De moeizame samenwerking tussen Nederland en Curaçao

Het gaat al jaren niet goed met de economie op Curaçao. Premier Rutte heeft nu 'een samenwerkingsconvenant' ondertekend. Er komt dus hulp, maar of dat het eiland erbovenop helpt is maar de vraag.

Al drie jaar verkeert Curaçao in een economische recessie. De inkomsten van de financiële dienstverlening en de olie-industrie vallen erg tegen. Alleen het toerisme brengt geld binnen, maar dat is niet voldoende voor een gezonde economie. Tijdens zijn meerdaagse bezoek aan Curaçao heeft Rutte nu dus een samenwerking toegezegd om zo het bestuur op het eiland te verbeteren. Daarnaast moet het convenant de economie stimuleren.

Symbolische functie

Volgens Gert Oostindie, directeur van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, heeft de samenwerking vooral een symbolische functie. Het moet het vertrouwen in het eiland herstellen. "Rutte wil hiermee laten zien dat Nederland achter de eilanden staat, zodat het bedrijfsleven ziet dat het 'safe' is om te investeren op Curaçao."

Rutte heeft toegezegd dat er 'een ervaren transitiebegeleider' naar het eiland wordt gestuurd, die ter plekke praktische hulp zal bieden. De premier benadrukt dat Nederland geen geld geeft aan Curaçao.

'Niet alle zorg op ons nemen'

Oostindie ziet veel twijfel bij de Nederlandse regering als het gaat om hulp geven. Curaçao is samen met Aruba en Sint Maarten een autonoom land. "Ze moeten hun eigen boontjes doppen. Nederland verleent alleen hulp als iets uit de hand loopt."

Wanneer dat nodig is, is dan ook meteen de lastige vraag. "Wanneer loopt iets uit de hand?", zegt Oostindie. "Bij de bestrijding van criminaliteit is Nederland er snel bij. Maar bij financiële hulp en bij ondersteuning van vluchtelingen is Nederland heel terughoudend. We willen niet alle zorg van die eilanden op ons nemen."

Hoofd versus hart

De afgelopen jaren is gebleken dat het bestuur van Curaçao er niet is geslaagd een gezonde economie te realiseren. "Ze hadden duidelijk geen integer bestuur. Dat is nu wel iets veranderd, maar ze hebben het economisch onvoldoende in de hand." De vraag ontstaat of Nederland zich niet toch meer over Curaçao zou moeten ontfermen. "Meer integratie van Nederland zou een logische keuze zijn. Dat kost alleen veel geld en dat zorgt voor weerstand. Daarom maakt Nederland die keuze liever niet."

Een meerderheid van de eilandbewoners hecht volgens Oostindie erg aan hun onafhankelijkheid. "Er is sprake van nationale trots. Ze zijn te bang dat Nederland hun land helemaal gaat overnemen. Het wordt daarmee een hoofd versus hart-dilemma: het hoofd is blij met de ondersteuning, het hart roept dat ze het graag zelf willen doen." Zowel Nederland als Curaçao zien dus weinig in een volledige samenwerking. Daarmee rest de vraag hoe de economische toekomst van het zonnige eiland eruit zal zien.