In de jaren 90 reis ik voor het eerst naar voormalig Joegoslavië. Ik ontmoet Kroaten, Moslims, Serven. Vluchtelingen met een verwilderde, holle blik in hun ogen die verhalen vertellen over dood en verderf. En die uit plaatsen komen met namen die ik nauwelijks kan uitspreken: Vucovar, Gorazde, Visegrad. En in 1994 komt daar Srebrenica bij.