Isolement, fysiek geweld en zelfs grensoverschrijdend gedrag: in de gesloten jeugdzorg is er van alles niet in orde. Wat moet er veranderen om dit te voorkomen? "Je moet per kind kijken: wat is er nodig?"
Dat er misstanden zijn op speciale afdelingen van de gesloten jeugdzorg, is al langer bekend. Maar door een rapport van ervaringsdeskundige Jason Bhugwandass komt nu aan het licht wat zich precies achter de gesloten deuren afspeelt. Hij sprak 51 jongeren die op de afdeling Intensieve Kortdurende Observatie en Stabilisatie (Zikos) hebben gezeten.
Nekklemmen en Wurggrepen
De Zikos-afdeling is een crisisplek voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar met erg complexe psychische problemen. In Nederland hebben we achttien van dat soort plekken, maar op dit moment is er een opnamestop. Dit omdat er signalen naar buiten kwamen over de situatie op de afdeling.
Het rapport van Bhugwandass bevestigt deze signalen. De jongeren op de afdeling voelen zich niet veilig. "Een duidelijk beeld dat naar voren komt is dat kinderen 20,5 uur alleen opgesloten worden op kamer. Er zijn veel meldingen gemaakt van fysiek geweld, dus pijnprikkels die bijvoorbeeld worden ingezet: nekklem en wurggreep, slaan en schoppen in knieholtes. Dat is illegaal, dat mag niet."
Van gevangenis naar jeugdzorginstelling
Bhugwandass verbindt de behandeling van de jongeren aan een van de locaties van de Zikos: Harreveld. "Dat was voorheen een gevangenis en werd in 2008 in één keer een jeugdzorginstelling. Maar het personeel werkte ook gewoon in de gevangenis, het pand komt uit de gevangenis, de regels komen uit de gevangenis en de speciale afdeling komt uit de gevangenis."
"Ik denk dat dat een hele duidelijke aanleiding is waarom het zo op een gevangenis lijkt. Het is een soort broedplaats voor dit soort misstanden. In een gezonde sector zijn kinderen niet zo afgezonderd. Afzondering is wat ze kwetsbaar maakt. Ze kunnen bijvoorbeeld niet zomaar hulp vragen van iemand buiten de instelling, want elke deur zit op slot en ze kunnen niet vrij bellen." Zo hebben ze geen telefoon en bepaalt de instelling met wie ze mogen bellen.
Onveiligheid bij hulpverleners
Een reden waardoor dit soort misstanden kunnen ontstaan, is een gevoel van onveiligheid bij de hulpverleners, vertelt hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Annemiek Harder. Zij is gespecialiseerd in de jeugdzorg. "Je ziet dat ze vanuit dat onveilige gevoel jongeren meer in de tang willen houden en dus ook repressieve maatregelen gaan gebruiken om de veiligheid op de groep en hun eigen veiligheid te waarborgen."
"Dat is gewoon echt een risico dat op de loer ligt als je het hebt over het opvangen van kinderen die moeite hebben om hun emoties te reguleren - waar vaak trauma's een rol bij spelen - en die echt behoorlijk beschadigd kunnen zijn door de omstandigheden waar ze in zijn opgegroeid. Dat is een hele uitdaging voor hulpverleners om daar goed hulp aan te kunnen bieden."
Juiste hulp
De maatregelen die hulpverleners inzetten wanneer zij zich onveilig voelen, kunnen bij de jongeren weer voor een nieuw trauma zorgen. "Waarbij dus ook die autonomie van de jongeren wordt onderdrukt. En juist autonomie is vaak iets waar jongeren in die leeftijdsfase heel erg behoefte aan hebben. Want je hebt het vaak over pubers die behoefte hebben aan hun eigen dingen doen."
Om deze dynamiek tussen de jongeren en de hulpverleners te voorkomen, is het erg belangrijk dat de juiste hulp geboden wordt, vertelt Harder. "Wat heel erg belangrijk is, is om hulpverleners die dat werk doen zo goed mogelijk te ondersteunen in hun werk en ook continu te trainen. Je moet ze scherp houden dat dit soort dynamieken heel erg op de loer liggen."
Zorg vormgeven
Daarbij is ook de dynamiek binnen de groep en hoe je de groep vormgeeft erg belangrijk, volgens de hoogleraar. "Het is natuurlijk een groepsgerichte vorm van hulp en dat brengt ook de nodige dynamiek met zich mee. Tussen jongeren bijvoorbeeld, waardoor ook onveiligheid kan bestaan. En daarin hebben die hulpverleners een hele belangrijke rol om dat ook verder te voorkomen en om daar continu scherp op te zijn."
Harder zegt dat er al een aantal stappen in de goede richting zijn gezet voor de jeugdzorg, maar dat er nog veel aangepakt kan worden. "Deze jongeren hebben vaak complexe problematiek, dus dat betekent dat je expertise nodig hebt op het gebied van trauma, psychiatrie, psychologische behandeling, maar ook goed onderwijs. En de mogelijkheid hebt om veiligheid te bieden. Dat is een investering."
'Verklarende analyse'
Bhugwandass vindt dat de verantwoordelijkheid bij de jeugd GGZ ligt. "Dit is vaak een plek waar kinderen geparkeerd worden. Als de rest van het veld denkt: wij kunnen dit niet of we willen het niet. Als je de afdelingen weghaalt, dan blijft die verantwoordelijkheid in ieder geval nog even daar liggen waar die ook eigenlijk hoort. Want er is vanzelfsprekend meer kennis in de kinderpsychiatrie over psychiatrische problematiek dan in de jeugdzorg."
Volgens de ervaringsdeskundige is het belangrijk om eerst een 'verklarende analyse' te maken met de kinderen. "Dat betekent dat je van tevoren gaat kijken: wat is er nodig? Wat vinden alle betrokken partijen ervan? En wat zou helpen?Dat klinkt heel basaal, maar die stap wordt vaak overgeslagen. Pas dan kan je aan de hand van dat budget per kind kijken naar wat er per individu nodig is.''
Zo snel mogelijk sluiten
In zijn rapport adviseert hij de afdelingen zo snel mogelijk te sluiten. "Dat heeft ermee te maken dat die kinderen daar gewoon onveilig zijn."
Daarbij geeft hij aan dat er toezicht mist in de jeugdzorg. "En dat heeft consequenties voor de hele jeugdzorg. Dat betekent dat er nu waarschijnlijk op andere plekken ook geweld kan voorkomen, zonder dat de inspectie dat signaleert of adequaat handelt, zonder dat de aanbieder adequaat handelt. Ondertussen blijven de gemeenten de zorg inkopen. Dat is heel zorgelijk. Wat je zou kunnen doen, is bijvoorbeeld ervaringsdeskundigen inzetten."
Al 10 jaar bekend
Naar aanleiding van de opnamestop op de Zikos-afdelingen heeft demissionair staatssecretaris Maarten van Ooijen van Jeugdzorg gezegd dat er nu een passend alternatief voor kwetsbare jongeren met complexe problemen moet komen. Dat heeft nu prioriteit. Hij geeft aan zo snel mogelijk met Bhugwandass te willen spreker over zijn rapport.
Bhugwandass reageert hier ietwat sceptisch op. "Als dat zinnig is, wil ik zeker in gesprek gaan. Maar ik heb in mijn presentatie opgesomd op welke punten alle aanwezige spelers al wisten van de signalen. Mijn rapport komt nu uit, maar we weten dit al 10 jaar. Dat is echt consistent benoemd en door heel veel partijen genegeerd. Dus ja, mijn vertrouwen zit op een laag pitje. En dat kunnen ze terugwinnen, hoor."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.