachten en komt met eigen stikstofbeleid. Maar kan dat wel, in een provincie waar de uitstoot het meest omlaag moet?
'Wat kan wel?'
"Er wordt in Nederland op dit moment heel druk gesproken over wat we allemaal niet willen", zegt wethouder van Ede Jan Pieter van der Schans, verwijzend naar bijvoorbeeld het beëindigen van bepaalde bedrijven. Hij vindt die discussie maar één kant van de medaille. "We moeten ook nadenken over: hoe willen we bedrijven helpen en faciliteren die wel door willen en kunnen? En hoe zorgen we ervoor dat die bedrijven over 20 jaar ook nog kunnen bestaan?"
Met die insteek zou de gemeente onder strikte voorwaarden willen meewerken aan het wijzigingen van bestemmingsplannen. "Er liggen nu 20 aanvragen op de plank en er kunnen de komende jaren nog wat bijkomen", vertelt Van der Schans. "Onder strakke en strenge voorwaarden kunnen bedrijven de toekomst in."
Strikte voorwaarden
Wat dat in de praktijk betekent? "Bijvoorbeeld een kippenboer of varkensboer die een beter keurmerk wil op de producten. Die heeft meer ruimte nodig voor hetzelfde aantal dieren. En daarvoor is een wijziging van van het bestemmingsplan nodig."
De strenge voorwaarden daarbij zijn bijvoorbeeld dat deze bedrijven niet binnen 500 meter van een Natura2000 gebied mogen liggen. En: piekbelasters komen ook niet voor deze regeling in aanmerking. Van der Schans: "Als je minimaal 40 procent van je stikstofuitstoot van je huidige vergunning kan reduceren, werken wij mee aan het wijzigen van je bestemmingsplan."
Vraagtekens bij innovaties
Bij die stikstofreductie moet volgens Ede gebruik worden gemaakte van stalinnovaties, zoals een mestdroger in een kippenstal en een luchtwasser in een varkensstal waarmee de stikstofuitstoot ook naar beneden kan. Het probleem: dit soort innovaties blijkt niet altijd te werken.
Zo bleek het voor boeren nauwelijks mogelijk om met de officieel goedgekeurde emissiearme stallen voor melkveehouderijen daadwerkelijk de uitstoot van ammoniak terug te dringen. Daarbij bleek uit onderzoek van de provincie Overijssel dat 90 procent van de luchtwassers in stallen in de praktijk niet goed werken. Voornamelijk omdat er niet wordt gehandhaafd of deze systemen op de juiste manier worden gebruikt.
APK-systeem
Van der Schans erkent dat er kritisch moet worden gekeken naar nieuwe innovaties, maar blijft hoopvol dat minimaal 40 procent minder stikstofuitstoot haalbaar is met de proactieve houding van de gemeente Ede. "Het liefst zou ik ook in Ede gaan naar een soort APK-systeem voor de technieken die gebruikt worden. Dat we daarop controleren op basis van meetgegevens. Want dan kan je ook de eigenaar, de boer, afrekenen op wat hij doet."
De wethouder blijft daarbij vertrouwen houden in 'gevalideerde systemen' en wijst daarbij naar het feit dat er in Ede sinds 2017 succesvol minder fijnstof wordt uitgestoten. "Er zijn ook systemen die wel werken. Laten we daar gebruik van maken. Om op deze manier niet alleen maar te werken aan het beëindigen van bedrijven waar recht en reden voor is, maar ook werken aan bedrijven die over 20 jaar nog willen bestaan."
Leeftijd boeren
Er is nog een reden waarom het in Ede zou kunnen lukken, denkt Van der Schans. Namelijk de leeftijd van de boeren. "We hebben in Ede meer boeren tussen de 60 en de 80 jaar dan tussen de 20 en de 40 jaar. Als ik ook naar de afgelopen jaren kijk, gaan de boeren van tussen de 60 en 80 echt wel een keer stoppen. Met een goede regeling en met een nette menselijke behandeling komen we denk ik een heel eind."
Dat, in combinatie met het verbeteren van stallen, is voor Van der Schans reden om zich geen zorgen te maken over of Ede wel genoeg stikstof gaat reduceren. "Ik denk dat we de komende jaren zullen zien dat er ook in Ede minder dieren komen. Ik ben niet getrouwd met dierenaantallen. Ik ben getrouwd met een goede, duurzame, consistente groep boeren die er over 20 jaar nog zit."
Niet iedereen fan
Niet de hele gemeenteraad staat achter het plan van Van der Schans. "Dit is oude politiek", zegt Ellen Out, fractievoorzitter van GroenLinks in Ede. "Dit is de weg die al 30 jaar wordt bewandeld, de weg van de technologie die nergens toe leidt. Het is al lang bewezen dat oplossingen uit de technologische hoek niet werken. De vraag is wie eraan gaat verdienen. In ieder geval niet de boer."
Dierenwelzijn is mooi, vervolgt Out, "maar er komen dus niet minder dieren. Er is nooit 'nee' gezegd tegen bedrijven en met deze plannen wordt ze toch weer een uitweg geboden. Eigenlijk moet je alles op pauze zetten, voor de samenleving en voor de dieren zelf."
Aansporing voor Den Haag
Van der Schans legt het plan volgende week voor aan de gemeenteraad en hoopt toch dit tijdelijke beleid na de zomer te kunnen invoeren. "We hebben dit beleid omdat duidelijkheid op andere overheidsniveaus uitblijft", legt hij uit, verwijzend naar het feit dat op landelijk niveau nog geen plan is gemaakt om uit de stikstofcrisis te komen. "Wij willen die duidelijkheid wel bieden."
En wat als dit beleid niet mag van de landelijke overheid? "Ik heb nog niet gehoord dat het niet mag. Ik ga ervan uit dat het mag. Het bestemmingsplan is de bevoegdheid van ons als gemeente. We zijn in goed contact met de provincie Gelderland. En ik zou willen dat Den Haag dit als aansporing ziet. Een aansporing om zelf ook te werken aan een Landbouwakkoord en dat niet iedere keer uit te stellen. Boter bij de vis leveren en zorgen dat bedrijven die goed door willen, ook goed door kunnen."

Oud én jong lopen de Camino: Dick (60) en Nick (27) ontmoetten elkaar op hun 'pelgrimstocht'
Ooit een pelgrimstocht, nu een populaire wandelvakantie voor mensen die uitdaging zoeken. Het pad naar Santiago de Compostella wordt steeds populairder, ook onder jongeren. Nick (27) en Dick (60) liepen hem allebei, en ontmoetten elkaar onderweg.
Met hetzelfde eindpunt voor ogen beginnen Dick Uiterdaal (dan 58) en Nick Kolkman (dan 25) in de zomer van 2023 los van elkaar met het lopen van de Camino de Santiago (de Camino, in het kort). En niet zomaar, maar een extra lange versie: allebei beginnen ze in Nederland, in plaats van een van de 'standaard' startpunten in Spanje, Frankrijk of Portugal.
18 juni 2023, Zeedijk Uithuizen
"Ik ben letterlijk aan de zee begonnen", vertelt Nick. "Ik heb het water aangeraakt, en ben toen weggegaan." Met een rugzak om, geen eerdere ervaring en zelfs nog blessures aan zijn knie en heup van een skivakantie eerder dat jaar, begint hij te lopen.
De reis uitstellen tot de blessures helemaal geheeld zijn, zit er niet in. "Ik deed daarvoor een werkstudentschap, en zou vast gaan werken. Dus ik had 5 maanden, en toen moest het ook gebeuren."
'Ik wilde iets anders'
"Ik ben in 2023 afgestudeerd. En het jaar daarvoor was ik eigenlijk al aan het nadenken: wat ga ik dan doen?" blikt hij terug. "Want je hebt gewoon tijd om te doen wat je wil, eigenlijk. Het is populair om naar Azië te gaan, of Nieuw-Zeeland of Australië, maar ik wilde iets anders."
Dan komt hij op het idee om de Camino te gaan lopen. "En ik bedacht me: ik begin niet in Spanje of Frankrijk, maar in Nederland." Eerst twijfelt hij. "Ik dacht: nee, natuurlijk ga ik dat niet doen. Maar het idee is zo gegroeid en voor mij echt gaan leven. Het leek me fysiek en mentaal een gigantische uitdaging en dat sprak me meer aan dan met een groep comfortabel op vakantie."
De Camino de Santiago is een pelgrimstocht naar bedevaartsoord Santiago de Compostella in Spanje. Normaal gesproken zijn er zes verschillende routes die je kan nemen, vanuit Frankrijk, Spanje of Portugal.
Uit cijfers van het officiële pelgrimskantoor van Santiago de Compostela blijkt dat steeds meer mensen de route lopen. In 2014 voltooiden 223.882 'pelgrims' de tocht, in 2024 waren dat er 499.242. In 10 jaar tijd is het aantal mensen dat de tocht aflegde dus flink toegenomen. En dat waren alleen de mensen die het officiële kerkelijke bewijs ophaalden voor het afleggen van de tocht. Waarschijnlijk ligt het werkelijke aantal wandelaars dus nog veel hoger.
In 2024 was 3,74 procent van de wandelaars tussen de 18 en 45 jaar oud, 40,41 procent tussen de 46 en 65, 11,57 procent ouder dan 65 en 8,28 procent jonger dan 18 jaar.
Populair onder 'oude mensen'
Nick meldt zich aan voor een informatieavond van het Nederlands genootschap van Sint-Jacob, een vereniging die voorlichting geeft over de routes naar Santiago de Compostella. "Daar waren vooral oude mensen natuurlijk, want het is heel populair onder oude mensen. Maar er was ook een jongerentak waarmee ik in gesprek kon, en daarna heb ik besloten het gewoon te doen."
Dat terwijl zijn wandelervaring niet verder ging dan 'weleens gewoon voor de lol rondjes in de stad en in de natuur'. "Maar nooit zo ver, en nooit met een rugzak maanden achter elkaar."
1 juli 2023, Hazerswoude-Dorp
Diezelfde zomer heeft Dick hetzelfde idee: de Camino lopen en beginnen vanuit Nederland. Zijn startpunt is zijn eigen huis in Hazerswoude-Dorp.
"De reden dat ik die tocht ben gaan lopen, is dat ik op jonge leeftijd mijn vrouw ben kwijtgeraakt. Die is overleden en ik bleef met vier jonge kinderen achter", vertelt hij. "22 jaar later waren mijn kinderen goed terechtgekomen, mijn jongste dochter was afgestudeerd, en ik had zoiets van: mijn missie is volbracht. En toen kwam opeens de behoefte om iets voor mezelf te gaan doen."
'Je weet niet waar je aan begint'
"Die Camino sprak wel tot de verbeelding en toen dacht ik: ja, dan wil ik de tocht eigenlijk wel lopen vanaf de plek waar de herinneringen zijn, en dan gewoon eens kijken wat er gebeurt. Niet wetende waar je aan begint, natuurlijk", voegt hij daaraan toe.
Als voorbereiding heeft hij wel veel gewandeld, "maar het moment dat je aan zo'n tocht begint en weet: ik ga zo'n 3 maanden onderweg zijn, je kan niet van tevoren bevroeden wat dat allemaal betekent. Mentaal was ik bezig met de eerste etappe - die zou voor mij ongeveer in Rotterdam eindigen - maar je hebt helemaal geen idee hoe je het gaat doen, wat je gaat ervaren."
Santiago als doel
Tegelijkertijd is dat het mooie aan zo'n tocht, vindt Dick. "Je springt in het diepe, hebt eigenlijk geen idee waar je aan begint, maar je hebt het gevoel: ik moet daarheen, ik wil naar Santiago toe. Dat is op het begin een doel dat heel ver weg is, waarvan je niet eens kan voorstellen dat je er aankomt, maar het is wel wat je de hele tijd bezighoudt."
Dat, en heel basale dingen, vertelt Dick. "Waar slaap ik vannacht, hoe ver moet ik lopen, heb ik eten? En als je dat geregeld hebt, kom je vanzelf tot jezelf. Want dan is er niet zoveel meer."
Alleen en samen
Nick kan daarover meepraten. "Je leeft een heel rustig en eenvoudig leven, een heel regelmatig leven. Ik had mijn social media verwijderd, daar was ik helemaal niet meer mee bezig. Ik heb het nieuws 4 maanden niet gevolgd. Het heeft me heel veel goeds gedaan. Er openbaren zich onderweg allemaal dingen, omdat je zo lang alleen bent."
En toch haalt Nick onderweg ook veel uit de mensen die hij tegenkomt, zoals Dick. Volgens Nick was het 'zeldzaam' dat zij elkaar tegenkwamen. "Er zijn niet veel mensen die je treft die in één keer vanuit Nederland lopen. En ook niet in het hartje van de zomer, dat is eigenlijk een heel dom tijdstip."
Bijzondere gesprekken
De twee ontmoeten elkaar ergens in Frankrijk, weet Dick nog. Op dat moment loopt ook zijn vrouw een stuk mee. "We kwamen op een gegeven moment in een plaatsje, en daar zat een Nederlandse jongen uit te puffen, en die heeft ons gewezen naar de herberg. De volgende dag zijn we hem weer tegengekomen."
Uiteindelijk lopen ze zo'n 2 weken gelijk op. "Je loopt toch dezelfde kant op, dus je komt elkaar tegen. En dan heb je, vooral 's avonds, hele mooie bijzondere gesprekken." Dat ziet Nick ook zo: "Dick vertelde over zijn eerste vrouw, en over dat dit het moment was om alles te verwerken. Het is heel bijzonder om dan over dat soort dingen te praten, terwijl ik natuurlijk nog jong ben."
'Had ik vroeger nooit aan gedacht'
Tegelijkertijd vindt Dick dat juist weer mooi. "Om als jonkie aan zo'n onderneming beginnen, daar had ik vroeger nooit aan gedacht. Juist het feit dat hij op die leeftijd dit wilde ondernemen, dat hij daar behoefte aan had, dat vond ik intrigerend."
Nick is in de behoefte niet alleen, denkt Dick. Hij zag een boel jongeren op de route. "Ik denk toch dat er meer behoefte is aan zingeving, in de hele maatschappij", verklaart Dick. "Toen ik zo jong was, was het allemaal nog wat minder individualistisch. Ik denk dat het nu ook voor jongeren best wel lastig is, de druk en verwachtingen zijn groot, en dan is er behoefte om op jezelf te zijn en spiritueel bezig te zijn."
Het einde
Uiteindelijk scheiden de wegen van de wandelaars weer. Nick bereikt op 17 oktober Kaap Finisterre, om zijn reis van kust naar kust compleet te maken.
"De meeste mensen lopen naar Santiago, dan is het klaar. Maar ik ben nog 3 dagen verder gegaan naar de paal bij Kaap Finisterre, dat wordt als het echte eindpunt gezien", legt hij uit. "En dat was echt supermooi. Er was een storm toen, gigantisch veel regen en wind, en het was echt geweldig!"
'Hoop dat we contact houden'
Omdat het slecht gaat met de gezondheid van Dicks vader, moet hij eind september de reis afbreken. In april 2025 gaat hij verder waar hij gebleven was en maakt het af. Wat hem het meest is bijgebleven tijdens zijn reis? "Dat ik onderweg zoveel hulp heb gekregen, daar ben ik echt dankbaar om. En dat ik heb gerealiseerd dat ik echt een mooi leven heb." Ook om zijn ontmoeting met Nick is hij blij. "Ik hoop dat we contact houden, dat ik over 10 jaar nog steeds weet wat hij doet."
En voor Nick is wandelen echt iets wat erin is gebleven. "Eind september ga ik weer in mijn eentje 2 weken wandelen in Frankrijk, dat vind ik nu echt heerlijk."