Zaterdag 15 november - Opnieuw staan we op het vliegveld van Moskou. Natuurlijk was er vandaag maar een fractie van het verkeer van gisteren op de weg, en zijn we veel te vroeg. Maar liever dat, dan weer de zenuwen dat we te laat zullen zijn. De spanning van de afgelopen dag is inmiddels goed zichtbaar op mijn gezicht. Dat valt met middeltjes niet meer weg te werken.
Even nog dreigt er een kink in de kabel te komen als Irina en Oleg wel naar Moermansk mogen, maar ik niet omdat ik een papier met bepaalde stempels bij mijn toeristenvisum mis. Ik heb geen journalistenvisum aangevraagd, om een eventueel nee te vermijden. We komen tenslotte niet voor een onderwerp dat de Russische autoriteiten welgevallig is.
Gelukkig zwicht de douaneman voor mijn hotelvoucher voor Moermansk en rukken we weer een stukje verder op. Irina moet praten als Brugman om een enorme toeslag voor onze apparatuur te voorkomen. Maar als ik dat speciale lachje om haar lippen zie weet ik dat het is gelukt. Eén ding baart me nog zorgen. Op een scherm - we zijn nog in Moskou - zie ik dat het in Moermansk minus 20 graden is! Google Weather had maar min 7 beloofd. We besluiten dat het een vergissing moet zijn.
Zondag 16 november.
Monchegorsk, het is rond 10 uur in de ochtend. We moeten de raampjes van de auto van binnen krabben. Overal sneeuw. Een gure wind. Het scherm in Moskou had het bij het rechte eind.
Het kost moeite om het flatgebouw van Andrey te vinden. Daardoor zijn we aan de late kant. Waarom bellen we hem niet om de weg te vragen en te laten weten dat we er bijna zijn, vraag ik me af. Maar gelukkig houd ik me in.
Als we dan eindelijk aankomen bij zijn flat klopt mijn hart in m’n keel. Hoe is Andrey eraan toe. Zullen de opnames met hem interessant genoeg zijn voor een vervolg-uitzending. Verdorie, daar is die beroeps-deformatie weer. Hem kunnen vragen hoe het met hem is, DAAR gaat t om dit keer. Niets meer, niets minder.
We bellen aan op nummer 4. De deur gaat open en met enig ongeloof herken ik Andrey. Ik herinner me hem met heel weinig haar, maar nu heeft hij een
stevige donkere bos. Zijn gezicht is voller, en hij loopt zonder krukken. Maar vooral verrast hij me door zijn ontwapenende, open, ietwat verlegen blik. Onhandig wisselen we wat zinnen. Om de ongemakkelijke situatie te doorbreken buigt hij
naar voren en pakt de kat: “Kijk”, zegt ie, “ik ben niet alleen”.
De nacht hebben Irina, Oleg en ik in Monchegorsk doorgebracht.
Een simpel hotelletje, maar met alles wat je nodig
hebt. De kruik is van thuis, de waterkoker van het hotel. Want ik voel me pas bij plus 25 comfortabel. Voor het ontbijt moet je door de snijdende kou aan
de overkant van de weg. Om 08.00 uur zitten we daar. De rook van de vorige avond hangt er nog. We zijn niet de enigen. De eerste gasten zitten in de hoek. Op de toog staan 4 glazen. Het worden Bloody Mary’s. Gelukkig niet voor ons.
Die zondag praten we de hele dag met Andrey. Pas dan begrijp ik dat hij bij ons eerste bezoek al botkanker had, in zijn knie. Dat verklaart zijn bijna kale hoofd van toen, door de chemotherapie. Stad en land hebben zijn moeder en hij afgelopen
op zoek naar hulp. Maar alle artsen gaven hem hooguit nog 8 - 12 maanden en wilden allemaal amputeren.
Hulp vanuit het leger kreeg ie niet. Zijn commandant schoof alle verantwoordelijkheid van zich af. Beweerd werd dat de toestand van zijn been veroorzaakt was door de kanker, en niet door de mishandelingen en hij feit dat hij niet naar het ziekenhuis mocht. Toen Andrey toch een gerechtelijke procedure begon verdwenen belangrijke stukken uit het dossier.
Toen hij begreep dat hij het nooit zou kunnen winnen van het systeem, wilde hij dat de
zaak zo snel mogelijk afgelopen zou zijn. Excuses, een uitkering van het leger, hij heeft het allemaal nooit gekregen. Toch is hij niet verbitterd. Wel zegt hij zijn commandant en de legerarts niet te kunnen vergeven.
Terugkijken naar het verleden wil Andrey eigenlijk niet. Dat geeft negatieve energie. Hij wil zijn blik richten op de toekomst.
Hij vertelt dat hij de lokale televisie-omroep heeft opgericht en de medewerkers heeft opgeleid. Toen dat karwei was gepiept, werd hij gevraagd bij de lokale krant. Hij onderhoudt de website, want zijn lust en leven zijn computers en het internet.
Die baan is niet officieel, want omdat hij een miniscule invalide-uitkering heeft mag hij eigenlijk niet werken.
Door een ingewikkelde constructie werkt hij er toch. Tegen heel weinig geld, maar zijn dag heeft nu wel structuur en hij is onder mensen. En dat is veel waard.
Ook vertelt hij over drie uiterst pijnlijke behandelingen die hij heeft gehad in de Ilizarov-kliniek in Kurgan, Siberie. Dat is een zeer gespecialiseerd instituut waar zijn been, dat op een bepaald moment ruim 30 cm korter was dan het andere, wordt opgerekt.
Er is nog 1 behandeling mogelijk. “Dan ben ik weer gelijkwaardig”, zegt hij. Maar de kans op een mislukking is er ook, en kan zelfs slechter worden. De behandeling is zo pijnlijk dat hij er nu niet aan wil denken. Of hij het ooit zal laten doen, hij weet het niet.
Pijnlijk is ook dat zijn vriendin hem tijdens de laatste behandeling heeft verlaten. Zijn appartementje deelde hij samen met haar. Zijn grote wens is dat hij een normaal leven kan leiden en een gezin kan stichten, zoals ieder ander.En dat de mensen wat aardiger voor elkaar zouden zijn. “Dan hebben we een betere wereld”.
Ver in de middag biedt hij ons iets te drinken aan. Hij vraagt of ik meega naar de winkel om iets te kopen voor bij de thee. Eerder heeft hij verteld dat hij zo weinig verdient dat hij altijd moet opletten dat hij het goedkoopste koopt. En dat hij dat moeilijk te verteren vindt. Als hij niet invalide was had hij in een officiële baan veel beter kunnen
verdienen. Zijn verhaal snijdt me door m’n ziel.
Ik weet niet wat ik moet doen en bied aan dat wij de versnapering zullen betalen. Het gaat maar om een klein bedrag; gelukkig neemt hij het aan.
Ik betrap me erop dat ik hem bewonder om zijn verstandige woorden, zijn innerlijke beschaving, zijn zachtheid, maar ook zijn kracht. Als we hem vragen waar hij die kracht uit put, trekt hij zijn schouders op en geeft geen antwoord.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.