Kiezers die in 2021 nog op ze stemden, denken niet dat Rutte, Hoekstra, Kaag en Bikker de kloof tussen Den Haag en de rest van het land kunnen verkleinen. Diezelfde kiezers vinden ook dat ze geen partijleider meer moeten zijn bij de volgende verkiezingen.
Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder kiezers van het Opiniepanel na de monsterzege van BBB bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2 weken geleden. CDA-leider Wopke Hoekstra noemde die uitslag, na een intern crisisberaad daarover, een 'glashelder signaal' dat er 'een enorme kloof is tussen Den Haag en de rest van het land', waar de politiek mee aan de slag moet.
Wopke Hoekstra
Tegelijkertijd denkt nog geen kwart van de CDA-kiezers uit 2021 (20 procent) dat Hoekstra zelf in staat is om die kloof te verkleinen. Ruim 7 op de 10 (73 procent) geloven niet dat hij dat kan. "Zelfs na de slachting bij de verkiezingen zie ik hem stug met meel in de mond praten. Niet eens een voorteken van een idee hoe hij er wat aan gaat doen. Ik geef het op", zegt een kiezer.
Ongeveer 2 jaar geleden gaven ze Hoekstra hun vertrouwen, maar daar is na de Provinciale Statenverkiezingen weinig van over. Slechts een derde (32 procent) steunt hem nog als CDA-leider, een absoluut dieptepunt voor de voorman, die volgens de partijtop kon aanblijven na de verkiezingsnederlaag. Maar liefst 96 procent zag het in hem zitten toen hij eind 2020 lijsttrekker werd, maar nu zegt slechts 17 procent van die kiezers dat hij ook bij de volgende landelijke verkiezingen lijsttrekker moet zijn.
Mark Rutte
Ook bij VVD-kiezers is er weinig geloof in Mark Ruttes vermogen om nog iets aan de kloof te doen. 36 procent van de stemmers die de VVD in 2021 de grootste partij maakten, denkt dat hij daartoe in staat is: 60 procent niet. "Er kleven zoveel incidenten aan hem die dat onmogelijk maken, dat moet hij zelf ook inzien", zegt een VVD-kiezer.
Dat zijn vertrouwenscijfer bij de eigen achterban (65 procent) hoger is dan dat van Hoekstra, zegt niet dat zij hem bij de volgende landelijke verkiezingen weer als leider willen. Slechts 29 procent van de VVD-kiezers uit 2021 vindt dat hij de VVD-kar dan weer moet trekken. Dat zijn ook veel kiezers die nu nog op de partij zouden stemmen: "Ondanks mijn vertrouwen in Rutte denk ik dat in belang van regeerbaarheid Rutte moet stoppen."
Bekijk ook
Sigrid Kaag
Hetzelfde sentiment speelt bij D66-kiezers als het gaat om Sigrid Kaag. Slechts 22 procent denkt dat zij een positieve rol kan spelen in het verkleinen van de kloof. Een meerderheid (69 procent) gelooft daar niet in. Eén van hen zegt in het onderzoek: "Kaag is zeer kundig maar komt helaas wat hautain en afstandelijk over. Jammer, maar we kunnen niet allemaal Hans van Mierlo zijn."
Als het gaat om vertrouwen krijgt ze - met 57 procent die haar steunt - nog het voordeel van de twijfel, maar kiezers twijfelen over haar toekomst. Slechts een derde (35 procent) vindt dat zij straks weer lijsttrekker moet zijn, tegenover 40 procent die dat niet vindt. De rest weet het nog niet, vooral omdat ze zelf nog geen geschikte opvolger zien of omdat ze vinden dat de leden moeten beslissen.
Mirjam Bikker
ChristenUnie-leider Mirjam Bikker is nog maar net aan het roer en dat is de reden waarom ook haar eigen kiezers nog terughoudend zijn over haar kwaliteiten. Een minderheid (38 procent) gelooft dat zij de kloof kan verkleinen, maar veel hoger dan bij andere achterbannen is het aantal kiezers dat niet weet of zij dat kan (30 procent).
Ook als het gaat om een eventueel lijsttrekkerschap bij de volgende verkiezingen zijn ChristenUnie-kiezers er nog niet uit. 39 procent weet (nog) niet of zij lijsttrekker bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen moet zijn. "Het zijn grote schoenen om te vullen, ik weet nog niet of ze aan Segers kan tippen. Ik moet haar de komende tijd nog leren kennen", zegt een kiezer daarover. De helft (51 procent) denkt dat ze wel lijsttrekker moet zijn; volgens 10 procent zou iemand anders dat moeten doen.
Over dit onderzoek
Het onderzoek is gehouden op 27 en 28 maart 2023. Aan het onderzoek deden 28.806 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee, waarvan 4.272 kiezers van de VVD bij TK21, 3.557 van D66, 2.345 van het CDA en 792 van de ChristenUnie.
Het onderzoek is na weging representatief voor 6 variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2021. Het Opiniepanel bestaat uit 80.000 leden.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.